De nieuwe 4-serie is er. Dat smeekt om een vergelijking met BMW’s directe concurrenten.

Auto’s moeten vandaag de dag vooral laag en flitsend gelijnd zijn. Ongeacht of het een sedan, een stationwagen of een hatchback is. Met een achteloze pennenstreek wordt ieder model aangepast aan de hedendaagse smaak, zelfs wanneer door die rage de bagage- of hoofdruimte ernstig wordt beperkt. Wanneer je dan ook nog het woordje ‘coupé’ op de kofferklep plakt, stijgen de verkoopcijfers onmiddellijk.

Het zijn dus niet alleen jurkjes die aan mode onderhevig zijn. Ook de autowereld ontkomt er niet aan om mee te gaan met de laatste trends. Daardoor is een coupé niet altijd meer een zuivere coupé en is niet iedere sedan een echte sedan. In deze verwarrende wereld van laag gelijnde crossovers en uitgerekte SUV’s, heeft BMW besloten om de heisa nog groter te maken door de 3-serie Coupé om te dopen in de nieuwe 4-serie.

Wij hebben altijd wel zin in een Duits feestje, dus zetten we maar wat graag de drie premium-merken van onze oosterburen naast elkaar: de Audi A5 2.0 TDI, de Mercedes-Benz C 220 CDI Coupé en de BMW 420d.

Ondanks een recente opfrisbeurt begint de Audi A5 de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken. De C-klasse Coupé is wat jonger en werd twee jaar geleden geïntroduceerd; al is zijn vierdeurs broertje heel wat ouder en zojuist vervangen door een nieuwe generatie. We kozen drie zuinige dieseluitvoeringen, zodat de kosten een beetje in lijn blijven met de onder druk staande salarissen van hardwerkende professionals. De aanschafprijzen beginnen in de basisuitvoering allemaal net boven de 45.000 euro (in België iets onder de 40.000 euro). De door ons geteste auto’s zijn van een paar extra’s en opties voorzien, waardoor ze duurder uitvallen. Het AMG Sportpakket Plus voegt ruim 4.000 euro toe aan de prijs van de Mercedes. De S-line kost bij Audi 3.872 euro en BMW rekent 1.175 euro voor het adaptieve M-onderstel.

Het voordeel van deze uitgesproken coupé-modellen is dat het geen allemansvrienden hoeven te zijn. Ze hoeven niet alles te kunnen en ze hoeven het niet iedereen naar de zin te maken. Geen vijf deuren voor groter gebruiksgemak, geen wagonladingen ruimte voor kinderen, boodschappen of natte honden en geen dakrails of andere ontsierende zaken. Alles staat in dienst van een stijlvol uiterlijk. De BMW: gestrekt en laag. De Audi: ongenaakbaar en koeltjes. De Mercedes: strak en degelijk.

De 4-serie moet het in deze uitvoering met minder opsmuk doen dan de andere twee. De lage voorbumper van de BMW wordt enigszins ontsierd door zwarte, plastic inzetstukken. Een serieuze uitglijder en daarom een voornaam aandachtspunt bij de eerste upgrade van de nieuwe 4-serie. We zien liever dat BMW de aandacht richt op een fatsoenlijke afwerking van de basis, dan dat ze veel aandacht besteden aan al die kostbare opties en extra’s in de prijslijst. Daarover later meer.


De BMW is het langst van de drie. Dat geldt ook voor de portieren, waardoor de 420d ook het kwetsbaarst is voor parkeerschade. Lange deuren moeten ver naar buiten openslaan, wil je kunnen instappen. Eenmaal in je stoel geeft een robotarm je van opzij de veiligheidsriem aan. Voor het overige voelt het interieur vertrouwd aan, zeker wanneer je al bekend bent met de 3-serie. Strak, opgeruimd en fraai vormgegeven. Het stuur is niet afgeplat en de 4-serie heeft een fijne ouderwetse handrem in plaats van een elektrische knop. Het breedbeeld-navigatiescherm projecteert de omgeving waarin je rijdt in 3D, zodat navigeren soms lijkt op een spelletje SimCity. De voor- en achterstoelen zouden iets meer zijdelingse steun kunnen geven. Hetzelfde geldt voor de Audi. De Mercedes springt er in dit opzicht uit: fijne kuipstoelen, zowel voor als achter, die je volledig omvatten en alle denkbare steun geven. Wat dat betreft heeft de C 220 CDI Coupé het vierzits-concept het best voor elkaar.

