Er hoeft in een game ook maar iets voor te komen dat op een auto lijkt, en wij testen de game. Dus ook als het gaat om blokkerige frutsels uit de jaren ’80 gaat – waarvan nauwelijks te zien is dat het een auto is. Daar lag de basis. En toen kwam Outrun, weet je nog? Met je Ferrari Testarossa door Californië scheuren.
En tegenwoordig benaderen games bijna de realiteit. Als je de makers mag geloven. Wat we natuurlijk niet doen.
Met de komst van de simulator wordt het allemaal nog realistischer. Je speelt een game in een kuipstoel, met stuur en pedalen, en voor je een batterij gebogen schermen. Het ziet er allemaal gelikt uit, en er worden zelfs online wedstrijden en kampioenschappen gereden. Waar grote namen als Max Verstappen ook bij zijn terug te vinden – als ze even niks te doen hebben.
Wat blijft: de kloof tussen de werkelijkheid en een game is niet te dichten. Daarvoor zou je wind moeten voelen, geuren moeten doorkrijgen en meer. Dus geloof mensen of game-makers die zeggen dat je op bijna 90 procent zit niet. Vanuit de cockpit van een monocoque-racer je linker voorwiel op de curves plaatsen en voelen is niet te simuleren. Maar het lijkt er allemaal er op. En bovendien: het is leuk om te doen!