De styling van een supercar, opklappende koplampen, leren bekleding met iets te veel plooien: dit is de Lotus Esprit Essex.

Esprit – laten we eens rustig over die beroemde naam nadenken. Vooral omdat we hier te maken hebben met een jubileumuitvoering die ‘Essex’ als toevoeging heeft gekregen. Begin jaren '80 kreeg deze vroege Britse supersporter voor het eerst een turbomotor. Wat doe je dan als fabrikant? Dan breng je een speciale uitvoering uit, die ook een afwijkende naam moet krijgen. Dat had van alles kunnen zijn, maar het werd dus de Lotus Esprit Essex.

Die keuze is best verklaarbaar. Lotus wilde een graantje meepikken van de glamour van de Formule 1, en koos voor een link met Essex Petroleum, de sponsor van het Lotus F1-team. Wat mij betreft was Lotus Esprit Petroleum een beter alternatief geweest, maar wie ben ik?

Maar het gaat niet om de naam. Waar het wel om gaat, is dat een fabrikant – Lotus dus – een eigen, zeer geslaagd ontwerp vanwege commerciële motieven finaal om zeep helpt. Werp maar eens een blik in het interieur. Wie heeft in vredesnaam verzonnen dat dit zo ontzettend oranje moest zijn? En zacht gelooid en geplooid leer kan best lekker zitten, maar dan moet het wel iets strakker over de stoelen worden getrokken. In dit geval roept plaatsnemen achter het stuur een sensatie op die ik hier liever niet beschrijf. Toch kun je het slechter treffen als je eenmaal achter het stuur zit.

Als je je blik hebt kunnen afwenden van al die oranje plooien, kijk dan eens naar de radio. Dat is een cassettespeler, die tegen het plafond is aangeschroefd. Alsof je in de cockpit van een vliegtuig zit. Maar in 1980 moet dit iets heel bijzonders zijn geweest, want in mijn herinnering was het in dit hele decennium vooral kommer en kwel. En dan komt Lotus dus met deze opgedirkte super­sportauto. Groter en opvallender dan alles wat je verder ook maar kunt bedenken. En het mooiste van alles, de Esprit is op en top Engels. Dat laat een autoliefhebber als mijzelf natuurlijk niet onberoerd.


De Essex was gebaseerd op de S3, de derde generatie van de Esprit. Het interieur van dit jubileummodel kwam net als de carrosserie uit de koker van Giugiaro. Die had de Esprit niet zomaar een facelift gegeven. De Esprit was al op de markt sinds 1976. We werden er allemaal verliefd op toen James Bond ermee onder water reed, en het presteerde om er een helikopter mee uit de lucht te schieten. Dat is allemaal een hele tijd geleden, en sindsdien is er veel gebeurd.

Dit is dus de eerste Esprit met turbomotor, uitgerust met dry-sump-smering en een nieuw ontwikkeld chassis en dito achterwielophanging. Daarbij oogde de creatie van Giugiaro door de aerodynamische bodykit aanzienlijk groter en agressiever. Ruim dertig jaar na dato klinkt de 2,2-liter viercilinder motor weinig spectaculair. De hele auto voelt heerlijk gedateerd aan. De versnellingsbak komt niet in de buurt van de messcherpe schakelovergangen waarop je wellicht had gehoopt. Het afzichtelijke interieur kraakt in al z’n voegen, met schakelaars die duidelijk uit een andere, veel burgerlijker auto zijn overgenomen. Na een minuut of vijf in deze cocon van zacht oranje leer heb je het idee dat je zit opgesloten in het scrotum van een olifant.

'De speciale uitvoering moest een afwijkende naam krijgen. Dat had van alles kunnen zijn, maar het werd dus de Lotus Esprit Essex'

Heb ik nog meer te zeuren? Deze Esprit produceert genoeg snelheid om je mee te kunnen vermaken, maar bloedsnel is ie bepaald niet. Hij beschikt over een weinig indrukwekkende 210 pk, waarmee je in zo’n zes seconden de sprint tot 100 km/u aflegt. Bij 250 km/u is de rek eruit.

Dat is allemaal niet zo spectaculair, maar als je het mij vraagt, is dit toch een onvervalste supersportauto – compleet met wigvorm en opklappende koplampen. Zelfs in deze buitenissige kleurstelling ziet ie er geweldig uit. Daarbij is de Esprit in de beste Lotus-traditie lekker licht, en kun je het aanwezige vermogen maximaal benutten. Met de historie zit het goed: de Esprit was in totaal gedurende 28 jaar op de markt. Natuurlijk zijn er betere auto’s, die mooier, sneller en innovatiever zijn. De Esprit heeft z’n plaatsje in de geschiedenisboeken van de auto-industrie echter volledig verdiend. Wie zo gelukkig is dat hij er eentje bezit, wat voor exemplaar dan ook, die heeft een heuse legende in huis.


Lotus Esprit Essex



Productie: 1980

Motor: 2,2 liter, viercilinder turbo

Vermogen: 210 pk

Acceleratie: 0-100 km/u in 6,1 seconden

Topsnelheid: 250 km/u

Gewicht: 1.220 kg

Reacties

Meer van TopGear