Doe ‘s gek… en geef jezelf een Courage Trike of een Carver One cadeau. Een bierdrinkende dame van in de vijftig en een Nigeriaanse prins gingen je voor.
Je hoeft je niet af te vragen wie nu precies wat kocht want het antwoord is tamelijk voor de handliggend. Het was dus inderdaad de dame in kwestie die haar spaarvarken plunderde voor de Courage Trike en de prins die zijn welverdiende naira’s (de munteenheid van Nigeria) uitgaf aan een Carver One. En geloof het of niet, de bierdrinkende dame is zelfs de allereerste klant die onlangs de sleutels van haar Courage in ontvangst mocht nemen. Leuk voor de dame, maar ze bevestigt daarmee toch lichtelijk de vooroordelen over trike-rijders.
Zoals je weet zijn trike-rijders over het algemeen gezette mannen en vrouwen met meer dan één tatoeage, een flinke baard en de nodige aandelen Heineken weggestopt onder hun zwartleren doodskopvest. En inderdaad, ze rijden op drukversierde driewielers die extreem veel lawaai maken en zodanig blinken van het chroom dat je zo’n gek zonsverduisteringsbrilletje op moet zetten om ze überhaupt gade te kunnen slaan. Kortom, het imago van een triker is in onze ogen – en ongetwijfeld ook in die van anderen – niet best.
Dat is jammer voor Gerard Adriaans, bedenker en ontwerper van de Courage Trike, want zijn creatie blijft ondanks het afwijkende uiterlijk en dito prestaties toch écht een trike met de daarbijbehorende doelgroep. Gerard realiseert zich dat ook en daarom heeft hij het met dat buitengewone uiterlijk en die superprestaties van zijn Courage gemikt op een alternatieve doelgroep, op een ander slag mensen dat houdt van cabrio- en motorrijden en niet op lui die alleen houden van chroom, leer en lawaai. Een gewaagde beslissing, maar Gerard bedacht niet voor niets de naam Courage (dat mag je op z’n Engels of Frans uitspreken) voor zijn trike. Dat mikken op een andere doelgroep wil natuurlijk niet zeggen dat Gerard geen trikes verkoopt aan stereotype trikers, maar dat verklaart wel waarom de Courage trike zo anders is dan de ‘reguliere’ trikes. Dat zie je niet alleen, maar dat voel en besef je pas als je er op hebt gereden.
‘Gasgeven doe je met de rechter gashendel, schakelen met de pook aan je linkerhand, de koppeling bedien je met het pedaal dat zweeft in de buurt van het linker knipperlicht’
Voordat we gaan rijden, eerst een blik op dat afwijkende ontwerp van de Courage trike, van de hand van Gerard – die jarenlange ervaring heeft als computertekenaar van vouwwagens, caravans en allerlei andere voertuigen met wielen. Zoals je op de foto’s kunt zien is de vormgeving van de Courage gelukkig niet druk en wild maar wel snel, strak, laag, sportief en vooral breed (2,10 m). Het opvallende, verchroomde chassis speelt een grote rol in het design van de Courage, maar niet zodanig dat de balans tussen frame en koets is verstoord. Overigens ben je niet verplicht om voor het verchroomde chassis te kiezen, alles is namelijk mogelijk bij Courage. Je kan dus kiezen voor bijvoorbeeld een magnesiumkleurig frame, maar er is ook vrije keuze op het gebied van velgen, carrosseriekleur, bekleding, handels, spiegels et cetera. Fantastisch. Het mooiste is dat je de meeste keuzes zonder meerprijs uit kunt laten voeren. De kans is dus heel groot dat je op een unieke driewieler rijdt, zeker omdat Gerard van plan is om slechts vijf Courages per jaar (voor Nederland) te bouwen.
Op motorgebied zijn er wat minder mogelijkheden; er is een 200 pk 1,8-liter turbomotor van Audi (uit de vorige TT) voorhanden, en een 2.0 16V en 1.6 zonder turbo en dus aanzienlijk minder vermogen. Wij reden met de sterkste motorvariant en dat beviel meer dan prima. Gasgeven doe je met de rechter gashendel, schakelen met de pook aan je linkerhand, de koppeling bedien je met het pedaal dat zweeft in de buurt van het linker knipperlicht, en remmen met de ‘trapper’ aan de andere kant.
Dat klinkt ingewikkeld, maar dat is het pas als je nog nooit motor of brommer of scooter hebt gereden. Heb je dat wel gedaan, dan is het enige waar je op moet letten de breedte van de trike. Van voren is het apparaat natuurlijk hartstikke smal en dan wil je nog wel eens vergeten dat de achterzijde breder is dan Erica Terpstra in een baljurk. Niet vergeten dus.
