Wat gebeurt er als je een stel Spaanse ontwerpers de vrije hand geeft om de stadsauto van de toekomst te ontwerpen? Dan krijg je geen lelijk, functioneel rugzakje waarin niemand gezien wil worden, maar dit: de Seat IBE Concept.
Lichtelijk beteuterd staan we aan de rand van een kartcircuitje net buiten Barcelona. Dit is Zuid-Europa, het zou hier altijd mooi weer moeten zijn (vinden wij), maar in plaats daarvan snijdt gure wind dwars door onze te dunne jassen. We kunnen ermee leven, want er zijn in ieder geval nergens wolken te bekennen; als het had geregend, waren we hier voor niets gekomen. Dan zou de Seat IBE conceptcar, het enige exemplaar ter wereld, geen wiel buiten z’n opslagplaats hebben gezet.
Seats opvallende elektromini komt geruisloos aanrollen om door ons aan een nadere inspectie te worden onderworpen. Op foto’s was ie al indrukwekkend, maar van dichtbij zorgt de auto ervoor dat we even sprakeloos zijn. Hij is van een simpele, pure schoonheid; eigenlijk is dit ongeveer hoe de Alfa Romeo Brera eruit had moeten zien.
Dat zou een nogal pittige opgave zijn geweest, want de IBE is zo onmogelijk laag dat er niet eens een verbrandingsmotor in zou passen. Hij is even breed als een Leon, maar twintig centimeter korter dan een Ibiza. Het resultaat is een gedrongen vorm die uit z’n voegen lijkt te barsten van de opgekropte energie. Ondanks z’n krappe afmetingen is het een imposante verschijning; een knappe prestatie van de Seat-ontwerpers, die de auto onder leiding van de Belg Luc Donckerwolke tekenden.
De carrosserie is volledig opgetrokken uit koolstofvezel, waardoor het gewicht van de auto uitkomt op een nette 1.100 kilo. Met een conventionele stalen carrosserie zou ie in de buurt van 1.200 kilo uitkomen. Toch is dat nog steeds een nette waarde. Een Citroën C-Zero weegt nauwelijks minder, en die is iel en raar.
Het lage silhouet van de IBE zorgt ervoor dat de accu’s moeilijk in de vloer verwerkt konden worden, een oplossing die Mercedes bijvoorbeeld bij de A-klasse E-Cell toepast. Seat gaf de lithium-ioncellen daarom een plaatsje onder de bagageruimte, die daardoor met 225 liter niet overdreven groot is. Klap je de achterbank naar voren dan houd je wel een handige, compleet vlakke laadvloer over. Overigens zou een groter of geavanceerder accupakket welkom zijn, want de IBE heeft een actieradius van slechts 130 kilometer. Dat is in lijn met het hedendaagse aanbod van elektrische stadskarretjes, maar is dit niet juist een auto van de toekomst?
Bij de ontwikkeling van de IBE is men te werk gegaan alsof het een productiemodel betrof. Dat wil zeggen dat alles wat zou moeten functioneren, ook functioneert. De ventilatie bijvoorbeeld, de ruitenwissers, maar ook de stereo en de uitgebreide boordcomputer, die een prachtige interface met allerlei animaties laat zien. Dat is een zeldzaamheid bij conceptcars; áls ze zichzelf al kunnen voortbewegen, hoef je niet te verwachten dat je ook elektrische ramen en airco tot je beschikking hebt. Dat maakt de IBE interessant en bijzonder, maar als uniek project bovenal ook duur.
‘Sturen gaat ongeveer even licht als op je fiets. Niet vreemd, met die smalle bandjes’
Het is daarom dat we op dit kleine kartbaantje slechts 60 km/u mogen rijden, waarbij we vanaf de passagiersstoel door een ingenieur van Seat toegesproken worden. De beste man doet vrolijk en luchtig, maar we weten zeker dat ie het eigenlijk in zijn broek doet. Neem bijvoorbeeld de velgen: 19 inch groot voor een stoere look, maar slechts 175 mm breed voor een extra lage rolweerstand. Ga daar maar eens nieuwe designbanden voor zoeken als je even een stoeprandje hebt aangetikt. Echt alles aan deze auto is uniek, dus we nemen met gepast respect plaats achter het stuur.
