De nieuwste hypersportwagen op onze planeet is de 1.100 pk sterke Zenvo ST1. Hij is Deens. TopGear laat The Stig uit in zijn nieuwste favoriet.
 
Je stapt niet zomaar even in een 1.100 pk sterke auto om vervolgens ongezien het gaspedaal naar beneden te stampen. Ik ben niet zo moedig en de mannen van Zenvo zijn niet zo stom. (Of misschien is het andersom.) Er moet voorafgaand aan het berijden van dit soort explosief materiaal uiteraard eerst een soort vluchtplan worden opgezet, gevolgd door een uitleg van de veiligheidsvoorzieningen en het afwerken van een checklist.
 
Zou je denken. Niets is minder waar. De Zenvo ST1 is dan wel obsceen krachtig, maar zou niet moeilijk te besturen moeten zijn. Dat is volgens zijn makers zelfs een van zijn meest aantrekkelijke usp’s.
 
Een man met de naam Troels zit achter het stuur. Hij heeft ongeveer hetzelfde kapsel als de briljante Hollywood-acteur William H. Macy, die voor zichzelf een aardige niche heeft gecreëerd door rollen te spelen van mannen die permanent gefrustreerd zijn vanwege de vele onplezierige verrassingen waaraan het leven hen blootstelt. Ze zien er een beetje hetzelfde uit, maar ik denk niet dat Troels snel gefrustreerd raakt. Hij is Deens, om te beginnen, en Denen zijn in normaliter tamelijk stoïcijns. Net als de Zenvo. Zijn Deens-zijn is zijn andere unique selling point. Een no-nonsense Scandinavische supersportwagen die zich brutaalweg positioneert naast de Koenigsegg.
 
De 7,0-liter V8 draait stationair slechts 800 toeren per minuut; de kalme hartslag van een getrainde topsporter. Troels streelt het gaspedaal met zijn rechtervoet en de toerenteller schiet naar rechts met een alertheid die je hartslag sneller doet gaan. Aan de uitlaat ontsnappen corresponderende, boze plukjes gas. Later vandaag zal de uitlaat met plezier vlammen spuwen van een meter lang. De Zenvo heeft dat rommelende, bij tijd en wijle agressieve karakter van een Nascar-racewagen. Maar hij gaat veel beter gekleed, en heeft betere manieren.
 
Troels wuift ons aan de kant en richt de snuit van de Zenvo richting woestijn. We bevinden ons op ongeveer vijftig kilometer buiten Dubai-stad op een locatie vlakbij een kleine winkelstraat. Er is ook een souvenirwinkel die vol staat met knuffelkamelen, schaalmodellen van het nieuwe Burj Dubai (het pas geopende, hoogste gebouw ter wereld) en waterpijpen. De Zenvo is een prachtig uitgewerkt stuk design, maar hier, tussen Nissan Patrols en Toyota-pick-ups, ziet ie eruit alsof ie rechtstreeks is geteleporteerd uit een hersenkwab van George Lucas.
 
We zijn onderweg. Troels babbelt: ‘Zie je hoe gemakkelijk de auto is? De koppeling is niet te zwaar, het schakelen gaat soepel en hij is comfortabel en stil genoeg om tot een snelheid van 150, 160 kilometer per uur te kunnen converseren. Dat was ook ons doel, een supersportwagen bouwen die je dagelijks kunt rijden.’
 
We zijn inderdaad aan het converseren en het klopt: de auto is verrassend beschaafd. Natuurlijk, deze weg is recht en glad maar de auto ontbeert de grommende en klonkende geluiden die in kleine oplage gebouwde sportwagens typeren. We denken nog even terug aan ons avontuur in de Spyker C8 Aileron, vorige maand. Zo niet de Zenvo. Hij glijdt voort in z’n zesde versnelling, 120 km/u bij 1.300 toeren en is klaar voor interstellaire versnellingen. Troels werpt me een vluchtige blik toe. Even denk ik aan mijn favoriete William H. Macy-film: Fargo. Of misschien toch Boogie Nights.
 
Dan trapt Troels het gaspedaal helemaal in en wordt het een beetje vreemd. Dit is niet zomaar een snelle auto, het is een tijdmachine. Het is nutteloos om nu te proberen Deens stoïcijns te blijven. Wanneer Troels voor de eerste keer de Zenvo laat detoneren, lach ik hard. Zoals een kind, of iemand die voor de eerste keer in een straalvliegtuig zit. Het is een beetje beschamend, eerlijk gezegd.
 
