De nieuwe Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro is een gewaagde concurrent voor de overige hatch-backs. Ouderwets grommen met moderne technologie is nog nooit zo makkelijk geweest.
Bij de supercars mag de pk-strijd dan een beetje zijn geluwd, in hot hatch-land gaat de strijd onverminderd voort. Gooit Mercedes al die A AMG-variantjes vol met 360 pk? Dan gaat Audi daar met de nieuwe Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro lekker overheen.
Daar komt voorlopig helemaal niemand overheen
Toen Audi begin 2011 met de RS3 Sportback kwam, moeten ze iets dergelijks gedacht hebben. Ze hadden gelijk, want het zou tot april 2013 duren voordat Mercedes-Benz het uitstekende idee kreeg AMG los te laten op de nieuwe A-klasse. Diens viercilinder turbo leverde 360 pk, 20 meer dan de RS3. Op zich niet heel erg; de RS3 was een paar maanden eerder toch al uit productie genomen omdat de hele A3-reeks vervangen werd, maar ze zullen er bij Audi toch even ziek van zijn geweest.
Raar trouwens, om je topmodel maar anderhalf jaar in productie te houden. Dat vond Audi zelf achteraf ook. Zeker toen ze met lede ogen moesten constateren dat ze dubbel zoveel RS3’en hadden verkocht als ze hadden verwacht en er nog veel meer hadden kunnen doen als er maar meer tijd was geweest. Dus doen ze het vanaf nu anders. Niet meer met het lekkerste tot het laatst wachten, maar ‘m een fatsoenlijke levenstermijn gunnen.
De RS3 is uniek vergeleken met de overige A3 modellen
Wat Audi ook net even anders aanpakt dan de anderen: waar de concurrentie voor een topmodel meestal een motor uit dezelfde modelreeks oppompt tot de gewenste gruwelprestaties, monteert Audi in de RS3 een motor die je in geen enkele andere A3 tegenkomt: de zalige vijfcilinder turbo, in zijn nieuwste configuratie goed voor niet minder dan 367 pk (7 pk meer dan de A 45 AMG; al zal die bij een facelift binnenkort 381 pk krijgen. Houdt het dan nooit op?) en 465 Nm trekkracht die al bij 1.625 toeren per minuut beschikbaar is. Audi heeft een naam op te houden op vijfcilindergebied: de Sport Quattro uit 1984 had ook een vijfcilinder (die er trouwens ook al 360 pk uit beukte), evenals het allereerste RS-model, de RS2 uit 1994.
De RS3-motor is volgens het bekende ‘lichter-sterker-zuiniger’-wensenlijstje behoorlijk onderhanden genomen en dat is niet zonder gevolgen gebleven. Zo is ie 55 kilo lichter, een heel klein beetje sterker en 10 procent zuiniger: strikt theoretisch (maar dan zou je je moeten inhouden op een manier waar je hartaanvallen mee kweekt) zou je aan 8,1 liter benzine genoeg moeten hebben om 100 kilometer af te leggen. Daarvoor zal niemand deze Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro kopen – of laten staan.
Ouderwets grommen met moderne technologie
Belangrijker voor het wezen van de Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro is dat de reactie- en schakeltijden van de standaard zeventraps S-tronic nog weer korter zijn geworden. Ook het vierwielaandrijvingssysteem is verder verbeterd: 100 procent van de kracht kan nu, als de elektronica dat wenselijk acht, naar achteren worden gestuurd. Daarnaast wordt torque-vectoring toegepast: in een bocht kan extra vermogen naar het binnenste wiel worden gestuurd om de auto de bocht ‘door te trekken’. Werkt subliem.
De grootste attractie van de RS3, afgezien van dat enorme vermogen, is natuurlijk het unieke geluid van de vijfcilinder. Hij brult, gorgelt en blaft dat het een aard heeft. Maar nooit op de manier waarop een vier-, zes- of achtcilinder het zou doen. Het is volmaakt eigen en volmaakt verrukkelijk. Audi heeft een scala aan manieren om het te beïnvloeden. Er zitten kleppen in de uitlaten, die je via het Drive Select-systeem (waarmee je voorkeuzes voor Sport, Auto, et cetera in kunt geven of een combinatie van je eigen voorkeuren) permanent open kunt laten staan, en als optie is er nog een sportuitlaat, die het geluidspotentieel van de vijfcilinder tot volle wasdom laat komen. Al is het de vraag of je buren er net zo enthousiast over zijn. Wij zeggen: aanradertje.
