Mocht je, als trouwe lezer, inmiddels de indruk hebben dat we een beetje klaar zijn met die hele SUV-hype, dan heb je volkomen gelijk. Dat ligt misschien nog niet eens zozeer aan die SUV’s zelf – daar zitten heus heel competente exemplaren tussen. Zeker als je je werkdagen doorbrengt als boswachter, of woont in een ongeasfalteerde regio van oost-Turkmenistan.

Verder kunnen we eigenlijk maar twee voordelen bedenken. Een hoge instap, wat alleen als goed argument geldt als je boven de 70 bent. En het eeuwige ‘je zit zo lekker hoog’, wat inmiddels ook behoorlijk aan slijtage onderhevig is omdat tegenwoordig iederéén zo hoog zit; netto-netto is de winst dus precies nul.

Terug naar de orde van de dag

We gaan maar niet te veel door op de nadelen, want die lees je hier zo ongeveer elke keer als we weer zo’n nieuwe ‘te zware/te onzuinige/te onaerodynamische/te hoog zwaartepunt dus door bochten dweilende eengezinswoning op wielen’ krijgen voorgeschoteld. Een minpunt dat minder voor de hand ligt: de enorme populariteit van de SUV gaat zwaar ten koste van andere autotypes die veelal leuker en mooier zijn, en vaak minstens even capabel.

De (toegegeven: minder praktische, maar wel per definitie mooiere) kleinere coupés zijn al dood, en de driedeurs hatchback is ten dode opgeschreven. Kleine stationwagens gaan (zie het overlijden van bijvoorbeeld de Renault Clio Estate) hard diezelfde kant op, en ook hun grotere soortgenoten worden steeds slechter verkocht en derhalve schaarser. Als er één auto is die kan laten zien hoe zonde dat is, is het deze nieuwe 3-serie Touring.

Uiterlijk straalt, innerlijk bepaalt

De Duitsers liggen de laatste tijd nogal onder vuur, vooral vanwege de wat ‘grillige’ weg die de afdeling Design is ingeslagen. Het gaat steeds vaker meer over het uiterlijk dan over het innerlijk, maar goed: als je het uiterlijk van je merk zó radicaliseert, vraag je er ook wel een beetje om.

De 3-serie heeft zich tot op heden gelukkig kunnen onttrekken aan de cartooneske wijze waarop Adrian van Hooydonk en de zijnen visueel om zich heen meppen.

De 3-serie, en dus ook de Touring, is boven alles een 3-serie gebleven. Vlotte, slanke lijnen dus, uiteraard gelardeerd met de holle en bolle vlakken die Van Hooydonk tot zijn handelsmerk heeft gemaakt. Gelukkig lijken de vlakken er hier vooral te zitten omdat ze schoonheid toevoegen, in plaats van ‘omdat het kan’.

Diverse details (neem alleen al die wat achterover hangende ‘gespleten’ grille, of de led-verlichting voor en achter, die trouwens standaard is – een optie is laserlicht) geven overduidelijk aan dat dit een model uit 2019 is, maar in de basisvormen is met een beetje verbeelding de eerste Touring van 1988 herkenbaar.

De binnenkant van de BMW 330d xDrive Touring

De cockpit is uiteraard één op één gelijk aan die van de onlangs geïntroduceerde sedan. Je kunt alle instrumenten nu op zó veel manieren bedienen dat er voor iedereen altijd wel een perfecte methode bij zit. Er is de bekende iDrive-knop, maar je kunt het scherm ook gewoon aanraken, als je dat liever hebt.

Of de zelflerende (hoe meer je tegen hem kletst, hoe beter hij je zal begrijpen) stembediening gebruiken. Of handgebaren. Of een van de vele knopjes op het stuur. Voor elk wat wils, en veelal bijzonder intuïtief. En het ziet er, zoals je van BMW gewend bent, allemaal smaakvol, strak en perfect afgewerkt uit.

Doordat de 3 Touring in alle richtingen iets gegroeid is, heb je trouwens ook overal iets meer ruimte. Zo kun je achterin drie kinderzitjes kwijt. Hoef je dus ook al geen SUV meer voor te kopen.

Achterin de BMW 330d xDrive Touring

Een Touring moet het natuurlijk voor een groot deel hebben van het gedeelte achter de achterbank, en ook daarvoor heeft BMW weer het nodige aan nieuwigheden in petto. Zo is de laadruimte 32 liter groter geworden en kun je nu 500 liter zooi kwijt voordat je andere maatregelen moet gaan nemen.