De statistieken suggereren een acceleratie van 0 naar 100 km/u in drie seconden en een topsnelheid die is begrensd op – ha! – 375 kilometer per uur. Maar de auto voelt sneller aan. Bij een staande start klauwt de auto zich vast aan het asfalt als een teek in een knieholte en brandt zich als Starship Enterprise een weg over de gitzwarte asfaltstreep voor ons. Bij 4.500 toeren blazen de motor en de toeleverende onderdelen met de intensiteit van een machine in de zware industrie. Ik heb geen idee hoe snel we gaan, maar het voelt alsof we kunnen blijven versnellen tot de weg ophoudt en het einde der tijden aanbreekt.
 
Het klinkt een beetje dramatisch, ik weet het. Maar dat geldt ook voor deze auto. Heeft Denemarken, voorheen niet echt bekendstaand vanwege zijn auto-industrie, zichzelf in één klap gelanceerd naar de elite van de supersportwagens?

‘Motor, aandrijflijn en het chassis van de ST1 werden ontworpen lang voordat het prachtige uiterlijk vorm vatte. Gordon Murray deed het met de McLaren F1 op precies dezelfde manier’

 
Hoewel de Zweedse Koenigsegg de weg heeft geplaveid, is er iets aantrekkelijk normaals aan de Deense wortels van de Zenvo. Ik bedoel: wat weet je nou helemaal van dat land? Ze hebben een koperen beeld van een zeemeermin waar iedereen foto’s van maakt, de hoofdstad is Kopenhagen en hun nationale pretpark is genoemd naar een sigarettenmerk en een Utrechtse concertzaal. Hamlet was een Deen en in 2008 was Denemarken het op één na minst corrupte land ter wereld. In 1992 was Marco van Basten laks en mistte een penalty waardoor Nederland niet voor de tweede maal achtereen in de finale van het Europees kampioenschap voetbal stond. Net als andere Scandinavische landen heeft het een voorbeeldige sociale zekerheid en een onovertroffen gezondheidszorg. Maar de inwoners betalen 65 procent belasting en een simpele Volkswagen Passat kost er 70.000 euro. Achtvoudig Le Mans-winnaar Tom Kristensen is de beroemdste autocoureur.
 
Dus eigenlijk zou de Zenvo een rotding moeten zijn. Dat dit niet het geval is, komt door de briljante geesten van de medeoprichters van het merk: Jesper Jensen, Troels Vollertsen en Lasse Stenkilde. Vollertsen is het technisch brein, een motorsportspecialist met een uitgebreid cv op het gebied van autoracen, rally’s en rallycross. Hij is ook tuner met een grote reputatie en een vaste klantenkring in het Midden-Oosten. Jensen is een it-genie en ondernemer, die zijn bedrijf op het juiste moment heeft verkocht en daar wat geld aan over hield. Vollertsen had al 640 pk ontfutseld aan de AMG Mercedes CLS 55 van Jensen en haalde hem over om mee te bouwen aan zijn droom, het creëren van een nieuw sportwagenmerk. ‘Ik zei tegen Jasper: “Je hebt je bedrijf verkocht, dus waarom ga je nu niet iets grappigs doen, zoals je eigen auto bouwen?” Hij antwoordde: “Kom op man, zoiets is echt onmogelijk.” Pagani en Koenigsegg kunnen het ook, antwoordde ik, dus waarom niet? Hoewel ik nooit had gedacht dat we hier zouden eindigen toen we ermee begonnen.’
 
Het Zenvo-project – ‘de naam betekent wat je maar wilt dat ie betekent’, zegt Jensen – werd gestart in 2005. Foto’s van de auto begonnen op te duiken rond 2008 en ik sprak exact een jaar geleden voor het eerst met Jensen. Toen wilde hij nog niet eens vertellen waar het bedrijf was gevestigd. Ze zijn voorzichtig en bescheiden, de Denen. Zelfs nu, met de sleutel in mijn hand en de auto tikkend in de woestijnzon achter me, is Jensen ervan overtuigd dat de auto voor zichzelf moet spreken.
 
‘Het gaat hier om de auto. We doen dit niet om onze eigen ego’s te strelen. We realiseerden ons dat Denemarken nauwelijks meespeelt op internationaal niveau als het gaat om autodesign of automotive engineering. Daarom besloten we om alles stil te houden tot we helemaal klaar waren. Zelfs enkele toeleveranciers waren cynisch. Maar we hadden de financiering op orde voordat we begonnen en we hebben ze allemaal vooruit betaald. Toen ze het eindproduct zagen, zeiden ze plotseling: “Nu geloven we jullie, nu zijn we echt geïnteresseerd.”’
 
