Het moment waarop ik hoorde dat ik een stoeltje zou krijgen in de Formule 1 was op de zaterdagavond van de Russische Grand Prix – ik was daar om te racen in de Formule 2. Ik kreeg een bericht van mijn manager waarin stond dat Claire (Williams) een afspraak met me wilde. Ik had goede hoop, maar geen idee of het niks bijzonders was of het moment dat ze ‘het’ me zou vertellen.

Toen het dat laatste bleek te zijn, was het echt surrealistisch. Die hele toestand met Esteban Ocon dit jaar, toen hij twee deals leek te hebben maar uiteindelijk met lege handen stond, betekende wel dat ik het niet wilde vieren voordat het contract echt was getekend, al vertrouwde ik wel op het woord van Claire.

Ik had Charles Leclerc de Formule 2 zien winnen in zijn eerste seizoen en daarna meteen een prachtig jaar in de F1 zien rijden, dus ik had er alle vertrouwen in dat mijn resultaten op waarde zouden worden geschat. Ik wist dat als ik me op de baan maar zou bewijzen, ik vanzelf wel de kans zou krijgen.

Snelle verandering voor George

Het ging allemaal erg snel. Nadat Claire het me had verteld, zat ik een week later in Japan, waarna ik meteen terug naar Engeland vloog voor gesprekken met de media en trainingen in de simulator. Toen het nieuws naar buiten kwam, heb ik het weekeinde doorgebracht met mijn familie – ouders, broer, zus, hun partners, mijn vriendin. We openden een fles champagne, of twee of drie, en koesterden het moment.

Ik was samen met de mensen die me mijn hele carrière hebben gesteund – ze hebben er heel veel voor opgeofferd. De grootste verandering in de F1 ten opzichte van het leven daarvoor is het aantal verplichtingen dat je ineens hebt: dagen in de fabriek, de media, de sponsorbijeenkomsten, reizen naar de races, het testen, de nabesprekingen – het gaat maar door en door.

Het is iets dat je aan de buitenkant niet ziet; dan denk je dat de zon altijd schijnt en je de hele dag in glorie en geluk doorbrengt, op de mooiste plaatsen ter wereld. Je kunt het niet vergelijken met de juniorenformules, maar ik realiseer me dat het juist hierom draait in deze sport en dat je al die dingen zult moeten doen om aan de top te komen. Aanvankelijk komt het als een schok, maar het is heerlijk als je er eenmaal aan bent gewend.

De jongeren zijn aan de beurt

Dat je zo jong bent als ik ben, vormt geen beletsel. Gedurende de afgelopen vijf jaar is er een jongere generatie opgestaan met Verstappen, Ocon, Leclerc, Norris, dus jong zijn is nu de norm. Hopelijk zullen wij de dominerende namen zijn in onze sport, de komende jaren.

De idolen van George Russell

Mijn vroegste herinneringen aan de Formule 1 stammen uit het tijdperk van Michael Schumacher. Natuurlijk was ik een groot Schumacher-fan om mee te beginnen, maar ik zou niet durven zeggen dat hij nou meteen mijn idool was. Er zijn twee coureurs die ik echt bewonder. