Dit is geen verkeer, dit is oorlog. Een conflict zonder partijen, zonder Verdrag van Genève, zonder regels en genade. Hier is het iedere auto, vrachtwagen, scooter en voetganger voor zich. Het is een slagveld dat je iedere dag vrijwel de hele dag in de oude stad Napels kunt zien. Geen enkel voertuig is dan ook onderweg zonder de littekens van deze strijd. Ieder paneel op ieder voertuig heeft wel krassen en deuken door het misbruik van een ‘verkeerssysteem’ dat lijkt gemodelleerd naar een kermisbeweging. Je richt je voertuig gewoon de kant op waar je heen wilt tot je tegen iets anders aanbotst.
Met een auto die je dierbaar is, begeef je je niet in de Napolitaanse spits – of Napels in het algemeen. Omdat de gewoonte van contact-parkeren (iedereen laat de auto in z’n vrij staan, zodat andere automobilisten ruimte kunnen maken als ze fileparkeren) betekent dat bumpers de klappen opvangen. Totdat ze uit elkaar vallen. Een kleine duw wordt gezien als een liefdevolle aanraking. Als contact met een ander voertuig niet a) jouw eigen vervoer immobiliseert, of b) je meteen doodt, rijden de meeste mensen na een touché door zonder ook maar te stoppen.
Chaos en begrip
Serieus, als dit Amsterdam was, zou ik de eerste vijf minuten al getuige zijn geweest van drie vechtpartijen en twee moorden. Daarbij denk ik dat 90 procent van de auto’s niet door de APK zou komen. Binnen een halfuur zag ik al hoe iemand van zijn motor werd gereden. De dader stapte uit, hielp de motorrijder overeind en gaf hem een bemoedigend schouderklopje. Waarna beiden hun weg vervolgden.
De hel, dus. Een plaats waar stressniveaus al binnen enkele seconden nadat je de veiligheid van je garage hebt verlaten, een coronaire rode lijn raken. Zeker geen plaats waar je een enorme, 70 mille kostende en overduidelijk gloednieuwe
Volvo XC90 mee naartoe neemt, alleen maar om te zien of het kalmerende karakter van deze Zweedse automobiele lounge je aan de goede kant van moorddadig kan houden. Behalve als je
TopGear bent.
Dit is de reden van mijn aanwezigheid in precies deze auto in deze stadse nachtmerrie. De richtingaanwijzers worden niet gebruikt. Behalve als een slinkse manier om iemand naar een andere rijbaan te dwingen om zo hun plekje in te kunnen pikken. Niemand blijft op zijn eigen strook of lijkt zijn gezonde verstand of zijn spiegels te gebruiken. Als ze die al hebben, want de meeste buitenspiegels zijn kapot. Of – in mijn geval – brutaal omgeklapt door scooterrijders, die de kleinste gaatjes op hun kort daarvoor nog niet bestaande rijstrook gebruiken.
‘De Volvo XC90 voorkomt dat ik gek word en het op een moorden zet’
De scooters
Ach ja, de scooters. Wetteloos gepeupel van rammelende tweetakters. Ze gebruiken voetgangersoversteekplaatsen om binnendoor te steken, pakken de stoep alsof het een extra rijbaan is en leunen comfortabel tegen auto’s in het schaarse geval dat ze een moment stil staan. Ze hebben klaarblijkelijk ook geen idee van de spullen die je wel of juist niet op een tweewieler mee kunt nemen. Want ik heb scooters gezien met een lading van – en niet beperkt tot – vier meter lange gordijnroedes, vijf dozen van twaalf wijnglazen met een lange steel, twee grote schilderijlijsten (van meer dan een meter breed) en een industriële gasfles bevestigd aan een zelfgemaakt rek achterop. En allemaal vinden ze het nodig om zo dichtbij de maagdelijke lak van de XC90 te komen als het maar kan. Waardoor alle alarmbellen tegelijk afgaan.
De Volvo XC90 zit boordevol veiligheidssystemen en ik heb het infoscherm nog nooit zo dieprood zien oplichten. Het lijkt wel alsof de auto op brute wijze wordt vermoord. Dankzij Napels begint hij om de paar seconden wanhopig te piepen. Het City Safety-systeem, dat botsingen voorkomt en automatisch remt, moet constant optreden (een stop-start-techniek die de meeste mensen in deze stad schijnen te waarderen). En als we de XC90 automatisch willen laten parkeren in wat eruitziet als een relatief grote plek voor dit deel van de stad, kan hij niet eens de beschikbare ruimte als zodanig identificeren. Dit is een plaats waar het kijken naar links als je een rotonde nadert – laat staan afremmen en, God verhoede, stoppen – kennelijk wordt gezien als een sociale
no-no.
De Volvo XC90 in de stad: rustgevend
Hoewel de XC90 ongeveer zo geschikt is om mee door smalle middeleeuwse straatjes te manoeuvreren als Donald Trump diplomatiek is, ben ik niet uit mijn dak gegaan en heb ik ook geen inzinking gehad. Ik had dan wellicht weinig ruimte, maar surround-camera’s helpen. Ik werd weliswaar van alle kanten aangevallen, maar ik was me er wel van bewust.
Het City Safety-systeem heb ik misschien vervloekt, maar het heeft me de afgelopen tien uur minstens twee keer gered terwijl ik doelloos rondjes reed in de vierde cirkel van de hel die de Napolitanen ‘de oude stad’ noemen. Ook kwam ik niet in een fataal gevecht met de Camorra, omdat de stoelen zo comfortabel zijn en het interieur zo zacht voor de ogen. Het is een beetje alsof je boos wilt worden in een Zweedse boerderij – het past gewoon niet. Dit alles terwijl ik in een groep auto’s op een éénbaansweg tegen het verkeer inrijd, terwijl de politie zwijgend toekijkt.
In enkele van de meest stressvolle situaties die ik ooit heb meegemaakt, heeft de Volvo XC90 voorkomen dat ik gek werd en het op een moorden zette. Daarom, en om het feit dat dit de minst agressieve en meest sympathiek ogende grote SUV is die ooit op de markt is gekomen, is de Volvo XC90 de perfecte zen-auto. Want als iedereen hierin zou rijden, zouden we binnen een maand wereldvrede hebben.
jonathan heeft op 14 september 2016 geschreven:
Toen ik een keer in Napels op vakantie was had ik daar in de auto een broodje gegeten. En dat was best aangenaam. fijner dan buiten de auto, dus.. goede auto.