Hij mag eruitzien als een voorzichtig aangepaste klassieker, maar onder de glimmende carrosserie van deze Mercedes Bent gaat een groot, diep geheim schuil.
 
Californië mag dan het thuis zijn van de menselijke cosmetische chirurgie, het is al evenzeer de moeite om te onthouden dat het ‘s werelds epicentrum is van de automobiele plastic- en metaalchirurgie.
 
Het verhaal dat je nu begint te lezen, zou nergens anders zijn oorsprong hebben kunnen vinden dan in het land dat de Verenigde Staten heet, en meer in het bijzonder nergens anders dan in een van die staten, te weten Californië. De mix van grote potten geld, een open geest, een liefde voor custom cars, en de opeenhoping van zeer gekwalificeerde custom-car-bouwers bestaat namelijk simpelweg nergens anders op onze planeet (althans niet op deze schaal). In dit zogenaamde automobiele halfrond bestaat er geen woord voor ‘onmogelijk’, er bestaat op z’n best een woord voor ‘onwaarschijnlijk’.
 
Om precies die reden vindt men het in dit land, in deze staat, altijd de moeite waard om een normale auto een tweede kans te geven – de kans op een metamorfose, want je weet maar nooit wat voor interessante automobiele geheimen er onder het grauwe plaatstaal schuilen. Of, in het geval van deze bekend uitziende maar buitengewoon afwijkende Mercedes 190 SL uit 1961, niet één geheim, maar een hele bankkluis vol met geheimen.
 
Toen we ‘m vorig jaar zagen staan in een standje op het Sema-tuningfeest, zei ons gevoel dat er iets niet helemaal klopte. Er waren gewoon wat dingetjes die eraan misten. Dat blok aluminium uit een stuk waar de grille van was gemaakt, met die wat al te grote driepuntige ster was het eerste dat ons opviel. Die brede, in de kleur van de carrosserie gespoten wielen die netjes maar krapjes binnen de wielkasten waren geperst, was het tweede. De derde, en laatste clou – voordat we begrepen dat we echt nader onderzoek moesten instellen – was het embleem op de motorkap. Het ziet eruit als een echt Mercedes-onderdeel, tot je dichtbij komt. Als je dat doet, weet de bouwer van de auto, Randy Clark, dat zijn uitgelezen practical joke op vier wielen heeft gewerkt. Op het ogenschijnlijk authentieke embleempje staat ‘Mercedes Bent’.
 
Als de eigenaar van de – nogal bescheiden betitelde – Hot Rods and Custom Stuff-tuningzaak (HR & CS) in Escondido, Californië, heeft Randy een goedlopende winkel. Hij bouwt de fantasie-musclecars en Ford-hotrods uit 1932 waarvan vele, vele gelukzoekers hun hele leven hebben gedroomd en waarvoor ze hun halve leven hebben gespaard. En dan hebben we het niet over ouwe auto’s die een nieuw likkie verf krijgen en een paar extra woest glimmende velgen. Met het verstrijken der jaren is Randy steeds harder gaan ingrijpen – de glimmende Camaro’s, Chevelle’s en Mustangs die nu uit zijn grote maar onaanzienlijke werkplaats rollen, dragen veelal alleen nog de originele badge op hun motorkap als ze eenmaal klaar zijn. Motoren van een ton aan euro’s zijn heel gewoontjes; de norm voor zijn auto’s is luchtvering en compleet nieuw plaatwerk – dat samen zo’n anderhalve ton kost. Je zou Randy een tuner kunnen noemen die ‘het hogere marktsegment’ bedient.
 
Maar de Mercedes Bent gaat nog een stuk verder. De musclecars van Randy mogen er schitterend uitzien, met hun dikke wielkasten en hun gave flanken, als je de Bent ziet met z’n buitengewone lijnen en z’n prachtige afwerking, vind je de musclecars ineens een soort speelgoedautootjes. Stel je een ouderwetse smid voor die ineens tevoorschijn komt met een ontwerp en met het talent om een verfijnde, delicate met diamanten ingelegde platina ring te maken, dan krijg je het idee hoe onwaarschijnlijk het is om de Bent geparkeerd te zien staan in Randy’s werkplaats tussen al die Amerikaanse bruten. Het ziet eruit als Prinses Maxima die in haar nachtjapon bij een praatpaal langs de snelweg staat.
 
