Met elke grote regelwijziging in de Formule 1 gaan ontwerpers koortsachtig op zoek naar mazen in het regelboek, waarmee ze een voorsprong kunnen behalen op de concurrentie. Met de regelwijzigingen van dit jaar lijken er geen grote loopholes gevonden te zijn. Maar in 1997 was het McLaren die met een F1-auto met twee rempedalen een halve seconde per ronde sneller was dan de rest.

Drie pedalen in de auto deden de gebruikelijke dingen, namelijk gas geven, remmen en koppelen. Maar het vierde pedaal had wel een bijzondere werking. Door deze in te drukken kon één achterwiel, onafhankelijk van de andere, afgeremd worden. Zie het als het besturen van een tank. Als een tank wil sturen, doet hij dit door een rupsband stil te zetten en de andere te draaien. Met dit extra pedaal konden Mika Hakkinen en David Coulthard dus veel beter en sneller insturen dan de andere coureurs en konden ze onderstuur tegengaan.

De McLaren was niet alleen een halve seconde per ronde sneller, het was ook nog eens heel goedkoop om te implementeren. Alle onderdelen voor deze toevoeging waren al aanwezig bij McLaren. Hoofdontwerper en bedenker van het idee Steve Nichols vond hiermee dus gratis snelheid voor zijn auto’s. Toch duurde het hele feest slechts een half seizoen.

Het einde van de F1-auto met twee rempedalen kwam toen een oplettende journalist een foto maakte van de binnenkant van de cockpit. Hier kwam het geheim van McLaren aan het licht. Ferrari was er snel bij om het ontwerp illegaal te laten maken door de FIA en dat lukte uiteindelijk in de tweede race van 1998. Het lukte Mika Hakkinen ondanks het verbod toch nog om kampioen te worden in dat jaar.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)