In gesprek met F1-coureur Lando Norris

Een week voordat hij zijn allereerste Formule 1-Grand Prix reed, zag de 19-jarige F1-rookie Lando Norris op een winderig dakterras boven Trafalgar Square in Londen al hoe het is om de wereld aan je voeten te hebben. Nu, na een stormachtige seizoenstart, heeft hij de wereld in de palm van zijn hand. We schuiven aan met een paar vraagjes. TG: Hoi Lando. Wanneer keek je voor het eerst naar een F1-GP? LN: Ik denk dat ik toen misschien zes of zeven jaar was, zo rond 2005. Ik herinner me het moment dat Lewis bij McLaren kwam, en het seizoen dat Alonso tegen Hamilton reed. Dat zijn de eerste paar races in de Formule 1 die ik me kan herinneren. Toen ik nog jonger was, was ik eigenlijk niet zo erg geïnteresseerd in de Formule 1. Ik vond het toen veel leuker om naar de MotoGP en naar motorcross te kijken. Wie zijn je F1-idolen? Ik heb niet echt veel F1-idolen gehad. Sinds ik vier of vijf was, is Valentino Rossi altijd mijn held geweest; hij is de coureur waarnaar ik het liefst keek en die ik het meest supportte. Er zijn rijders in de F1 die ik gedurende de jaren heb zien groeien, en ik ben geïnspireerd door verschillende aspecten van hen – van sommigen zijn dat hun racekwaliteiten, van anderen hun concentratievermogen of hun persoonlijkheid. Je wilt niet iemand idealiseren en precies zo worden, je wilt een beetje van dit en een beetje van dat. Tegen wie wil je het dit seizoen het liefst opnemen, wie is je favoriete opponent? Niemand in het bijzonder. Natuurlijk wil ik de strijd aanbinden met de echte toppers – Lewis, Vettel, Kimi. Er zijn heel wat jongens tegen wie ik het wil opnemen, al zal het lastig worden tegen de Mercedessen en de Ferrari’s. Iedereen in de F1 is erg goed, dus wie het ook is, ik weet van tevoren dat ik nooit tegen een betere coureur zal hebben gereden. George Russell en ik hadden een paar mooie momenten afgelopen seizoen, maar lang niet zoveel als ik zou hebben gewild.

Hoe zul je je voelen als je Lewis Hamilton of Sebastian Vettel in je spiegels ziet verschijnen? Ik heb geen idee, dat kan ik echt pas zeggen als het zover is. Ik respecteer de coureurs stuk voor stuk enorm, dus als het me lukt om Lewis in te halen, dan zal dat cool zijn om na te vertellen. Maar ik denk niet dat dat dit seizoen al zal gaan gebeuren, het is meer iets om me voor de toekomst op te verheugen. Wanneer haalde je je rijbewijs? Ongeveer toen ik zeventien-en-een-half was. Ik heb mijn praktijk de eerste keer gehaald, maar de theorie pas de tweede keer, de eerste keer zakte ik vanwege een paar stomme vragen. Wat was je eerste auto? Een Mini Cooper D. Ik kon een goede deal krijgen via de British Racing Drivers’ Club, en dat was een heel leuke eerste auto om te hebben. Daarna kreeg ik een Clio RS, via Renault [de motorleverancier van McLaren F1, red.]. Dat was mijn eerste automaat. Hebben ze je nog geen McLaren gegeven? Nee! Ik zou er natuurlijk ontzettend graag een willen, maar ik ben veel van huis dus ik zou er waarschijnlijk niet vaak in rijden. Ik ben gek op de P1 en op de 720S. De auto die ik wel zou willen hebben voor dagelijks gebruik is de 600LT – die is wat kleiner, ziet er heel cool uit, en is niet zo opvallend als de 720 of de P1. Hopelijk kan ik er een verdienen door goed te rijden. [red. inmiddels heeft Lando Norris een 570S van McLaren in ontvangst genomen] Het is een interessante tijd om voor McLaren te racen, in deze transitieperiode. Ik ben er twee jaar geleden bij gekomen, dus niet echt in de beste tijd. Ik hoef me geen zorgen te maken over hoe we vooraan blijven rijden, zoals Lewis toen hij erbij kwam. Nu is het meer de vraag hoe we weer vooraan kunnen komen en hoe ik de best mogelijke coureur kan zijn in deze auto, in afwachting van betere tijden. Vertel eens wat over je Sim-racen? Ik speel iRacing onder mijn eigen naam, waar ik waarschijnlijk snel mee zal moeten stoppen. Heb je de video van Verstappen pas nog gezien? We zitten in hetzelfde iRacing-team. Hij deed een paar rondjes, en een of ander figuur bleef hem dwarszitten, dus zette Max ’m zo in het grind. Je raakt weleens geïrriteerd natuurlijk, wij spelen het ook maar gewoon voor de lol. Ik begrijp best dat mensen graag willen zeggen dat ze hebben geracet tegen een F1-coureur, maar we moeten oppassen: voor je het weet komt het in het nieuws en heb je een slechte reputatie.

