Aanstaande zondag is het zover, de start van het nieuwe Formule 1-seizoen. Het Formule 1-seizoen 2008 lijkt nu al een pure klassieker te worden. Wij zetten de rivalen op een rijtje en vertellen je op wie je waarom moet letten.
Natuurlijk is makkelijk om aan te nemen dat het wereldkampioenschap Formule 1 2008 weer een rechtstreeks duel wordt tussen aartsrivalen Ferrari en McLaren – het gevecht tussen die twee stuiterde vorig jaar immers ook al wild heen en weer tussen circuit en rechtszaal, tussen voorpagina’s en internetscoops. Ongeacht van welk team er een poster boven je bed hangt, je kunt niet ontkennen dat het een geweldig spectaculair seizoen was.
Als er één ding is dat we geleerd hebben sinds Michael Schumacher met pensioen ging, is het wel dat niets zeker is. Dit jaar al helemaal niet, als je bedenkt dat de startgrid vol staat met auto’s die wel eens zouden kunnen winnen – minstens negen stuks, wat ons betreft. Welke? Welnu, naast de Ferrari’s en de McLarens is er nog de ongetwijfeld behoorlijk opgefokte verloren zoon van Renault, ene F. Alonso – compleet met twee wereldtitels en een snelle en ambitieuze teammaat. Verder zijn er nog de BMW Saubers en Nico Rosberg in een Williams. De vraag is dus: wie van hen gaan voor de dikste krantenkoppen zorgen?
Kimi versus Lewis – Regerend kampioen tegen Britse rookie
Wij zijn niet de enigen die denken dat Räikkönen er met de titel vandoor gaat – hijzelf ook. De Fin barst dermate van het zelfvertrouwen dat hij regelmatig zelf bij de bookmakers langsgaat om er een bedrag op te zetten dat hij in de eerstvolgende Grand Prix de snelste ronde neerzet (vorig jaar was hij zes maal de snelste man op de baan). Zeker, het zal een nek-aan-nek-gevecht worden met Lewis Hamilton, maar de Iceman, opgepept door het zelfvertrouwen van zijn eerste wereldtitel, gaat er waarschijnlijk met de meeste raceoverwinningen vandoor. Het zou ons niets verbazen als Räikkönen zijn wereldkampioenschap niet al op 12 oktober (na de Grand Prix van Japan) kan vieren.
Niet dat je teveel moet vertrouwen op de resultaten van de recente wintertests – Honda was vorig jaar immers niet te kloppen, totdat de eerste race van start ging – maar Kimi’s Ferrari lijkt niettemin tot dusver onverslaanbaar. Misschien wordt zijn grootste probleem wel om wakker te blijven als hij tegen het einde van een race op een comfortabele voorsprong zit – zoals vorig jaar tijdens de Grand Prix van Australië.
Wis Hamilton niet uit – zijn debuut was vorig jaar immers zo spectaculair dat bijna niemand in de gaten had dat Räikkönen stilletjes de titel greep. Hamilton zal continu in Kimi’s spiegels zitten, maar hij is nog steeds een rookie en mist de ervaring om zich buiten zinloze teamruzies te houden en af en toe geen cruciale fouten te maken. Want stopte zijn auto er vorig jaar in Brazilië echt zelf mee, of verknalde hij zijn titelkansen zelf? Formule 1 draait niet alleen om talent, maar ook om het vermogen om te kunnen omgaan met druk. Dat leer je alleen in de praktijk. Dit zou dus wel eens een tweede leerjaar voor Hamilton kunnen worden, een jaar waarin hij opnieuw net naast de titel grijpt. Volgend jaar wordt dat anders, denken we. Dan wordt Hamilton wereldkampioen, tenzij hij zo onder de invloed raakt van zijn nieuwe thuisland Zwitserland dat hij bestluit om te kappen met racen om koekoeksklokkenreparateur te worden.