‘Op het ene moment zoef je over de weg met tussen duim en wijsvinger het flinterdunne stuur, op het volgende moment slaat dit kunstwerk van 600.000 euro met je aan het driften’
 
Als de droomauto van Richard Mott begon de Bent z’n leven een maand of achttien geleden niet als één, maar als twee auto’s: een 190 SL uit 1961 die zonder een goed baasje in een schuur in Arizona stond, en een SL 600 uit 2004 met maar 17.000 km op de teller en een krasje in de lak. Als je erg recht in de leer bent, haal dan even diep adem voor we verder gaan. Nu krijgen we namelijk het gedeelte waarin we je gaan vertellen dat er een volledige lichaamstransplantatie heeft plaatsgevonden, en niet zo maar een transplantatie van een paar organen.
 
Toen de 600 en de 190 helemaal uit elkaar waren geschroefd, bleek na opmetingen dat de carrosserie van de 190 veel te klein was om op het chassis van de 600 te passen, zowel in de breedte, als in de hoogte, als in de lengte.
 
Normaal zou zoiets het einde van een project als dit betekenen, maar niet bij Randy. Daar sneden ze het staal van de 190 kalmpjes in ongeveer een miljoen stukjes. Eerst sneden ze de carrosserie dwars doormidden – en zetten er vijftien centimeter in de breedte tussen. Toen sneden ze het in de lengte in vijf stukken – waardoor het 23 cm langer kon worden. En daarna sneden ze het horizontaal door, om er drie cm aan toe te kunnen voegen. Dat mag gecompliceerd klinken, maar dat was het eenvoudige deel van het werk. Logischerwijs volgde daarna het lastige deel. Alles moest weer aan elkaar worden geplakt waarbij de proporties van het geheel dienden te blijven kloppen. Daartoe moesten geheel nieuwe deuren, een nieuwe motorkap, een nieuwe voorruit, nieuwe bumpers en lampen worden gemaakt. Alles dus, eigenlijk.
 
De werkplaats van Randy werd daarbij geholpen door de aanwezigheid van een paar van de beste conceptcar-bouwers ter wereld, maar toch was het geen eenvoudig karweitje.
De 20-inch stalen wielen zijn wellicht het enige detail dat een beetje detoneert, maar ze moesten die maat wel hebben omdat er plaats moest zijn voor de grote remschijven van de 600. De XXXL-maat grille is echt een meesterwerk.
 
Dat ding startte zijn leven als een stuk aluminium van 281 kilo en rolde dagen later uit de – inmiddels vermoeide – CNC-draaimachine als het 9 kg zware beeldhouwwerk dat je op deze foto’s ziet. Al het andere, van de deurhendels tot de raamstijlen en de bijpassende leren bagage in de bak, is simpelweg perfect. Evenals het rood leren interieur. En ondanks dat de stoelen en de veiligheidsgordels uit de SL 600 moesten worden overgezet (en veel meer – 60 procent van de uiteindelijke auto komt van de SL 600), heeft de auto toch een fantastisch klassiek aanvoelend interieur, vooral ook door het stuur, dat zo dun is als een balpen.
 
Klassiek geldt niet voor de prestaties van de Bent. Omdat het toch een tuner blijft, heeft HR & CS niet gewoonweg de standaard SL 600’s V12 in de Bent gelepeld, ze hebben er zo veel mogelijk technische foefjes en snufjes aan toegevoegd als ze maar konden. Het resultaat is een 190 SL met ruim 650 pk – meer dan zes keer zoveel vermogen als de standaard 190 SL uit 1961 – en een koppel van 1.016 Nm.
 
Die getallen zorgen voor een uiterst bizar – en lollig – weggedrag. Op het ene moment zoef je over de weg met tussen duim en wijsvinger het flinterdunne stuur, op het volgende moment, zonder daar hard voor te hoeven werken, slaat dit kunstwerk van 600.000 euro vrolijk met je aan het driften. Het is fantastisch: de stoerste klassieke auto ter wereld met de prestaties van een Porsche 911 Turbo.
 

Op het moment van schrijven is de Bent die je hier ziet de enig bestaande Bent ter wereld, maar er bestaan plannen om er nog vier te gaan bouwen. Zelfs met dat enorme prijskaartje zijn we er zeker van dat er nog vier mensen op aarde rondlopen voor wie dit hun droomauto zal zijn, en wier dromen dus werkelijkheid zullen worden. Zeker hier, in Californië.

Reacties