In het terrein bewijst de Land Cruiser zijn bestaansrecht, maar op verharde wegen heeft-ie niks te zoeken. Laten we met de deur in huis vallen: woon je in een verlaten oord waar een asfaltweg zeldzaam is of waar de regen in meters wordt gerapporteerd, dan is de Toyota Land…
In het terrein bewijst de Land Cruiser zijn bestaansrecht, maar op verharde wegen heeft-ie niks te zoeken.
Laten we met de deur in huis vallen: woon je in een verlaten oord waar een asfaltweg zeldzaam is of waar de regen in meters wordt gerapporteerd, dan is de Toyota Land Cruiser een aanrader.
Hoewel we in Nederland en België her en der nog zandpaden hebben en regen en sneeuw het verkeer danig in de war kunnen schoppen, is dit niet de biotoop van de Land Cruiser. Maar de machtige 4×4 is te koop in 188 landen wereldwijd en in het overgrote deel daarvan kan het de kopers niets schelen hoe hij presteert op de verharde weg. Toyota ont-SUV’te de Land Cruiser dus en maakte er weer een onvervalste terreinauto van.
De eerste aanwijzing daarvoor is de traditionele constructie van een los chassis met daarop de carrosserie. Dat voldoet perfect in een modderige omgeving. Ook de lengte duidt op terreinvaardigheid. Noch de wielbasis, noch de overhang achter groeide ten opzichte van de voorganger. Dat is een zeldzaamheid dezer dagen, waarin groei gebruikelijk is bij modelwisselingen. Een langere auto gaat echter lastiger over heuvels en zal ook moeite hebben met dalen.
Waar bij off-road de term ‘baggerbak’ een compliment is, is het een teleurstellende constatering op de verharde weg. Helaas kunnen we er niets anders van maken. De Land Cruiser heeft een drieliter, viercilinder-diesel met 173 pk en 410 Nm. Redelijk imposante cijfers, maar in een auto van 2,5 ton is het toch niet krachtig genoeg. Ben je eenmaal op snelheid, dan gaat het prima, maar inhalen is een waagstuk. De Land Rover Discovery met de eveneens drieliter grote TDV6 weegt ongeveer hetzelfde, maar biedt 241 pk en 600 Nm. Toelichting overbodig. Ook is het Toyota-blok lang niet zo verfijnd als de Britse machine. Je hoeft maar tegen het gaspedaal te blazen en een geratel van jewelste laat merken dat er gewerkt moet worden. Dat is niet meer van deze tijd.
Het ladderchassis helpt ook al niet mee om het oergevoel in de Land Cruiser te verbloemen. Zelfs de luxe versie met luchtvering biedt onvoldoende comfort. Je kunt kiezen uit drie veerinstellingen, maar het verschil ertussen is moeilijk te definiëren. In ieder geval zijn ze geen van drieën comfortabel. Op een hobbelige weg schudt de Land Cruiser aan alle kanten en weet geen oneffenheid glad te strijken. In vergelijking hiermee is de Discovery een vliegend tapijt.
Het gevoel met de auto ontbreekt. Natuurlijk hoef je van een terreinwagen geen messcherpe wegligging te verwachten zodat je je helemaal kunt laten gaan, maar dit weggedrag is wel erg afstandelijk.
In het terrein ontpopt zich een heel andere auto. Voor je het weet ben je één met de Land Cruiser en voel je precies aan waar-ie naartoe gaat. Dat houdt je goed bij de les. Een lichte slip naar links in de modder? Je merkt het meteen en kunt corrigeren. Je reageert heel intuïtief. Dit is de plek waar de Land Cruiser in z’n sas is.
De motor komt hier ook goed uit de verf. Het koppel is al bij een laag toerental beschikbaar en stelt je in staat langzaam vooruit te rollen en de auto door lastige situaties te loodsen. Het karakter van de motor en de versnellingsbak zijn op elke situatie af te stemmen. Het heet Multi-Terrain Select. Er is keuze uit een programma voor modder en zand, gravel, sneeuw en rotsbodem. Daarnaast is er een kruipmodus met vijf verschillende snelheidsinstellingen. Hiermee klauter je over de rotsen of daal je voorzichtig een helling af. Centraal én achter geplaatste sperdifferentiëlen zijn standaard. Vier camera’s aan de buitenzijde zorgen voor goed zicht rondom. Je hoeft dan niet de auto uit om de situatie in te schatten als je denkt dat je bijna gaat verdrinken in de modder.
De bedieningsknoppen zitten her en der. Op het stuur, achter het stuur en een batterij onderin de middenconsole. Wat dat aangaat is de Discovery veel overzichtelijker, en ook de rest van het Disco-interieur is beter voor elkaar. De Toyota heeft zeven zitplaatsen. De achterste twee zijn opvallend genoeg helemaal elektrisch bediend. In- en uitklappen, zelfs het instellen van de hoofdsteunen: alles gaat met een druk op de knop. Een paar volwassenen kunnen er redelijk zitten maar de bagageruimte is dan wel klein.
Ga je uit van de rijeigenschappen die horen bij de taak waarvoor hij ontworpen is, dan is het de beste auto die we het afgelopen jaar hebben gereden. Maar er is een probleem en dat heet Discovery. In Nederland en België, waar je op elke straathoek een garage vindt, is de Land Rover gewoon een logischer keuze. De Discovery ziet er beter uit, al is dat een kwestie van smaak. De Land Cruiser heeft altijd al een tikje old school-Japans ontwerp in zich gehad en dat zit er bij dit nieuwe model nog steeds in. In Europa zijn we daar in het algemeen geen fan van.
Er is echter een hele grote maar. Je kunt ‘m hier wel kopen, maar eigenlijk zal het Toyota een worst zijn of we de Land Cruiser mooi vinden. Wereldwijd bezien kijken potentiële klanten daar helemaal niet naar. Die willen een auto waarmee ze over elk soort terrein van A naar B kunnen komen en dat met de hoogst mogelijke betrouwbaarheid. Of je nu in Afghanistan woont, een vaag Afrikaans dwergstaatje of in Siberië; de Land Cruiser is er voor gemaakt. Hij is er niet om mee te showen, iets dat we hier in Europa wel belangrijk schijnen te vinden, hij is er voor gemaakt te doen wat-ie moet doen. En daarin is de Land Cruiser, samen met een icoon als de Land Rover Defender, onovertroffen. Tot nu toe. We denken zelfs dat dat voorlopig ook wel zo zal blijven.
Reacties