Autotest: Seat Exeo 2.0 TSI Sport

Op de persconferentie werd met geen woord gerept over de Audi A4. Terwijl-ie dat wel bijna is. Maar is dat nou zo erg?

 

We kunnen ons in de gauwigheid maar een eerder voorbeeld bedenken van een automodel dat voorheen een oudje van een ander was: de Daewoo Nexia. Dat was een Koreaanse Opel Kadett toen Opel zelf allang de Astra leverde. Als je in zo’n Nexia reed, was je natuurlijk een stumper want dat gaf aan dat je én geen verstand van auto’s had, en niet het geld voor iets eenvoudigs als een Astra. Gelukkig loop je dat risico met een Exeo niet.

 

Natuurlijk, het is gewoon een oude A4 met een Seat-saus die niet eens per se fraaier is dan die oude A4, maar Seat heeft veel meer premium uitstraling dan een mislukte Koreaan. En een A4 mag dan inmiddels de Kadett in het middensegment van leaseland zijn, zo’n Audi is nooit verkeerd. Ben je van plan een Exeo te gaan rijden, en daar zijn zeker wat argumenten voor te vinden, dan hoef je je nergens voor te schamen.

 

Seat heeft de vorige A4 een compleet nieuwe neus gegeven, de kont aangepast (die zo clean is dat-ie haast lijkt op die van een Daewoo Nexia – of zou dat altijd zo zijn als je een make-over van achteren ziet?) en het interieur de Seat-looks meegegeven. Trots zijn ze ook op aanpassingen aan het onderstel, de vering en de remmen, met hier en daar geleende spulletjes uit de sportieve Audi A4 (S4) en Audi’s midsize limo, de A6. Dat moet jou als potentiële koper natuurlijk over de streep trekken: als de Exeo naast zo’n premium ontwerp ook van die premium onderdelen heeft, dan moet hij wel top zijn.

 

Wel, de Exeo is verre van slecht, hij is gewoon goed als je z’n prijs in aanmerking neemt, maar onze verwachting dat hij in het geheel beter zou zijn dan de vorige Audi A4 blijkt niet het geval. Dat had toch gewoon gekund? Hij rijdt strakker – de Spanjaarden hebben het onderstel aangepast en ‘m meer comfort getracht mee te geven, en dat is bijzonder goed gelukt. Maar hij voelt echt niet zo degelijk en deugdelijk aan, zoals die vorige A4. De gebruikte materialen zijn een tikje minder, zo lijkt het – al zijn we misschien al weer te zeer gewend aan de nieuwe A4, en hij voelt simpelweg niet zo Audi-premium aan. Maar laten we wel wezen, hij kost ook niet wat een A4 kostte – dus ons inziens moet je daar niet al te kritisch naar kijken.

 

Minder premium dan een A4 dus. Moet je de Exeo dan maar niet kopen? Kijk, als je een nieuwe A4 kunt kopen of van je baas mag leasen, moet je dat gewoon doen. Maar als jij of je baas het in deze minder florissante tijden financieel wat rustiger aan willen doen, is de Exeo een goedkoper en goed alternatief voor de beste jongetjes uit de klas. De instapper kost nog geen 23.995 euro en al heb je daar maar een een-punt-zesje voor, dat mag je gerust goedkoop noemen gezien het gebodene. Tel daar bij op dat wij graag een stationcar voor onze caravan hangen – zoals de oude A4 Avant – en je kunt heel voordelig shoppen bij Seat.

 

Nadeel van de Exeo, en dat zal met de stationcaruitvoering genaamd ST ook zo zijn, is dat de oude A4 binnenin niet bepaald uitblonk in ruimte. De Exeo biedt niet wat de Mondeo, Passat of Laguna bieden qua binnenruimte. Dat kan een nadeel zijn. Maar de Exeo oogt ook kleiner en compacter dan deze concurrenten, dus de vraag is of je ‘m wel met die auto’s moet vergelijken.

 

Met de motorkeuze kom je in ieder geval prima weg als je kijkt naar de varianten: drie benzine-uitvoeringen van respectievelijk 102 pk (1.6), 150 pk (1.8 T) en 200 pk (2.0 TSI). Daarnaast heb je ook keuze uit drie tweeliter TDI diesels met 120, 143 of 170 pk. Gezien het vermogen van de twee topversies kun je met recht spreken van sportieve aspiraties bij de Exeo.

 

Wij reden de 200-pk sterke 2.0 TSI en die heeft zelfs zoveel vermogen dat hij moeite heeft om met z’n voorwielen contact te houden met de weg als je flink wegscheurt vanuit stilstand. Het voelt wat bokkig en onprettig, daar kan Seat nog wat aan veranderen, maar ondanks dat haal je wel 100 km/u in 7,3 seconden. Eenmaal aan het rollen, beschik je natuurlijk over genoeg vermogen om vlot door het verkeer te laveren, snelle inhaalacties te plegen en in mum van tijd hoogst illegale snelheden te bereiken. Bij 241 km/u vindt deze uitvoering het welletjes. Voor veel rijplezier raden we je dan ook aan deze versie te nemen; met een paar mooie lichtmetalen velgen rijd je in een fraaie verschijning.

 

Kies je voor de meest aangeklede versie, de Exeo Sport, dan krijg je standaard 17-inch lichtmetaal, een sportinterieur dat er goed uitziet, en een sportonderstel. Daar moet je van houden, wij vonden het te hard toen we er wat Spaanse wegen mee slechtten. Wellicht dat je met de Style-uitvoering een betere keuze maakt: alle snufjes en glimmers die je wilt en vriendelijk afgeveerd zonder aan sportiviteit in te boeten.

 

Een ding staat voor ons vast: Seats reputatie als het gaat om kwaliteit tezamen met het aansprekende ontwerp en de bijzonder gunstige prijsstelling gaan er voor zorgen dat de Exeo op de leasemarkt hoge ogen gaat gooien.