In de film Back to the future figureerde de De Lorean DMC-12 als tijdmachine. Ook in werkelijkheid lijkt deze auto over geheimzinnige capaciteiten te beschikken die reizen in de tijd mogelijk maakt. In Texas staat namelijk een fabriek die ze nog steeds bouwt.
 
Heel soms is er een auto die zijn makers en ontwerpers ruimschoots overleeft. De Volkswagen Kever, de Mini, de Citroën DS, de Lotus 7, de Fiat 500; het zijn zomaar een paar voorbeelden van indrukwekkende ontwerpen die altijd zullen voortleven in ons collectief geheugen. Ten tijde van zijn introductie had niemand verwacht dat ook de De Lorean ooit aan dat rijtje van onsterfelijke automobiele iconen zou worden toegevoegd.
 
De komst van de De Lorean DMC-12 veroorzaakte schokgolven in de toch al zo tumultueuze Noord-Ierse samenleving. De Engelse regering werd – zo bleek later – van onvoorstelbare hoeveelheden geld beroofd en de hele affaire heeft waarschijnlijk bijgedragen aan het vroegtijdige overlijden van Colin Chapman. Alsof dat nog niet genoeg was, belandde de oprichter van het bedrijf ook nog eens achter de tralies na een vermoeden van drugssmokkel. Geen geringe prestatie voor een omstreden automodel!
 
Maar is het wel terecht dat dit back-to-the-future-model nu op een zelfde voetstuk wordt geplaatst als al die andere tijdloze en onvergetelijke grootheden die de automobielindustrie produceerde? Als het aan Stephen Wynn ligt wel, maar op hem komen we later nog uitgebreid terug.
 
De De Lorean werd niet onder een erg gunstig gesternte geboren. De aandrijving werd toevertrouwd aan een achterin de auto geplaatste 130-pk sterke versie van de PRV V6. Hetzelfde blok dat ook werd gebruikt in vrij zouteloze tijdgenoten als de Renault Espace en de Volvo 260-serie. Het koetswerk was van fiberglas, met plaatwerkdelen uitgevoerd in roestvrijstaal. Heel vooruitstrevend allemaal, maar het ontwerp van de hand van Giorgetto Giugiaro was ten tijde van de introductie al vijf jaar oud en het enige wat er op dat moment nog enigszins acceptabel uitzag was het exotische en futuristisch vormgegeven dashboard.
 
De ontvangst in de pers beloofde dan ook niet veel goeds en het werd al snel duidelijk dat de auto in geen enkel opzicht kon voldoen aan de hooggespannen verwachtingen die door de hype rond de introductie waren gewekt. Vooral de bedroevende acceleratie van 0-100 km/u in een ijzingwekkend trage 10,5 seconden gaf al aan waarom de De Lorean op eufemistische wijze als ‘ethisch verantwoorde’ sportwagen op de markt werd gebracht.
 
Het falen van deze auto mag dan achteraf lachwekkend lijken, de eerste eigenaren verging het lachen bijzonder snel nadat ze hun nieuwe De Lorean in ontvangst hadden genomen. De auto’s waren zo jammerlijk afgewerkt, dat zelfs de gammele producten van British Leyland uit die tijd er als degelijk bij afstaken. Een groot deel van het probleem werd veroorzaakt doordat de fabriek in Belfast werd bevolkt door zeer slecht getrainde en opgeleide productiemedewerkers. Nadat aanhoudende berichten over de bedroevende kwaliteit van de De Lorean er voor hadden gezorgd dat potentiële kopers massaal verstek lieten gaan, trachtte oprichter John De Lorean het bedrijf te redden door met cocaïnesmokkel nog wat geld bijeen te sprokkelen. Hij werd in de kraag gevat in oktober 1982 en met zijn arrestatie viel uiteindelijk ook het doek voor de De Lorean Motor Company.
 
De ineenstorting van het bedrijf was de aftrap voor een reeks van spraakmakende incidenten. De Britse regering had ruim 100 miljoen pond (nu bijna 130 miljoen euro) in de onderneming geïnvesteerd en wilde na het faillissement natuurlijk weten wat er met al dat geld was gebeurd. Uitgebreid speurwerk leidde uiteindelijk naar een Zwitserse bankrekening waarop nog tien miljoen pond werd aangetroffen. De ontdekking van dat geld wierp een reeks nieuwe vraagtekens op rond de inmiddels in diskrediet gebrachte John De Lorean, maar ook de legendarische Lotus-oprichter Colin Chapman werd verdacht van onfrisse praktijken. Nog voordat Chapman kon reageren op de beschuldigingen aan zijn adres kwam hij in december 1982, als gevolg van een zware hartaanval te overlijden.
 