Zodra je gewend bent aan de afmetingen van de Courage, dan kun je je lol op. Het ding is namelijk voor je gevoel zo bloedsnel (in vijf seconden naar de honderd) dat er zich al rap een glimlach op je tronie vormt die zelfs de rijwind – waar je vol in zit – niet van je gezicht krijgt. Niet alleen in de snelheid schuilt de pret, ook het feit dat je zo laag op een stabiel platform zit – door de lange wielbasis en het motorblok bij de achterwielen – draagt in grote mate bij aan het betrouwbare weggedrag en dus aan de fun-factor van de Courage trike. Draai de gashendel open en je spuit weg – koppelen, schakelen, het voelt allemaal alsof je in een auto zit, maar dan een zonder vooruit, motorkap en met slechts één wiel voor je neus.
Bochten nemen is ook even wennen door de dikke kont – je moet ook rekening houden met een behoorlijke draaicirkel. Maar eenmaal gewend, is het ook een makkie. Met name de rechtuitstabliliteit is van dusdanig hoog niveau dat je met gemak slechts met één hand – hoe cool! – kunt sturen. Zie je jezelf al zitten, met 120 km/u op de snelweg en één handje los aan het stuur? Met de andere hand zwaai je naar je medeweggebruikers die met verbazing zien dat jij er niet als een Hells Angel uitziet, maar wel op een indrukwekkende machine voorbij cruist.
We hadden zelfs zoveel lol met de machine dat we ons afvroegen of er überhaupt andere trikes zijn die zoveel gein bieden zonder dat verschrikkelijke bijbehorende imago. En, het belangrijkste van alles trouwens, dat je de Courage mag besturen zonder motorrijbewijs. Een rijbewijs voor de auto is voldoende. Je hoeft ook geen helm op, de stoelen van de Courage beschikken gewoon over gordels.
We kunnen ons ook heel goed voorstellen dat je helemaal niets hebt met trikes en daarom hebben we de Carver One bij deze ‘test’ betrokken – zodat je een alternatief hebt. De One is, zoals je vast al gezien hebt, ondanks de drie wielen geen trike; de Carver is eigenlijk met niets te vergelijken. Het is gewoon een Carver en niets anders. Dat is ook de reden dat er geen vooroordelen kleven aan Carver-rijders. Oké, dat is niet helemaal waar. We hebben toch een beetje het beeld in ons hoofd dat ze allemaal bij vlagen net zo gek zijn als hun voertuig, dat ze beschikken over teveel geld en dat ze – net als trikers – bang zijn om op een echte motor te rijden.
Kortom, niets om je voor te schamen als ‘Carvist’.
‘Wen er alvast maar aan, want iedereen, maar dan ook echt iedereen kijkt naar jou en het ‘ding’ dat je aan het besturen bent’
Over schamen gesproken; je moet absoluut niet verlegen zijn om met de Carver op pad te gaan, want de hoeveelheid bekijks die je krijgt met de One is waarschijnlijk nog groter dan de dosis die je ontvangt als je met de Courage onderweg bent. Wen er alvast maar aan, want iedereen, maar dan ook echt iedereen kijkt naar jou en het ‘ding’ dat je aan het besturen bent. Kijk je terug, dan zie je mensen lachen en staren met een blik in de ogen die zegt oké, jij ziet er heel grappig uit, maar wat is dat apparaat om je heen in hemelsnaam?
Een Carver One dus, een overdekte motorfiets waar je het dak van kan af halen, die geschikt is voor twee personen en die dankzij een ingenieus systeem kan kantelen in de bochten – net als een motorfiets. Geloof ons; dat is bizar leuk. In het begin is het wel even wennen omdat je jezelf een andere rijstijl aan moet meten. Zo is het in een Carver beter om bochten wat ruimer te nemen, alert te zijn op onderstuur en om niet te vergeten dat je – bijvoorbeeld op een krappe rotonde – soms wat verder kan sturen dan je denkt dat mogelijk is. Lijkt veel om aan te wennen, maar als je affiniteit hebt met auto’s en motoren dan is de gewenningsperiode maar kort. Ben je eenmaal geaard, dan kun je grootste lol hebben met de Carver.
In bochten probeer je al snel zo plat mogelijk te gaan en bij inhaalmanoeuvres maak je er een kunst van om op zwierige wijze een auto te passeren. Kortom, binnen de kortste keren ga je al carvend met een vinger in je neus door de ochtendspits. Ochtendspits zeg je? Dus de Carver is te gebruiken voor alledag? Het antwoord op deze vraag is ja, maar we raden het je niet aan. Daarvoor is de One te lawaaiig, de actieradius te klein en het Nederlandse weer te slecht. Wat ons betreft is de One, net als de Courage, het meest geschikt voor de weekeinden, voor de zomervakanties en voor als je de tijd hebt om lekkere stuurmanswegen op te zoeken waar je naar hartelust kunt ‘carven’ of ‘triken’. Misschien een beetje een voor de hand liggend advies, maar wel een tip die onszelf – en hopelijk jou ook – doet beseffen door wie en voor wie deze puur Nederlandse machines gemaakt zijn: voor liefhebbers door liefhebbers.
Reacties