Prestaties, vraag je?
Nou, een sprintje van 0 naar 100 is in 4,3 ijzingwekkende seconden achter de rug. Dat is, om het even in perspectief te plaatsen, sneller dan een Ferrari 360 Modena of een Lamborghini Diablo. Het ijzingwekkende zit ‘m vooral in het feit dat dat zo belachelijk kort duurt. Niet vanwege de manier waarop, want die is volstrekt lineair, gecontroleerd en vertrouwenwekkend. Datzelfde geldt voor de manier waarop de Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro z’n bochten neemt. Of liever: aanvalt, en met een paar gedecideerde houwen van zijn zwaard in mootjes hakt.
Voorheen wilden quattro’s nog wel eens een (ingebouwde) neiging tot onderstuur hebben. Dat was volgens Audi veiliger en leidde tot minder heftige reacties als de bestuurder zich halverwege de bocht bedacht dat het toch wel erg hard ging en plotseling het gaspedaal losliet (wat veelal naar een vangrail leidde). Mede dankzij de moderne elektronica zijn die dagen voorbij. De hoeveelheid grip die de RS3 tot z’n beschikking heeft, is op z’n minst verbijsterend. Elke keer dat je denkt dat het nu wel een keer op zal zijn, bijt de auto zich nog eens extra vast. Het onderstel, dat niet eens zo bizar hard is, geeft daarbij precies door wat er onder je gebeurt. Het is maar zeer de vraag of het in deze klasse veel beter kan.
Wat wél weer beter kan, is de besturing
We hadden, na een tijd klagen over het gebrek aan gevoel in het stuur, de indruk dat Audi het lek boven had, maar in de Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro zijn we daar niet meer zo zeker van. Hij is progressief (licht bij lage snelheden, zwaarder als het sneller gaat), maar het voelt allemaal erg kunstmatig: vederlicht is fijn bij inparkeren, maar niet als je een haarspeldbocht neemt: dan wil je weten waar het gaat wringen, en dat vertelt deze besturing niet. Het is een vloek van elektrische stuurbekrachtiging en we kennen het vele malen erger, maar ook een stuk beter.
Dat neemt niet weg dat deze Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro een ontzagwekkende machine is. Hij is sneller dan wat dan ook in deze klasse en combineert dat met een gemak dat je hooguit in een paar klasses hoger tegenkomt.
Wat we nog wel even kwijt moeten
Het geldt ook voor de opties, want daarin is Audi nog verrekte ouderwets. Hoewel de RS3 uitstekend in zijn standaarduitrusting zit, kun je hem met speels gemak anderhalf keer zo duur maken. Wil je die diffuser en voorbumper in lichtgrijs, zoals op de foto? Kost meer. Keramische remmen? Optie. Magnetic Ride: optie. Sportstoelen: optie. Zelfs een licht- en regensensor vergt bijbetaling. En de bijzonderste van allemaal: voor een niet nader bekend bedrag kun je de topsnelheid laten opschroeven naar 280 km/u. Kom op nou jongens. Voor iets dat bijna niemand zal gebruiken, maar waar iedereen in jouw topmodel over zal willen opscheppen, ga je toch niet ook nog eens een (ongetwijfeld riant) extra bedrag vragen? Afgezien van dat soort typische Audi-fratsen, is de Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro de juiste keus voor degene die niemand die minder dan anderhalve ton heeft betaald, voor zich duldt.
Specificaties Audi RS3 Sportback 2.5 TFSI Quattro S-Tronic
Motor
2.480 cc
vijfcilinder turbo
367 pk / 465 Nm
Aandrijving
vier wielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 4,3 s
top 280 km/u
Verbruik (gemiddeld)
8,1 l/100 km
189 g/km CO2
F-label
Afmetingen
4.343 x 1.800 x 1.411 mm (l x b x h)
2.631 mm (wielbasis)
1.520 kg
55 l (benzine)
280 / 1.120 l (bagage)
Prijzen
NL € 68.000 (25%)
BE € 52.800
VONNIS
Fenomenale rijmachine waarvan het nog de vraag is wat de diepste indruk maakt: z’n prestaties of het gemak waarmee ie ze neerzet. Ja, de besturing zou communicatiever kunnen en hij kost een klein vermogen, maar verder geen klachten
Reacties