Het VK kent veel schuren. Trek een willekeurige schuurdeur open en je hebt kans dat je een moedig persoon ambitieus aan een eigen lichtgewicht sportauto ziet werken. Caterham, BAC en Ariel zijn allemaal succesvolle Britse bedtijdverhalen voor raceliefhebbers. Nu wil Amerika ook een stukje van de taart hebben (wanneer niet?) met de straatlegale Vandal One.

De Vandal One oog niet slecht

Laten we het met zijn allen eens zijn dat de Vandel One er niet slecht uitziet. Op de cv’s van potentiële werknemers stonden namen zoals McLaren, Lotus, Lola en Mazda. Het bemachtigde talent stak de koppen bij elkaar om een serieuze sportauto te creëren.

Vandal bouwde de auto rondom een koolstofvezel monocoque. Achter de bestuurder zit de turboviercilinder uit de Civic Type R – Ariel gebruikte dezelfde motor voor de Atom 4. Waar de Ariel Atom 4 maximaal 325 pk had, heeft deze Vandal One minimaal 345 pk. Met de nadruk op minimaal. De Vandal One R met 568 pk moet gaan leveren bij 9.000 tpm.

Meer dan 1 pk per kilo

Alsof het vermogen en het toerental niet dwaas genoeg is, kijk dan even naar wat de weegschaal aangeeft: slecht 555 kilo. Dat is dus meer dan 1 pk per kilo.  De Ariel Atom 4 doet al nare dingen met je gelaat bij het accelereren – moet je even aangaan wat de Vandal kan. Plastische chirurgen zijn jaloers op hoe strak dit ding de huid trekt.

De motor stuur het vermogen naar de achterwielen. De sequentiële versnellingsbak van Sadev met flippers op het stuur schakelt in slechts 40 milliseconden over. In totaal zijn er zes versnellingen (en nog een achteruit).

De hydraulische dempers van de Vandal One zijn instelbaar met een hoogtebereik van 12,7 centimeter. De stabilisatiestangen zijn ook instelbaar net als de hardheid van de JRi-dempers. Allemaal wat ingewikkeld voor je? Vandal stelt de boel graag voor je in.

In tegenstelling tot de BAC Mono en Caterham 620R heb je geen slangenlichaam, feeënstof en 1.000 uur aan yoga nodig om erin te passen. De Vandal One is vrij ruim en dus geschikter voor de normale mens (misschien niet voor de gemiddelde Amerikaan). De aerodynamica werd met een digitale simulator ontwikkeld voor maximale prestaties en alle carrosseriedelen zijn volledig wisselbaar.

Hebben?

Het klinkt allemaal duur maar het valt op zich nog mee. De instapprijs is ruim 107.000 euro maar met een paar opties aangetikt eindig je al snel op de 171.000 euro. En dat is zonder belastingen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)