Is dit hoe auto’s in de jaren tachtig waren? We hebben geen idee – ons geheugen is niet al te best en sommigen van ons bestonden toen nog niet eens – maar we weigeren te geloven dat remmen destijds zo slecht werkten. Hoe heeft iemand dat tijdperk anders intact kunnen overleven? De XR2 zou normaal gesproken toch een setje remmen moeten hebben achter die vergietachtige velgen, zou je denken.
Of in elk geval hopen, terwijl je het middelste pedaal door de bodem heen probeert te trappen in de hoop een zondagsrijder te kunnen ontwijken die het nodig vindt om op de middelste baan van de snelweg op z’n (wel goed werkende) rem te gaan staan. De uitwijkmanoeuvre is succesvol. Na de zondagsrijder stilletjes voor boze dingen te hebben uitgemaakt, is het tijd om ons op de auto te concentreren en aan onze Beknopte Geschiedenis van Snelle Fiesta’s te beginnen.
Dit is geen eerste generatie XR2. Ford Engeland heeft daarvan geen exemplaar in hun Heritage Collection, hoewel ze een heel groot, zij het onopvallend – en niet echt waterdicht – pakhuis vol auto’s hebben in Dagenham, net buiten Londen. Wel herbergen ze daar twee exemplaren van deze tweede generatie.
Dat is een prestatie op zich; want net als met de Peugeot 205 GTI, de Volkswagen Golf I GTI, de Renault 5 Turbo en zo verder, is het een hele opgaaf om XR2’s te vinden die niet hopeloos zijn gemodificeerd, gestolen of gecrasht (of alle drie die dingen). En de exemplaren die nog min of meer ongehavend rondrijden, kosten goud geld. Relatief gesproken, althans. De eerste XR2 was een leuke kleine auto.
Beter dan de vorige
Mooi ook, in elk geval ten opzichte van de tweede generatie; en van alle andere Fiesta’s die in de twintig jaar na ’m op de markt zouden komen. Ook was hij, zeker in vergelijking met moderne auto’s, opvallend langzaam. Hij haalde net de 160 km/u, dat wel – dankzij een doorontwikkeling van de Ford 1,6-liter ‘Kent’ viercilindermotor met carburateur die ’m een woeste 84 pk en 125 Nm gaf.
De 0-100-tijd van de Ford Fiesta XR2
Ford claimde dat hij van 0 naar 100 km/u ging in zo’n 9,5 seconden, mede dankzij zijn gewicht van minder dan 800 kilo. Omgerekend naar huidig geld kostte hij maar net iets minder dan wat een vlotte Fiesta nu kost. Na een paar jaar in de showroom evolueerde dat leuke ding tot dit: de tweede XR2. Nog steeds met carburateur, al had deze generatie wel iets meer vermogen dan z’n voorganger. En hij had een vijfbak, waar de eerste het nog moest doen met vier versnellingen. Omdat ie echter 50 kilo meer woog, vast door al dat sierplastic, was hij niet echt sneller. In 1989 blies hij de aftocht.
Vergeleken bij z’n leeftijdsgenoten is de tijd de XR2 minder goedgezind geweest. Waar de Golf GTI en de 205 GTI steeds meer waard zijn geworden en met regelmaat worden geprezen als de beste hete hatchbacks aller tijden, is de Fiesta nooit een geweldige investering geweest en hoor je nog maar zelden iemand over ’m. Hij heeft dan ook niet dezelfde bouwkwaliteit als de Golf, rijdt niet met dezelfde flair als de Peugeot en z’n imago is – op z’n vriendelijkst gezegd – toch wat dubieus. Maar dat wil allemaal niet zeggen dat hij niet op zijn eigen manier vermakelijk is.
Net als de vorige Mercedes G 63 of een Abarth 500 is het geen auto die objectief beschouwd nou zo briljant is om te rijden, maar desondanks tovert hij een grijns op je gezicht als je de moeite neemt om ’m stevig aan te pakken. Ben je eenmaal gewend aan de makkes van een oude auto – dat goeddeels decoratieve rempedaal, het ontbreken van stuurbekrachtiging, die iele a-stijlen en het piepschuimen dashboard, om er eens een paar te noemen – dan rij je gewoon in iets dat vrolijk en blij is; en daar kun je ook prima van genieten.
De opvolger van de XR2: de XR2
Helaas kan hetzelfde niet worden gezegd van de opvolger van de XR2, de, eh, XR2. De derde generatie kreeg brandstofinjectie en verscheen in 1989 als XR2i. Mensen waren er best dol op, maar ons ontgaat eigenlijk waarom. De 205 GTI was nog steeds sneller, leuker, beschaafder en had geen last van het gruizige imago van Ford. Waar de pittige XR2 uit de jaren tachtig zijn gebrekkige rijeigenschappen nog compenseerde met charme, lukte dat de derde generatie uit de vroege jaren negentig niet.