Toch begin je na verloop van tijd waardering te krijgen voor de puriteinse insteek van BMW. Je zit laag, het stuur is precies gepositioneerd waar je het wilt hebben, en door het head-up display kun je optimaal gefocust blijven op de weg die voor je ligt. Wanneer je een tijdje in de Audi hebt gereden, snak je weer naar de BMW. Dat komt met name door de vervelende plaatsing van de pedalen in de A5 waardoor je benen onder een hoek van 20 graden staan ten opzichte van je heupen. In de sportstand (onderdeel van het 1.175 euro kostende adaptieve M-onderstel) voelt de 420 heel alert aan. Bij iedere bocht doet de neus van de BMW precies wat je wilt. Gaten en hobbels in de weg worden onmerkbaar gladgestreken. Iets dat waarschijnlijk ook te danken is aan de relatief bescheiden 18 inch velgen, waardoor het weggedrag zelfs onder de meest ruwe omstandigheden onberispelijk blijft.

Sommigen zijn van mening dat de elektrische besturing een kunstmatig aanvoelende feedback geeft, maar wij delen die mening niet. De stuurinrichting functioneert prettig. Het enige dat tegenvalt is de wat korzelige versnellingsbak. Het vergt heel precieze schakelbewegingen om geen fouten te maken bij het overschakelen.

Bij de Audi is het allemaal wat minder fijn. Ook de A5 lijdt aan een bekende Audi-tekortkoming: kleurloosheid. Hoewel dat in de verkoopcijfers van het merk niet terug te vinden is. Maar het is allemaal wat saai en nietszeggend in de A5. Het levendige karakter van de BMW is in geen enkel opzicht te vergelijken met de hardnekkige neiging van de Audi om een domper op de rijfeestvreugde te zetten. Je merkt direct dat de besturing (ook in de Audi is die elektrisch) niet intuïtief reageert, maar alleen in actie komt op het moment dat je daar heel nadrukkelijk om vraagt. De knetterharde vering in combinatie met de 19 inch velgen maken dat de A5 iedere kuil of hobbel omtovert in de Mount Everest. Om over verkeersdrempels nog maar te zwijgen. Meestal betekent zo’n stugge veerkarakteristiek dat er sprake is van vlotter en scherper bochtgedrag, maar ook daarin stelt de A5 teleur. Op geen enkel moment voel je enig voordeel van de straffe configuratie van de Audi. We bevelen een upgrade naar Quattro-aandrijving aan. De door ons geteste auto beschikt over voorwielaandrijving, maar het voelt alsof de A5 wel een extra paar beentjes kan gebruiken. Wat wel voor de Audi pleit is de heerlijke versnellingsbak. Zonder twijfel de beste van de drie.


De Mercedes is de enige met hydraulische besturing. Heerlijk progressief, maar niet zo direct als die van de BMW. Net als de 420 heeft de C 220 een adaptief onderstel, maar dat is niet handmatig instelbaar. De Mercedes beslist zelf hoe ie zich wil gedragen en er valt voor de bestuurder niets in te stellen. Dat doet ie overigens keurig netjes. Onder alle omstandigheden is de vering strak maar comfortabel. Zelden zijn er oneffenheden waar de Mercedes geen raad mee weet. Ook hier zijn de 18 inch velgen de betere keuze voor een evenwichtig weggedrag. Met z’n 1.615 kilo is de Mercedes veruit de zwaarste van de drie, maar in afmetingen is het juist de meest compacte. Het zicht rondom wordt door een paar hinderlijke blinde hoeken flink beperkt, maar verder is het prima in de Mercedes. In veel opzichten doet de C 220 Coupé denken aan een heel goede hete hatch. In dit geval met het bijkomende voordeel van achterwielaandrijving.