Kan Alonso Renault redden? – Tweevoudig ex-kampioen zint op revanche
Het was grappig, maar ook een beetje kinderachtig, Alonso’s kleine protest tegen teambaas Ron Dennis. Die wil namelijk graag dat zijn coureurs fris gewassen en hypergladgeschoren naar buiten treden, om de driedelig gekostumeerde geldschieters van de potentiële McLaren-sponsors te paaien. Alonso paradeerde vorig jaar na zijn zomervakantie echter door de paddock met een heuse baard. Die baard bleef aan zijn kin hangen tot na de kwalificatie, maar op de racedag was de Spaanse kin weer glad als een babybilletje. Het was een veeg teken: het huwelijk tussen Alonso en McLaren was geen lang leven beschoren.
Alonso’s nieuwe teambaas, Flavio Briatore, zit anders in elkaar. Die vindt baarden cool – al zal dat de Renaults niet sneller maken. De sportkenners reageerden sceptisch toen Alonso vorig jaar meldde dat hij de McLaren MP4/22 zes tiende van een seconde sneller had gemaakt tijdens de wintertests, maar stel dat het waar was? Stel dat hij dat bij Renault ook kan? Dan doet dat team opeens weer vooraan mee en vecht Alonso tegen zijn oude werkgever McLaren – en tegen Ferrari, het team waar hij in 2009 gaat rijden.
Best of the rest – De strijd tussen de underdogs
Het mooie van de status van tweede rijder is dat je altijd de underdog bent. Het publiek houdt van underdogs, zeker als die een nummer één-coureur te kakken zetten. Zoals Sato, die Alonso vorig jaar in Canada te pakken nam. Of Hamilton, die in de eerste bocht van zijn eerste Grand Prix diezelfde Alonso passeerde.
Dit seizoen barst van de spannende tweede rijders: Felipe Massa, Heikki Kovalainen, Nelson Piquet Junior, Timo Glock en Robert Kubica. Elk van hen heeft de potentie om, als de omstandigheden in hun voordeel zijn, races te winnen. Kovalainen heeft Hamilton al een schot voor de boeg gegeven door in de wintertests op Valencia snellere tijden te laten noteren. Zeker is dat hij niet onder de indruk is van de status van zijn teamgenoot – die trouwens met graagte het gevecht met de Fin aan zal gaan.
Dat ligt heel anders bij Alonso, die opnieuw zit opgezadeld met een bloedsnelle teammaat. Nelson Piquet Junior heeft alles in zich om het Alonso in de races moeilijk te maken en zo diens status binnen het team aan te tasten. De heetgebakerde Spanjaard heeft geprobeerd dat te voorkomen door voor zichzelf de absolute nummer één-status op te eisen ten koste van Piquet – die daarmee automatisch de favoriete underdog van talloze Formule 1-fans is geworden.
Is de Formule 1 te gevaarlijk geworden? – Tractiecontrole is verboden
Tik in het zoekvenster van YouTube Kimi Räikkönen in en je vindt niet alleen racebeelden, maar ook talloze video’s van de sociale escapades van de Fin. Helaas zijn er geen clips te vinden van Kimi’s legendarische avondje uit in een stripteasetent, maar je kunt hem wel halfdronken van een jacht zien donderen. Zo iemand is hij nu eenmaal – hij doet wat-ie doet op zijn eigen manier.
Onlangs werd hem gevraagd naar zijn mening over de onveilige situaties die sommige van zijn collega’s verwachten nu elektronische rijhulp dit seizoen verboden zijn. Zijn typische antwoord: ‘Als het ze niet bevalt, kunnen ze altijd iets anders gaan doen.’ Legendarisch.
Wie Lewis Hamilton vorig jaar met zijn McLaren over de kerbstones op Monaco heeft zien dansen, weet dat de Brit evenmin bang is om zonder tractiecontrole te racen. Integendeel: ‘Het is veel leuker zo’, zei hij een paar weken geleden. Maar goed, dit is dezelfde man die onlangs aan Jeremy Clarkson vertelde dat crashen ‘spannend’ is. Weinig andere coureurs lijken dezelfde mentale voorsprong op de nieuwe situatie te hebben als Räikkönen en Hamilton.
Integendeel: David Coulthard blijft maar hameren op de veiligheidsrisico’s van het verbod op tractiecontrole – net als Felipe Massa. Een kwestie van indekken, of zijn de heren oprecht bezorgd om de veiligheid van de sport? Zoals Mark Webber onlangs zei: ‘De man met de zwaarste baan is dit jaar racedirecteur Charlie Whiting: die moet beslissen wanneer het veilig genoeg is om te racen in natte omstandigheden.’ De kans is groot dat we dit jaar meer races uitgesteld zien worden.