Dat is trouwens doodsimpel: een in verhouding 40-20-40 deelbare achterbank is standaard. Tegen bijbetaling kun je dat omklappen zelfs elektrisch (via knopjes in de kofferbak) laten gebeuren. De boel weer overeind zetten moet trouwens wel weer met brute spierkracht, dat je dat weet. Erg handig is het feit dat het openen en sluiten van de klep standaard elektrisch gebeurt.

Dingen achterin mikken is sowieso simpeler dan voorheen: de opening is 12 centimeter breder geworden. Ook de apart te openen achterruit (nog altijd redelijk uniek voor BMW en handig voor ‘even snel’) is breder dan bij de vorige 3 Touring. Een noviteit zijn de anti-sliprails in de bodem, die als je de achterklep gesloten hebt omhoog komen, waardoor je bagage ook mooi klem ligt. Slim!

Tot slot is het bijzonder praktisch dat het rolgordijn om je bagage af te dekken én dat onhandige kreng waar ie in vast zit allebei in de ruimte onder de vloer passen. Die hoef je dus niet meer in de garage te laten of ergens onderweg te vergeten.

Onder de motorkap van de BMW

Het uitrustings- en motorengamma is gelijk aan dat van de sedan. Er is dus keuze uit drie benzines (320i/184 pk, 330i/258 pk en 340i/374 pk) en drie diesels (318d/150 pk, 320d/190 pk en 330d/265 pk), waarvan de sterkste alleen maar, en de op één na sterkste als optie met vierwielaandrijving verkrijgbaar zijn. Ook de 292 pk sterke 330e plug-in hybride komt er nog aan.

Vooral Europees

Dat elk continent (wat heet: elk land) zo zijn eigen specifieke voorkeuren heeft, wist je al. Maar dat dat bijna voor geen autotype zo sterk geldt als voor de stationwagen, is misschien minder bekend. Het is namelijk een puur Euro­pese aangelegenheid. Zo wordt de 3-serie Touring in grote markten als Amerika en China niet eens geleverd; niemand wil ze daar hebben.

In Europa ligt dat echter anders. In Nederland wint de sedan het nog nipt (60-40, qua percentages), maar bijvoorbeeld in Italië zijn van elke vier verkochte 3-series er drie een Touring. Andersom kan natuurlijk ook. Zo zijn sedans in Europa niet enorm geliefd, terwijl ze in China en bijvoorbeeld ­Turkije zo populair zijn dat er zelfs sedanversies van kleine hatchbacks (denk Polo en Clio) worden geleverd; auto’s die je bij ons aan de straatstenen niet kwijt zou kunnen.

Rijden in de BMW 330d

Een kort ritje met de 330d Touring maakt twee dingen haast pijnlijk duidelijk. Ten eerste: waarom zou je, met een zo fraaie auto met een zo veelzijdig interieur, in hemelsnaam nog een SUV willen? Dit ding rijdt zó verschrikkelijk goed, er is werkelijk niets dat ‘lekker hoog zit’ en hierbij ook maar in de buurt komt. Hij is ten opzichte van de sedan iets soepeler gedempt (in verband met de te verwachten grotere belading), en dat maakt hem bijzonder comfortabel.

Ten tweede: wat is het toch dood- en doodzonde dat sjoemelende fabrikanten en niet ter zake deskundige politici diesel zo genadeloos de nek aan het omdraaien zijn. Dit specifieke apparaat stoot minder CO2 uit dan een vergelijkbare benzineversie, is zuiniger (en daarmee schoner), doet meer kilometers op één tank dan welke elektrische auto ooit op een lading zal doen, en heeft een hoeveelheid power die je nooit naar meer zal doen verlangen.

Hell, het ding klínkt zelfs beter dan zo’n afgeknepen benzine-viercilindertje. Dit is een auto die je, hoe jong je ook bent, nu kunt kopen en zonder problemen of andere verlangens kunt rijden tot aan je dood. Het perfecte tegengif tegen milieu- en statushypes. Als dat niet milieuvriendelijk is…

Specificaties van de BMW 330d xDrive Touring


Motor
2.993 cc
zescilinder turbo
265 pk @ 4.000 tpm
580 Nm @ 1.750 tpm
Aandrijving
vier wielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 5,4 s
top 250 km/u
Verbruik (gemiddeld)
5,4 l/100 km
140 g/km CO2
Afmetingen
4.709 x 1.827 x
1.445 mm (l x b x h)
2.851 mm (wielbasis)
1.745 kg
59 l (diesel)
500 / 1.510 l (bagage)
Prijzen
€ 69.952 (NL)
€ 54.250 (B)

Reacties

  • Van69 heeft op 20 oktober 2019 geschreven:

    Lang leven de diesel!

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)