Dan de motoren. Deze viercilinder diesels scoren weliswaar niet hoog op onze sensatiemeters, maar er zijn ook meer praktische en functionele eigenschappen waarop we ze kunnen beoordelen. De BMW levert het meeste vermogen, maar heeft een lager koppel dan de Mercedes. Doordat ook bij de 420d het koppel al beschikbaar is vanaf een vrij laag toerental, is het uiteindelijk toch de meest soepele motor wanneer het op trekkracht aankomt. De 420d is ook veruit het snelst. De Mercedes doet er van 0 naar 100 zelfs bijna een volle seconde langer over dan de BMW.

'De nieuwe 4-serie komt misschien wat ingetogen over, maar besteed 1.600 euro aan de Sport Line en je krijgt een heel andere indruk'

Ook aan de pomp is de BMW het vriendelijkst. Op rustige stukken snelweg haalden we een verbruik van 1 op 22,5, hetgeen voor de afwisseling eens heel dicht in de buurt van de fabrieksopgave komt. De 2,0-liter TDI van de A5 blijft hier niet ver bij achter, maar je moet een stuk voorzichtiger te werk gaan, wil je in de buurt komen van de door Audi genoemde verbruikscijfers. De motor van de Audi is wel veel stiller dan die van de BMW en de Mercedes, maar dat voordeel wordt teniet gedaan door het bandengeruis van de grote wielen op ons testmodel.

We kunnen het niet genoeg benadrukken: het mag misschien mooi staan, maar je doet er verstandig aan dit soort bovenmaatse wielen te mijden. Een paar centimeter meer lucht en rubber tussen jou en het wegdek doen wonderen voor het rijgedrag en het geluidsniveau. Dat is niet onbelangrijk, zeker wanneer je bij Audi kiest voor het optionele en vrij prijzige Bang & Olufsen-systeem. Wanneer je thuis geniet van je kostbare geluidsinstallatie dan zet je daar per slot van rekening ook niet de stofzuiger bij aan, dus waarom zou je in je auto wel het mooie, volle geluid van je dure stereo laten bederven door bandengeruis?

De Mercedes is over de hele linie het dorstigst, maar daar is de automatische versnellingsbak voor een deel debet aan (geen dubbele koppeling, maar een conventionele koppelomvormer). De bak heeft de neiging te blijven plakken in de verschillende versnellingen en zelfs bij handmatig schakelen met de flippers toont de versnellingsbak van de C 220 zijn halsstarrige karakter. Hoe zorgvuldig je de schakelmomenten ook kiest, de Mercedes maakt er af en toe een rommeltje van.


De Mercedes heeft wel 200 cc meer motorinhoud en meer koppel dan de Audi en de BMW. Dat sleept je er wel doorheen wanneer je in de vierde versnelling zit, terwijl je eigenlijk in z’n drie had moeten zitten. De motor van de Mercedes is zonder twijfel het lawaaiigst. Er valt in dat opzicht nog een hoop te leren van de A5 en de 420d. Natuurlijk zijn er krachtige, stille en soepele benzinemotoren leverbaar voor zowel de Audi, de BMW als de Mercedes. Ook in versnellingsbakken is er voldoende keus, inclusief een prachtige achttraps automaat in de BMW, maar gulzigheid wat opties en extra’s betreft, drijft de prijs van deze Duitsers op tot astronomische hoogten. Daar gaat het in deze test nu niet om. Er zijn van deze modellen heel gespierde types leverbaar, zoals de C 63 AMG, de RS5 en over een tijdje ook de M4. Daar verheugen wij ons trouwens best op, maar dat terzijde.