Motor, aandrijflijn en het chassis van de ST1 werden ontworpen lang voordat het prachtige uiterlijk vorm vatte in Jensens hoofd. Gordon Murray deed het met de McLaren F1 op precies dezelfde manier. Hoewel het geen circuitauto is, zijn veel onderdelen overgenomen uit de autosport. De auto heeft een stalen chassis en een carrosserie van koolstofvezel. Hij maakt gebruik van een handgeschakelde zesbak van Ricardo en de wielophanging is voorzien van instelbare gas-hydraulische Ohlins-dempers. De remmen en geventileerde stalen remschijven zijn van Brembo en hebben een diameter van 380 mm voor en 280 mm achter. Er zitten enorme brede Michelin Pilot Sport-banden om de velgen. 335/30 om de 20 inch achterwielen en 265/35 om de 19 inch voorwielen. Het prototype waar we in rijden, weegt 1.426 kilo, maar Vollertsen zegt dat de eerste productiewagen niet meer dan 1.376 kilo zal wegen. Het persbericht claimt een pk/gewichtsverhouding van 810 pk per ton – best overtuigend in vergelijking met de 450 pk per ton van de Veyron.
 
De herkomst van de motor is mysterieuzer. Met z’n 7,0-liter V8, voorzien van zestien kleppen, zou je denken dat hij op zijn minst íets met de Corvette Z06 van doen moet hebben. Dat klopt, maar hij is ook dusdanig anders dat de claim van Zenvo dat ze hun eigen motor hebben ontworpen eveneens stand houdt. ‘GM heeft een blok dat LSX heet’, zegt Vollertsen. ‘Maar dat is een stalen blok en dus was het te zwaar. We namen de maten op en maakten een aluminium variant. Hij heeft drysump-smering en alle losse onderdelen hebben we zelf ontworpen. Dus eigenlijk is het onze eigen motor.’
 
Vervolgens besloten ze om er én een supercharger én een turbo aan te hangen. De supercharger is van Eaton. Deze zorgt voor veel trekkracht bij lage toeren. Nadeel is dat deze permanent opereert bij een druk van 0,4 bar. Dat is waarom de turbo van Garrett werd toegevoegd. Deze zorgt voor wat meer levendigheid bij hogere toerentallen bij een druk van maximaal 1,4 bar. Alles bij elkaar leidt dat tot een tamelijk lineaire koppelkromme. Oh, en dat spul levert een aardverschuivende 1.420 Newtonmeter bij 4.500 toeren. En 1.100 pk bij 6.900 toeren. De gereserveerde Denen blijven er uiterlijk onbewogen onder.
 
‘We vinden de topsnelheid eerlijk gezegd niet zo interessant’, zegt Jensen met een stalen gezicht. ‘We zijn nooit erg fanatiek met de cijfers bezig geweest. We begonnen met 1.500 pk en brachten het terug tot wat er nu aan vermogen is. We wilden niet terechtkomen in een wedstrijd om de hoogste topsnelheid of de meeste pk’s. Dat is alleen maar opschepperij. Wat voor ons belangrijk was, is het design en de wegligging.’
 
Hmm, wegligging en 1.100 pk zijn als twee geloven op een kussen. Als we onderweg zijn naar een afspraak met een zekere, in witte kleding gestoken racegod genaamd The Stig, blijkt zijn handelbaarheid voorbeeldig. De koppeling is van AP Racing, maar je hoeft geen hoge toerentallen te draaien om weg te kunnen rijden. Vervolgens heb je weliswaar een stevige hand nodig om de aluminium schakelpook van plek te doen wisselen, maar je hoeft ook weer niet bovenmatig veel kracht te zetten. Het schakelen zelf is niet heel speciaal en ontbeert een beetje mechanische intimiteit. Er wordt in samenwerking met Xtrac gewerkt aan een schakelsysteem met flippers achter het stuur. Iets wat nodig is voor de meer op imago gerichte markten.

‘Allerlei soorten minibedrijfjes persen megaveel pk’s uit een grote, oude V8. Wat de Zenvo anders maakt, is de manier waarop het is gedaan’

 
Het vermogen wordt op verbazingwekkend soepele manier overgedragen. Vollertsen spreekt van een ‘organische beleving’ en van het niet willen dat bestuurders voor nare verrassingen komen te staan. ‘We wilden het ketchupfleseffect vermijden. Je weet wel: niets, niets, niets, niets en dan kledder – als alle saus er in een keer uitkomt’, zegt hij.
 
De Zenvo serveert de 1.100 pk-saus tamelijk gelijkmatig. Wat niet betekent dat plankgas accelereren weinig dramatiek met zich meebrengt. De voorwaartse beweging is fantastisch, bijna komisch ongeremd en wordt vergezeld van een soundtrack die lachwekkend macho is. Binnenin is het alsof je in een mobiele krachtcentrale zit. Wanneer je er naar luistert wanneer hij langsrijdt, brult en blaft ie alsof ie een soort primaire kracht uit het middelpunt der aarde kanaliseert. Je moet wel van zulk soort auto’s houden.
Er zijn drie standen: Wet, Sport en Race, die het vermogen in meer of minder hapklare brokken opdeelt. Wanneer de alledaagse modus je voorziet van 650 pk, weet je dat je met iets bijzonders te maken hebt. In standje Sport schiet de Zenvo richting horizon met pupilverrekkende snelheid. In Race worden je ogen, oren en allerlei andere vlezige delen van je hoofd naar achteren geblazen als die van een basset in een windtunnel.
 
