Porsche begint de nieuwe 911-serie aardig uit te rollen. De ‘gewone’ was eerst aan de beurt, nu komen de vierwielaangedreven versies.
Elk merk is gebaat bij fans. In sommige gevallen kun je je echter afvragen of die fans een lust of een last zijn. Het sterkste voorbeeld is Porsche. De puristen, de aficionado’s, de Ware Gelovigen, zij die het nooit over een 911 hebben maar over een 993, 996 of andere modelcodering, zij die alles wat niet hoogstpersoonlijk door Ome Ferdi in elkaar gepopnageld is eigenlijk maar minnetjes vinden, zij die zo vooruitstrevend zijn dat ze de 911 van twee modellen terug verketterden omdat zijn koplampen niet volkomen rond waren – we vinden het hoogst vermoeiend volk. Individueel best te pruimen, maar zet ze bij elkaar en jij, als niet-Porsche-ouderling, bent meteen zo interessant als een makreel op een haringparty.
Er is een uitstekende manier om het hele zooitje onmiddellijk brakend de struiken in te jagen: begin over een Boxster, Cayman of beter nog, Cayenne of Panamera – succes gegarandeerd. Op een goede tweede plaats: snij het onderwerp Carrera 4 aan; een 911 met vierwielaandrijving dus. Walging of minimaal diepgravend misprijzen zal je deel zijn. Want jij mag dan denken dat vierwielaandrijving en dus extra grip alleen maar goed is, de puristen denken daar natuurlijk heel anders over. Die zijn opgegroeid met een auto die zo’n dramatische gewichtsverdeling had dat hij in elke bocht probeerde zijn bestuurder zo snel en onverwacht mogelijk om het leven te brengen. En dus is elke auto die je enigszins veilig vervoert, ‘voor mietjes’. Laat staan een Porsche die dat doet… En dat Ferdinand Porsche vierwielaandrijving al in 1900 toepaste – dat houden we maar voor onszelf.
Maar wij laten de moraalridders dus lekker voor wat ze zijn en concentreren ons op de heerlijkheden die voor ons staan. Een hele rij 911’s, coupés en cabrio’s, Carrera 4 én Carrera 4S. Puur snoepgoed. Het is aangenaam weer, dus die rode Carrera 4 Cabrio, die is eerst maar eens voor ons. De vierwielaangedreven 911 is redelijk eenvoudig herkenbaar, ook als er geen typeplaatjes op zitten; hij heeft een smalle zwarte streep onder de portieren en de achterlichtunits zijn met elkaar verbonden door een smal lichtpaneel waarin ook de achteruitrijlichten en de parkeerlichten zitten. Verder is de achterkant sowieso al breder, omdat de wielkasten nog iets verder uitgeklopt zijn. Aan de binnenkant zie je niets, behalve dat je in het rechter display van de meters een schermpje kunt oproepen dat laat zien hoe het motorvermogen op dat moment tussen de voor- en achterwielen verdeeld wordt. Dat gebeurt via een aantal elektronische systemen, met name Porsche Traction Management (PTM) en PSM, waarbij de S uiteraard voor Stability staat. Anders gezegd: alles gaat volkomen automatisch, je hebt er geen omkijken naar.
Het is haast onbehoorlijk hoe veel grip deze 911 heeft. Hoe hard je hem ook bochten in smijt, hoe brutaal je daar vervolgens weer uit wilt accelereren – geen krimp. Het is zelfs nog een hele kluif om de banden aan het piepen te krijgen. De besturing, de remmen, het onderstel: het is allemaal van een perfectie die op het griezelige af is. De 3,4-liter zescilinder boxermotor is exact zoals je het van een 911 gewend bent: vriendelijk bij lage toeren, maar altijd bereid er een paar schepjes bovenop te mikken. En als je dat doet, brult en knettert de Carrera 4 er als een boze ijsbeer op los. Je kunt, en dat is voor maximaal plezier zo goed als verplicht, een sportuitlaat bestellen die je met een knopje op de middentunnel kunt activeren. De extra herrie die dat oplevert bij accelereren is al leuk, maar het machinegeweervuur dat hij laat horen als je je gaspedaal loslaat, is al helemaal episch. Het is de ultieme vernedering van de voorligger: met goed veel toeren en alle 350 paarden aan het werk inhalen, weer naar de rechterbaan en dan dat rechterpedaal loslaten: brattatatatata! Hoe dúrf je ook voor een 911 te rijden.
'Beetje flaneren, hardcore circuitrijden – dit is een sportwagen die werkelijk alles kan'
Het enige probleem, voor zover je daarvan kunt spreken, is dat de Carrera 4 zó goed is, dat je vaak, met name bij versnellingen, het idee hebt dat er nog wel meer in zit. Dat 350 pk eigenlijk best 400 pk had mogen zijn. Tada: enter de Carrera 4S. Precies wat je nodig had. Iets meer motorinhoud (3,8 liter) voor een nog diepere gorgel uit de uitlaten, en 50 pk en 50 Nm extra. Nu blijft er niet of nauwelijks iets te wensen over. Nu verloopt de acceleratie net dat beetje explosiever, met net dat extra beetje venijn dat je het gevoel geeft in iets heel bijzonders te rijden. Zeker in de standen Sport en Sport Plus, waarbij (onder meer) de gaspedaalreactie feller is, de elektronica wat ‘losser’ en de uitmuntende PDK-automaat later op- en eerder terugschakelt, heb je een sportwagen die werkelijk alles kan. Beetje flaneren of hardcore circuitrijden, en dan alles wat zich daar tussenin bevindt. Zijn ware klasse is het feit dat hij bloedsnel is en doodsimpel om bloedsnel te rijden. Waar veel ‘makkelijk’ te rijden snelle auto’s wat saai aanvoelen omdat je nooit een idee hebt van hoe hard het werkelijk gaat, blijft de 911 altijd sensationeel aanvoelen – zeker de 4S. Voeg daarbij de geweldige bouw- en afwerkingskwaliteit, de hoge restwaarde en de uitstekend bekend staande betrouwbaarheid, en je begrijpt dat dit een van de beste sportwagens ter wereld is. Goed, hij is peperduur en je zou kunnen beweren dat Porsche qua design wel érg op zeker speelt. Maar zou jij met zulke fans iets anders durven?
Porsche 911 Carrera 4S Coupé
16/20
Cijfers
0-100 km/u: 4,3 s
Top: 297 km/u
Verbruik: 9,1 l/100 km
Motor: 3.800 cc, zescilinder boxer benzine
Aandrijving: vierwiel
Vermogen: 400 pk
Koppel: 440 Nm
Gewicht: 1.465 kg
CO2: 215 g/km
Prijs
NL € 141.866
BE € 119.342
Vonnis
Was een icoon, blijft een icoon. Ongeëvenaarde wegligging dankzij 4WD, topprestaties, geweldig kwaliteitsniveau, heerlijk geluid – wat wil je nog meer?
Reacties