Geen sportieve Ford Fiesta’s meer
Hij was, eerlijk gezegd, een stuk rommel. Recensies en rijtests van destijds bekritiseerden de besturing, het onderstel en de motor. Het werd allemaal nog erger toen de onberekenbare RS Turbo in 1990 verscheen, al werd die na een paar jaar vervangen door de 1,8-liter, door Zetec gemotoriseerde RS1800. Hoewel dat een aanzienlijk betere auto was, ging ook die niet de geschiedenis in als een grootse Snelle Ford.
Wellicht daarom besloot het merk dan maar eens een poosje geen al te sportieve Fiesta’s meer te bouwen, nadat het in 1997 stopte met de derde generatie. In plaats van met een XR-versie van de vierde of vijfde generatie te komen, werd het platform onder een knappe tweedeurs coupé gezet en kreeg de auto een nieuwe naam: de Puma. Er waren nog wel redelijk snelle Fiesta’s in die tijd, maar het was de Puma die het zware werk op moest knappen, en dat deed hij goed. Tegenwoordig koop je een Puma voor een paar kwartjes en een Twix. Doe dat vooral, want ze zijn briljant.
De eerste ST
Het was 2005 toen de eerste Fiesta ST verscheen. Überhaupt de eerste ST, om precies te zijn. Dat was de eerste auto van Team RS – de Ford-divisie die later ook de Focus ST en RS zou bouwen – en tevens meteen een van de laatste natuurlijk ademende hete hatches. De eerste Fiesta ST was goed genoeg, al was hij nou ook weer niet geweldig. Kijk, net als bij de eerste en tweede generatie XR2’s van al die jaren eerder was het grootste probleem van de zesde generatie Fiesta z’n concurrentie.
Dit keer waren het niet VW en Peugeot die het feestje van Ford verpestten, maar Renault met de Clio RS. Die was niet zo mooi of begeerlijk als de Ford, maar reed wel aanzienlijk beter. En omdat Ford op het onderstel van de ST vertrouwde om de mensen voor ’m te winnen, in plaats van op vermogen, was het feit dat de Clio beter reed wel enigszins een afgang. En toen bevonden we ons dus al dik in de jaren nul en diende Ford nog altijd op de proppen te komen met een echt goede, snelle Fiesta. Maar geen zorgen: de ommezwaai was aanstaande.
De zesde generatie Ford Fiesta ST kwam in 2013
Eerst zorgde het verscheiden van de zesde generatie wederom voor een groot hiaat in het leven van de vlotte kleine Ford-hatchback. De zevende generatie Fiesta verscheen weliswaar in 2008, maar de ST kwam pas vijf jaar later, in 2013. En die was super. We riepen ’m meteen uit tot onze Auto van het Jaar. Iedereen rende de deur uit en kocht er een. De redenen voor dat succes waren veelvoudig. Ten eerste was hij oprecht geniaal: een betere auto dan al zijn rivalen.
Was het tot op dat moment zo geweest dat wanneer Ford kwam met een behoorlijke hete hatch, de concurrentie allang een veel betere had uitgebracht: nu was de situatie ineens andersom. De Clio RS had z’n eigen problemen, de VW Polo was saai, en hoewel hij geweldig was, was de versie van de Peugeot 208 GTi die je echt wilde veel en veel duurder. Want dat was het ook nog eens: niet alleen was de ST beter dan al z’n concurrenten, hij was ook nog eens goedkoper.
De ST was de auto die precies zo goed was als de som van zijn delen, want die delen waren allemaal heel erg goed. Sterke motor, prima transmissie, dat toch al lekkere onderstel van de reguliere Fiesta – het was moeilijker geweest voor Ford om het verkeerd te doen dan om het heel, heel erg goed te doen. Afgezet tegen moderne sportwagens was die ST briljant in z’n eenvoud.
Een 1,6-liter turbomotor, geen verschillende standen voor de ophanging of gasrespons, een handgeschakelde zesbak (en niet eens een optie voor een automaat), voorwielaangedreven, geen ingewikkelde nep-uitlaat, en zo meer, en zo verder. De eenvoud deed het ’m. Dus toen Ford aankondigde dat de nieuwe ST drie rij-modi zou krijgen, een slimme driecilinder en van alles en nog wat, wreven we ons niet meteen in de handen, maar duimden we dat de opvolger van de hete-hatchkoning de naam Fiesta ST waardig zou zijn. En dat is ie: De nieuwe Ford Fiesta ST is onze Hete hatch van het Jaar 2018 en Auto van het Jaar 2018.
Reacties