Er zijn niet zoveel bochten hier, maar de besturing van de ST1 is superscherp en zeer direct. De tractie is eveneens goed, ondanks zijn enorme vermogen en hoewel de windtunneltests nog uitgevoerd moeten worden – wat nogal beangstigend is – heeft een computerberekening al aangetoond dat de neerwaartse druk bij hoge snelheden geen problemen mag opleveren.
 
The Stig heeft zulke zaken meteen in de gaten. Zoals gewoonlijk staat hij ineens onaangekondigd naast ons, eist de sleutels en gaat ervandoor. Even later is hij verdwenen achter een zandduin twee kilometer verderop. Na twintig minuten is hij terug. Wanneer hij uit de auto is gekropen, draait hij zich om en staart lange tijd naar de ST1. Het lijkt alsof hij verkrampt. Dan, terwijl de auto tikt en zichzelf koelte toewuift via de radiateur, loopt hij in de richting van het industriegebied van Ras Al Khor.
 
Mijn beurt. De auto voelt zeker stabiel genoeg, hoewel ie een beetje wringt wanneer je hard remt. Binnen niet al te lange tijd zal The Stig het woestijnzand verruilen voor bekender terrein, ons circuit in Engeland, en dan weten we hoe de Zenvo het doet in hogesnelheidsbochten. We denken dat het goed zal gaan.
 
Deze auto is een fenomeen op alle vlakken. Maar het is heden ten dage niet zo moeilijk om megaveel paardenkrachten uit een grote, oude V8 te persen. Allerlei soorten minibedrijfjes houden zich daar in Duitsland, het Midden-Oosten en de Verenigde Staten mee bezig. Wat de Zenvo anders maakt, is de manier waarop het is gedaan. En de manier waarop ie is vormgegeven.
 
Voor wat in essentie een klein bedrijf is, is dit een professioneel product. Het beste sinds de Pagani voor het eerst ten tonele verscheen in 2003. Jensen geeft toe dat hij een miljoen ideeën had over de vormgeving, maar besloot uiteindelijk toch de voorkeur te geven aan voormalig Alfa Romeo-ontwerper Christian Brandt. Brandt omschrijft Scandinavisch design als ‘consequent’ en geeft toe dat wanneer je op dit niveau opereert, je simpelweg niet kunt beknibbelen op design en kwaliteit. Het eindproduct is indrukwekkend op beide gebieden.
 
Dit is het prototype, dus enkele naden hadden kleiner gekund, maar ook dit exemplaar is lang niet slecht. De stoelen zijn bijna perfect, evenals de zitpositie (Jensen is groot) en de afwerking en het materiaalgebruik is op bijna alle gebieden van hoog niveau. Het ruikt niet naar lijm, zoals bij veel andere prototypes. Dit model is voorzien van een Porsche-instrumentarium, maar het productie-exemplaar zal meters krijgen in de stijl van de Ferrari 458, net als de buitenkant van de Zenvo. Hoe langer je naar ‘m kijkt, hoe mooier ie wordt. Er zit simpelweg geen foute hoek aan. Hij is zo lang als een Porsche Carrera GT of Lamborghini Murciélago, dus ook op dat gebied kan hij meekomen met de grote jongens. Ik zie vleugjes 458 Italia, Maserati MC12 en Audi R8 in zijn complexe carrosserievorm, maar aangezien dat qua uiterlijk mijn drie favoriete supersportwagens zijn, is dat geen kritiek. Complimenten dus ook voor Lasse Stenkilde, de rustigste van de drie mede-eigenaren en degene die de leiding had over het hele project.
 
De Zenvo ziet er niet alleen goed uit, maar is ook goed in elkaar geschroefd. Na een lange dag in de woestijn is er niets gesmolten of van af gevallen. ‘We hebben geld en bier beloofd aan mensen die de koppeling en aandrijfas konden slopen, maar dat is tot nu toe niemand gelukt.’
 
Voor 800.000 euro exclusief belastingen is de Zenvo geen koopje, maar aangezien er slechts vijftien ST1’s gemaakt zullen worden, zijn de kosten irrelevant. Wat wel relevant is, is hoe goed de auto is. Ik heb het idee dat we met de komst van de Zenvo iets bijzonders kunnen toevoegen aan het niet al te lange rijtje van iconische supersportwagens.

Reacties