Je moet moed hebben om een poging te doen het wereldsnelheidsrecord voor productieauto’s van de Bugatti Veyron te verbreken.

We denken dat de oude bergbeklimmer uit het verhaal over de Bentley Continental GT Speed Convertible, dat we onlangs publiceerden, enthousiast zou zijn geweest over de Hennessey Venom GT die zich aan het andere eind van de startbaan aan het opwarmen is. Als een auto ooit een uitdaging van Everest-proporties aan moest gaan, dan wel hier en nu. In vergelijking met waar hij zich voor aan het opmaken is, is een poging om 300 km/u in een open Bentley te halen net zoiets als een wandelingetje heuvelop. Hij, deze Venom, gaat proberen de noordwand van de snelheid te bestijgen.

De Texaanse tuners, die nog niet tevreden waren met het nieuwe wereldrecord voor de acceleratie van 0 naar 300 km/u dat ze onlangs nog hebben gevestigd, zijn weer terug, dit keer op NAS Lemoore – een van de weinige banen in de VS die lang genoeg zijn om een dergelijk waagstukje uit te voeren – om een poging te wagen een van de meest begeerde records van alle records te breken: de snelste productieauto ter wereld.

Zoals we allemaal weten, is het huidige record in handen van de Bugatti Veyron 16.4 Super Sport met een two-way tijd van 267,86 mph, ofwel 431,08 km/u. Het werd op 26 juni 2010 gevestigd op het speciaal daarvoor aangelegde testcircuit van Volkswagen. Dat record moet de Venom GT dus verbreken, en de feiten spreken niet in z’n voordeel.

De Hennessey Venom GT heeft 1.244 pk voor het verplaatsen van maar 1.224 kilo – tegen 1.184 pk en 1.888 kilo in geval van de Veyron Super Sport – maar de Bugatti kon gebruikmaken van het grootste deel van de 9,7 kilometer circuit om zijn hoogste top te halen, waarna ie, mocht er iets fout zijn gegaan, veilig uit kon rollen omdat hij zich op een kuipbaan bevond. De Venom GT heeft maar 4,7 kilometer – ofwel minder dan de halve afstand – om van nul naar zijn max te komen, en vervolgens weer naar nul. Daarna houdt het asfalt op en begint het zand.

Wat ook in het voordeel van de Veyron SS spreekt, is het gegeven dat hij vierwielaandrijving heeft, dus hij kan vanaf het allereerste begin alle 1.184 pk’s op de ondergrond overbrengen en sneller accelereren, in ieder geval het eerste stuk. De Venom GT heeft achterwielaandrijving, en hoewel ie een stel forse 345/30 ZR20 Michelin Pilot Super Sports-banden heeft om het vermogen om te zetten in een voorwaartse beweging, kunnen ze niet ieder vanuit stilstand 622 pk aan. Dus moet de Venom GT in de eerste paar versnellingen tractiecontrole gebruiken. Het gevolg daarvan is dat de Veyron SS van 0 naar 100 km/u 2,4 seconden nodig heeft, en de Venom GT ongeveer 3 seconden.


Dus de Hennessey zal iedere pk hard nodig hebben, én iedere centimeter van de baan, als ie ook maar in de buurt van het record van de Veyron wil komen. Om bestuurder Brian Smith – dezelfde gozer die een paar maanden geleden waanzinnige snelheden reed op de Texaanse tolwegen – een idee te geven wanneer hij van maximale inspanning moet overschakelen op maximale paniek, zijn er op de baan pylonen geplaatst bij 1, 2 en 2,5 mijl.

Als hij de theoretische topsnelheid van de Venom GT van 247 mph (397,507968 km/u, exact) bereikt ter hoogte van de laatste pylon, moet Brian volgens schattingen van het team een constante afremming van 1 g opwekken om niet hardhandig in de zandbak te belanden. De Naval Fire Brigade staat overigens paraat voor het geval de berekeningen niet blijken te kloppen.

De Venom GT zelf heeft nogal wat veranderingen ondergaan ten opzichte van de uitvoering waarmee we een paar jaar geleden over een verlaten weg in Nevada reden. Het silhouet is hetzelfde gebleven, maar in technisch opzicht is er een hoop verbeterd, zoals Aerosmith-frontman en Venom GT-eigenaar Steven Tyler de vorige dag bevestigde, toen hij zijn auto in z’n twee gooide en we met spinnende wielen en in een werveling van rook bij zijn hotel aankwamen. ‘Fantastisch. Gewoonweg fantastisch, man’, zei hij van zijn pikzwarte bolide.

'Het ziet er goed uit. Het ziet er snel uit. Maar is het ‘record-snel’?'