Kan Ross Brawn Honda helpen? – Hij won immers 7 WK’s met Ferrari
Aan het eind van vorig seizoen zat Honda volledig in het slop. Jenson Button eindigde als vijftiende in het coureurskampioenschap met zes WK-punten, teamgenoot Barrichello wist geen enkel punt te scoren, en het team wist nipt achtste te worden in het constructeurs-kampioenschap. Niet best. Sterker nog: het was gênant.
Jenson Button scoorde in de tweede helft van het seizoen 2006 meer punten dan wie ook. Wat zal hij zich beroerd hebben gevoeld toen hij vorig jaar blij moest zijn om als achtste te finishen en één miezerig puntje te scoren. Het enige positieve dat je kunt zeggen over Honda’s veel te trage RA107 is dat die auto Button de kans gaf om buiten de spotlights van de media om te gaan met de komeetachtige opkomst van Lewis Hamilton. Geen vergelijkingen, geen opgelegde rivaliteit. Button was langzaam omdat zijn auto een wanstaltig hondenhok was. Klaar uit.
Nu is tactisch genie Ross Brawn door Honda binnengehaald als redder in nood van het kwakkelende team uit Brackley. Zijn eerste doel: voorkomen dat Honda opnieuw bijna wordt verslagen door zijn eigen B-team Super Aguri. Als iemand dat kan, dan is het Brawn. De Brit heeft het afgelopen jaar doorgebracht met vissen in Zuid-Amerika, dus hij zou in ieder geval relaxed genoeg moeten zijn om te kunnen omgaan met Honda’s problemen – en met het ego van Jenson Button.
Toyota: nog twee jaar. En anders… – Gelukkig zijn ze beter als autofabrikant
Stel dat je jaarlijks twintig miljoen dollar kreeg om met Formule 1-auto’s te racen. Dan zou je natuurlijk zo lang als je kon bij het team blijven dat je zo’n jaarsalaris wilde betalen, toch? En als de auto die dat team je gaf een trage badkuip bleek, zou je daar waarschijnlijk niet al te zeer mee zitten. Waarom zou je?
Ziedaar de reden dat Ralf Schumacher het nog zo lang bij Toyota heeft volgehouden. Uiteindelijk werd het zelfs het Japanse team te gortig: eind vorig jaar liet het ‘de andere Schumacher’ na een paar improductieve seizoenen eindelijk gaan. Ralf deed nog een gooi naar het vrijgekomen racestoeltje bij Spyker – pardon: Force India – maar eindigde uiteindelijk met de tweedehands DTM-Mercedes van Mika Häkkinen.
Zijn racestoeltje is ingenomen door herintreder Timo Glock (vier races voor Jordan in 2004), die samen met Jarno Trulli mag proberen om Toyota succesvoller te maken dan het de afgelopen jaren is geweest. Er staat veel druk op de ketel want teamchef Tadashi Yamashina heeft van de Toyota-top twee jaar gekregen om het team naar de top te brengen. Anders is het einde oefening. Geen wonder dat Trulli noch Glock een jaarsalaris van 20 miljoen heeft.
Is Monaco uit de gratie? – Nieuwe circuits op de kalender
Niemand vindt het leuk om impopulair te worden. Al helemaal niet als dat gebeurt omdat hij wordt voorbijgestreefd door iemand die beter is dan hij. En nu dreigt Monaco, tientallen jaren lang het coolste circuit van allemaal, opeens een anachronisme te worden. Dankzij Singapore.
Met een nachtrace op de straten van Marina Bay doet Singapore een gooi naar de hier moet je gezien worden-status waarop Monaco het patent had. Geloof ons, er is dit jaar geen betere plek om een Grand Prix te bekijken dan in Singapore. Dan wordt er ook nog voor het eerst een stratenrace georganiseerd in Valencia. Het lijkt erop dat de F1-bonzen eindelijk de juiste manier hebben gevonden om hun product sexier te maken. Kom maar op.
Alle data en circuits voor 2008 in een oogopslag? Klik dan
hier.
Reacties