John De Lorean zelf kwam aanzienlijk beter uit de strijd naar voren. Voor een rechtbank in de Verenigde Staten werd hij vrijgesproken van de drugsgerelateerde aanklachten tegen hem, maar de angst dat eenzelfde gunstig lot hem bij een Britse rechtbank niet gegeven zou zijn, heeft hem ervan weerhouden ooit nog naar Engeland terug te keren. Binnen het bedrijf dat zijn naam droeg, speelde hij vanaf dat moment geen rol meer en uiteindelijk sloot de De Lorean fabriek in 1983 definitief de poorten.
 
Wat bleef, was een aanzienlijke hoeveelheid onderdelen. Alles werd verscheept naar Ohio in de Verenigde Staten, waar het stof heeft liggen verzamelen totdat een in de VS gevestigde Engelsman, genaamd Stephen Wynn, het in 1997 opkocht. Wynn, mecanicien gespecialiseerd in Europese automerken, was al geruime tijd dé man in de Verenigde Staten om naar toe te gaan voor onderhoud aan, of restauratie van De Lorean’s. Hij richtte opnieuw de De Lorean Motor Company op en kan zich nu dan ook president-directeur van DMC noemen. Met zijn vlotte manier van omgang en onmiskenbare Engelse accent is Wynn een populair man onder zijn Amerikaanse klanten.
‘Vlak achter de laaddeuren wordt een veertig meter lange muur vrijwel volledig gevuld door een immense stapel originele PRV V6-motoren. In originele verpakking!’
 
Er waren 55 volle vrachtwagenladingen nodig om alle onderdelen te verhuizen van Ohio naar Wynn’s thuisbasis, de stad Houston in Texas. In een 4.000 vierkante meter grote loods aan de rand van de stad bevindt zich het magazijn en de productiefaciliteit van de nieuwe De Lorean-fabriek. Van buitenaf ziet het er allemaal heel onaanzienlijk uit. Het enige waardoor je dit pand een tweede blik waardig gunt, is de glimmende rij met De Lorean’s voor de deur en het DMC-logo op de gevel. Eenmaal binnen ziet het er allemaal heel anders uit. Vlak achter de laaddeuren wordt een veertig meter lange muur vrijwel volledig gevuld door een immense stapel originele PRV V6-motoren. In originele verpakking! Dat ongebruikelijke tafereel herhaalt zich telkens. Deuren, spatborden, stoelen, versnellingsbakken, koplampen en verder vrijwel elk denkbaar onderdeel van de DMC-12 liggen hier hoog opgetast. Deze productiefaciliteit in Houston, is precies wat de originele fabriek in Noord-Ierland had moeten zijn, maar nooit is geweest.
 
Wynn gebruikt de ervaring die hij in de afgelopen 25 jaar heeft opgedaan, om voor elkaar te krijgen wat de fabriek nooit is gelukt: Een goede De Lorean bouwen. Wynn’s monteurs weten uit ervaring precies waar de zwakke plekken zitten en slagen er in om daar duurzame oplossingen voor te verzinnen die de betrouwbaarheid van de auto aanmerkelijk verhogen. Goed geschoolde vakmensen zorgen er in Houston voor dat het kwalijke imago waar de De Lorean onder gebukt ging nu eindelijk kan worden afgeschud. Wynn verklaart zijn voorliefde voor de roestvrijstalen De Lorean als volgt: ‘Het is een Europees ontwerp, een Europese auto en ik ben Europeaan. Mijn wortels liggen net als die van de auto aan de andere kant van de oceaan en ik beschouw de De Lorean dus ook voor een deel als mijn erfgoed. Alles aan de De Lorean ken ik door en door en ik voel me aan de auto verwant’. En Wynn heeft zijn geliefde DMC-12 ook daadwerkelijk verbeterd. Met een vernieuwde wielophanging en een verbeterde versie van de V6 (met aangepaste cilinderkop waardoor een vermogen van 200 pk beschikbaar is) zorgde hij ervoor dat de acceleratie niet meer zo heel beschamend is als bij het origineel het geval was.
 