Zijn auto – en ook deze hier op de startbaan – heeft een compleet nieuw motormanagement, met inbegrip van tractiecontrole, een spiksplinternieuwe Ricardo-zesversnellingsbak en een volledig vernieuwde Penske-ophanging. Het maakt er de hoeveelheid vermogen die de auto kan ontketenen niet minder op, maar een ritje door Los Angeles bevestigt dat hij wat beter in de hand te houden is, wat goed nieuws is voor alle weggebruikers, niet in de laatste plaats de bestuurder.

De auto van Tyler heeft een paar persoonlijke aanpassingen, zoals een enorme geluidsinstallatie voor wat hij omschrijft als ‘die AC/DC-momenten’, en wat bontomlijsting rond het centrale bedieningspaneel. Maar een extraatje dat de auto hier op de startbaan (chassis #7) heeft en die van Tyler niet, is octaan 100 brandstof, om ‘m te beschermen tegen niet helemaal zuivere brandstof van de pomp. Verder is het echter precies de auto die je zelf zou kunnen kopen.

Nu de V-Box is gemonteerd en de intercooler is ingepakt met ijs, gespt Brian zich vast en rijdt naar het uiterste uiteinde van de startbaan – de achterbanden maar een paar centimeter gescheiden van het gras – om zichzelf zoveel mogelijk afstand te gunnen. Er valt hier geen vlag en er wordt geen startschot gegeven, hij laadt zichzelf alleen even op, bedient dan de koppeling en begint aan de eerste testrit.


Al heeft de auto er nog maar een paar honderd meter op zitten wanneer ie ons passeert, toch is ie al behoorlijk op stoom en gaat ervoor op de enige mogelijke manier: plankgas. Een drie meter lange steekvlam uit de knalpijp begeleidt het overschakelen van de tweede naar de derde versnelling, en vervolgens verdwijnt de auto in een wolk van bruine walmen en uitlaatgedaver, tot we ‘m uiteindelijk niet meer zien.

Dit is het spannendste deel. Aangezien alle telemetrieapparatuur in de auto zit, moeten we wachten tot de Venom GT terugkomt om te zien welke snelheid hij bereikt. Omdat hij zo’n vijf kilometer weg is, duurt dat eventjes. Wanneer ie weer opduikt en stopt, wordt hij van alle kanten belaagd en de data wordt gedownload. Niet slecht voor een testrit: 421,6 km/u. Slechts 9,48 km/u onder de doelstelling.

Met de halve afstand tot z’n beschikking, vanuit stilstand en met gebruikmaking van de tractiecontrole, is de Venom GT bij de eerste serieuze testrit van de dag minder dan 10 km/u onder het wereldsnelheidsrecord voor productieauto’s gebleven. Hoe? Kijk maar even naar de volgende getallen: 0 naar 160 km/u in 5,5 seconden, 0 naar 320 km/u in 14,4 seconden, 0 naar 400 km/u in 26,2 seconden.

Behalve dat ze laten zien hoe snel de auto accelereert, maken ze daarbij ook duidelijk welke exponentiële hoeveelheden vermogen je nodig hebt om snelheden van boven de 200 mph (iets meer dan 320 km/u) te halen. Er zijn 14,4 seconden nodig om 320 km/u te bereiken. En vervolgens nog 11,8 seconden om naar 400 km/u te gaan. De Venom GT heeft voldoende vermogen, maar het lijkt erop dat de baan te kort is om de recordsnelheid te bereiken.

Of misschien toch niet. Een paar ritten later, wanneer het overschakelen van vier naar vijf wat problemen veroorzaakt en de ophanging wordt bijgesteld om de schokken door de overgangen tussen de betonplaten beter te absorberen, verloopt alles vreemd rustigjes als Brian de auto met shark-skin opstelt voor de laatste rit.

Dit keer lijkt het een relatief rustige start; de auto beweegt duidelijk minder en het overschakelen klinkt behoorlijk gesmeerd. Er slaan geen vlammen meer uit de uitlaat, wat de toeschouwers een beetje teleurstelt, maar ingenieur Kevin tevreden stemt. Het ziet er goed uit. Het ziet er snel uit. Maar is het ‘record-snel’? We hebben niet veel tijd meer, dus het is nu of nooit.

Mijn mobieltje trilt in mijn zak – het is een berichtje van Hennessey bij de eindstreep: ‘265,7’. Dus 427,6 km/u. Ik kijk even naar het getal en weet niet goed of ik uitgelaten moet zijn om zo’n hoge snelheid op zo’n korte afstand, of teleurgesteld voor Hennessey, omdat ie geen nieuw record heeft gepakt. Deze verbazingwekkende rit heeft z’n tol geëist van de Venom GT – vanwege een defect wordt de auto door de ingenieurs van de baan gehaald en zorgvuldig op de transporttruck geplaatst.

Mallory stierf op slechts 250 meter onder de top van de Everest en kreeg de kans niet meer om terug te gaan en zijn poging te volbrengen. Hennessey wel. De vreugdekreten zullen overal hoorbaar zijn wanneer ze uiteindelijk zullen slagen.

Reacties