Voorafgaand aan de rit hebben we de specificaties even doorgenomen: de elektromotor levert een piekvermogen van 102 pk, een continu vermogen van 68 pk en een constant koppel van 200 Nm. Dat lijkt niet erg veel, en dus kijken we des te vreemder op wanneer de IBE bijzonder vlot uit de hoek komt. Hij accelereert van 0 naar 50 km/u in 3,6 seconden, en als er geen begrenzer op zou zitten, tikte hij al na 6,6 seconden de 80 km/u aan. De magische grens van 100 km/u duurt iets langer, al is 9,7 seconden geen tijd om je voor te schamen. Evenmin als de topsnelheid van 160 km/u.
Mede door de keiharde kuipstoeltjes is enig veercomfort in de IBE ver te zoeken, en sturen gaat ongeveer even licht als op je fiets. Niet vreemd, met die smalle bandjes. Het meest memorabel is echter het enige waaraan de Seat-ingenieurs tijdens het ontwikkelproces geen enkele aandacht besteed hebben: isolatie. Aangezien de elektromotor ook nog eens erg stil is, hoor je werkelijk alles wat er om je heen gebeurt; van het lichtelijk flexen van de handgemaakte carrosserie op hobbels en in bochten, tot die ene zandkorrel waar je zojuist overheen reed. Dit hoort bij de geneugten van het rijden in een conceptcar: je merkt opeens hoe waardevol iets als isolatiemateriaal is, terwijl je het dagelijks voor lief neemt.
Ondanks de lage snelheid en het gepiep en gekraak is het een belevenis om met de IBE te rijden. Het feit dat het interieurplastic om je heen (inclusief de vloer) spierwit is – iets wat geen fabrikant in z’n hoofd zou halen op een productieauto – zorgt meteen voor een bijzondere ambiance.
Naar het futuristische dashboard, met subtiel verlichte ventilatieopeningen en een groot beeldscherm in plaats van tellers, kunnen we uren kijken. Vooral omdat het geheel naadloos communiceert met de iPhone die in een uitschuifbare houder in de middenconsole staat. Deze vormt de entertainment-ruggengraat van de auto, waarmee onnodig dure ingebouwde systemen omzeild worden. Plaatjes van albums verschijnen recht voor onze neus, een route is zo gepland, en als we de iPhone (voorzien van een speciale app) meenemen, kunnen we op afstand zien hoeveel lading de IBE nog heeft en hoe ver we daarmee komen. Wanneer je de telefoon een update geeft, ontvangt de auto die in feite ook. Een schitterend, eenvoudig idee dat ongetwijfeld navolging zal vinden bij andere fabrikanten. Zo niet, dan gaan we daar op aandringen.
Seat experimenteert momenteel voorzichtig met elektrische aandrijving in de praktijk, onder andere met de plug-in hybride Leon Twin Drive Ecomotive, die reeds in kleine aantallen in Spanje rondrijdt en in 2014 op de markt moet komen. De IBE laat echter zien waartoe de Spanjaarden echt in staat zijn. Door ruim te denken hebben ze een elektrische auto neergezet die compact en praktisch genoeg is voor stadsverkeer, en sexy genoeg om door te gaan voor een begeerlijk sportautootje. Zo zien we het graag.
Wanneer we uitstappen na ons ritje, houdt de Seat-ingenieur het standaardpraatje dat we veel elementen van de IBE zullen terugzien op toekomstige modellen. We vragen hem op de man af: waarom neemt Seat deze auto niet gewoon in productie? Hij glimlacht. Dat kan twee dingen betekenen: of hij vindt ons een stel simpele kinkels, of hij weet iets wat wij niet weten.
Reacties