Wat is je favoriete circuit in de echte wereld? Dat gaat tussen Spa, Austin en Silverstone. Maar ik kijk er ook erg naar uit om te rijden op de vier circuits waar ik nog nooit heb gereden – Singapore, Shanghai, Montréal en Australië. Ik ben ook nog nooit in een van die landen geweest. Er is dit jaar een minimumgewicht voor de coureurs… Yep, 80 kilo, inclusief de stoel. Met mijn uitrusting maar zonder stoel weeg ik nu ongeveer 71 kilo. Dus hebben we ballast moeten toevoegen, en mag ik eten wat ik wil, zolang ik tenminste niet al te zwaar wordt. Als je bijvoorbeeld tien kilo te zwaar bent, dan kan dat je twee of drie tiende van een seconde kosten. Dat moet je natuurlijk niet willen. Dus niet te veel taart eten. Ik ben altijd vrij licht geweest. Zelfs met het karten, toen ik elf was, was er een minimum­gewicht van 40 kilo, en ik woog maar 38 kilo. Dus droeg ik loden inlegzooltjes en loden ‘enkelbeschermers’. Dat was natuurlijk niet de bedoeling. Iemand deed z’n beklag bij de jury en dat eindigde ermee dat ik gefouilleerd werd voor een van de races. Je teammaat dit jaar is Carlos Sainz. Hoe goed kunnen jullie overweg? Heel goed. Het is de eerste keer dat ik maar één teammaat heb, op de F2 na dan, dus ik wist niet zo goed wat ik er precies van moest verwachten. Carlos is een toffe gozer, hij is erg snel, en ik kan veel van hem leren – dit is al zijn vijfde jaar in de F1. Hij heeft veel meer ervaring dan ik, dus ik moet er zo veel mogelijk uithalen, en zo veel mogelijk van hem ­proberen te leren. Heb je een mentor? Niet echt een mentor, maar wel mensen die me geholpen hebben om te komen waar ik nu ben. Mijn vader. Mijn trainer. En mijn manager, die ook mijn rijcoach is. Hij kwam altijd naar al mijn races en zal ook naar alle F1-races komen. Fernando was een paar dagen bij de tests voordat het seizoen begon, in Barcelona. Hij was bij de debriefing en gaf zijn advies. En ik heb natuurlijk op Daytona met hem gereden. Ben je een snelle leerling? Een deel van mijn werk tijdens de winter bestond eruit om de technici feedback te geven. Ik moest na iedere volgende test luisteren naar wat ik eerder had gezegd, want ze nemen alles op. Het is zoiets als Formule 1-huiswerk. Ik ben erg vooruitgegaan! Ieder klein beetje dat je kunt verbeteren, zorgt ook voor betere prestaties.