We hebben het al een paar keer over de lijst met opties gehad. Voor auto’s in deze prijsklasse is het van vitaal belang om het uitrustingsniveau rustig en weloverwogen te bepalen. Voor je het weet ben je een kapitaal kwijt aan allerlei op zich misschien heel leuke en nuttige zaken, maar wanneer je niet oppast, bieden die extra’s niet of nauwelijks toegevoegde waarde voor de rijervaring. Let wel: we beweren niet dat je voor de basisversie moet gaan. Sommige opties zijn zeker de moeite waard. Bij Mercedes en BMW betaalt een upgrade in het infotainment-systeem zich dubbel en dwars terug. De Audi A5 met vierwielaandrijving en kleinere lichtmetalen velgen zal waarschijnlijk veel evenwichtiger aanvoelen dan de versie die wij getest hebben. Toch zouden wij ook zo’n versie van de A5 niet verkiezen boven de andere twee, ook al vinden we het ontwerp ervan best fraai, ondanks de soberheid en het weinige onderscheid met andere Audi-modellen. Voor ons is het een keuze tussen de Mercedes en de BMW, waarbij die laatste ook moet uitkijken niet aan het Audi-virus te gaan lijden als het gaat om onderscheid met andere BMW-modellen. Goed. De C 220 Coupé is een fantastische auto en zou je op dit moment je jas al aantrekken om naar de dealer te hollen, dan houden wij je zeker niet tegen.

In sommige opzichten komt de nieuwe BMW 4-serie misschien wat ingetogen over. Zeker in de door ons gereden uitvoering. Maar besteed 1.600 euro aan de Sport Line-versie en je krijgt een heel andere indruk.

Wat prestaties en rijgedrag betreft steekt de 4-serie met kop en schouders boven veel concurrenten uit. Weinig andere auto’s in deze prijsklasse kunnen de rijeigenschappen van de 4-serie Coupé evenaren. Mocht je wat sip gaan kijken bij het vooruitzicht van een doorsnee 2,0-liter diesel, dan word je vanzelf blij bij de aanblik van de naald van de brandstofmeter. Die weigert namelijk hardnekkig om van zijn plaats te komen.


Audi A5 2.0 TDI



Prijs: vanaf € 45.850 (NL) / € 38.170 (BE) 

Motor: 1.968 cc, viercilinder turbodiesel, 177 pk @ 4.200 tpm, 380 Nm @ 1.750/2.500 tpm

Aandrijving: 6 versnellingen handgeschakeld, voorwielaandrijving

Prestaties: 0-100 km/u in 8,2 s, top 230 km/u

Verbruik (gemiddeld): 1 op 21,7

CO2: 120 g/km

Gewicht: 1.545 kg

 



BMW 420d



Prijs: vanaf € 46.950 (NL) / € 39.150 (BE)

Motor: 1.995 cc, viercilinder turbodiesel, 184 pk @ 4.000 tpm, 380 Nm @ 1.750/2.750 tpm

Aandrijving: 6 versnellingen handgeschakeld, achterwielaandrijving

Prestaties: 0-100 km/u in 7,5 s, top 240 km/u 

Verbruik (gemiddeld): 1 op 21

CO2: 125 g/km

Gewicht: 1.525 kg

 



Mercedes-Benz C 220 CDI Coupé



Prijs: vanaf € 46.277 (NL) / € 38.478 (BE) 

Motor: 2.143 cc, viercilinder turbodiesel, 170 pk @ 3.000 tpm, 400 Nm @ 1.400/2.800 tpm

Aandrijving: 7 versnellingen automaat, achterwielaandrijving 

Prestaties: 0-100 km/u in 8,4 s, top 232 km/u

Verbruik (gemiddeld): 1 op 20,8

CO2: 128 g/km 

Gewicht: 1.615 kg

Reacties