Wynn is zich ervan bewust dat zijn voorraad onderdelen zo compleet en omvangrijk is, dat hij zonder problemen een volledig nieuwe auto zou kunnen bouwen. Daar is hij dan ook min of meer mee begonnen. Hij zou wel volledig nieuwe auto’s kunnen bouwen, maar die zouden dan onderworpen worden aan de strenge regels die anno 2008 van toepassing zijn voordat een nieuwe auto op de weg wordt toegelaten. Op die manier zou een nieuw exemplaar een prijskaartje van ruim boven de 100.000 euro krijgen. Wynn gebruikt dus liever bestaande auto’s, die hij volledig stript en vervolgens weer helemaal opbouwt met gebruikmaking van nieuwe componenten. En dat gaat heel ver! Het houdt in dat er zelfs een nieuw roestvrijstalen chassis wordt geplaatst – zodat roest helemaal geen kans meer krijgt – en daarnaast wordt een doorontwikkelde fiberglas carrosserie toegepast. Deze is geproduceerd met de modernste giettechnieken en voorzien van efficiënte geluiddempende materialen.
 
Het interieur wordt afgewerkt met veel betere materialen dan door de fabriek werden benut, waaronder een luxueuze leren stoffering, zodat ook het oude plasticimago geen opgeld meer doet. Ook is er een aantal moderne opties waarvoor gekozen kan worden, zoals een navigatiesysteem, een aansluiting voor een iPod en xenonlampen. Iedere nieuwe De Lorean wordt samengesteld uit 2.800 verschillende onderdelen en alles gebeurt met de hand. Elke individuele auto vergt op die manier een volle maand werk. Steve Gibson is de man die leiding geeft aan dit proces en hij legt uit dat het een enorme opgave is. Het op de juiste wijze afhangen van de markante vleugeldeuren vergt soms wel twee tot drie volle dagen.
 
Wynn zegt dat hij ieder jaar maar een handjevol van dit soort ‘nieuwe’ De Lorean’s wil produceren. Niet alleen blijft het clubje eigenaren op die manier voorlopig erg exclusief, maar hij wil de feedback van die kleine club van eigenaren ook zorgvuldig gebruiken om het product nog verder te verfijnen. Een van de meest enerverende ontwikkelingen waar Wynn aan werkt betreft de aandrijving. Van oudsher dus het zwakke punt van de DMC-12. Wynn is bezig een supercharged versie van de V6 te ontwikkelen, die ongeveer 300 pk levert. Wij reden in de normale, de nieuwe en de supercharged uitvoering van de DMC-12 en de verschillen zijn enorm. Het karakter verschilt al naar gelang de aandrijving. Van langzaam naar bliksemsnel. De originele versie van de V6 kan er maar amper mee door. De gemoderniseerde V6 zorgt ervoor dat de DMC-12 opeens flink mee kan komen, maar het is nog steeds geen racemonster. De aangepaste uitlaat zorgt er wel voor dat er een heel aanvaardbaar geluid wordt geproduceerd, maar echt leuke prestaties krijg je pas met de supercharged V6. De acceleratie is voldoende om je achterin je stoel te drukken en je ziet de naald van de snelheidsmeter razendsnel omhoog vliegen. Alsof je van een Volkswagen opeens in een Porsche 911 stapt.
 
De DMC-12 mag dan vleugeldeuren hebben, uitgerust met de supercharged V6 lijkt hij zelfs echt vleugels te krijgen. Specificaties en prestatiegegevens van deze motor zijn nog even niet beschikbaar, want het betreft natuurlijk een experimenteel project. De laatste hindernis die nog moet worden overwonnen is het vinden van de juiste verhouding tussen optimale prestaties en de zware eisen die gesteld worden door dagelijks gebruik. Aan het uiterlijk van de De Lorean wil Wynn voorlopig niets veranderen. Hij wil vooral dat de auto de merkwaardige tijdcapsule blijft die we allemaal hebben leren kennen en waarderen.
 
Kijken naar een De Lorean brengt je terug in de jaren ‘80 en dat moet ook vooral zo blijven, want er zit iets heel aantrekkelijks in die vierkante lijnen, de plastic lamellen op de achterruit en de lichtmetalen velgen die doen denken aan een roulettewiel. Een De Lorean brengt je terug in de tijd dat een cd iets revolutionairs was en waarin je net je eerste walkman had gekocht. Een tijd van kernwapendemonstraties en een bijzonder succesvol EK voetbal voor ons. Wat dat laatste betreft mogen we hopen dat de geschiedenis zich net zo succesvol herhaalt als dat voor de De Lorean het geval is!

Reacties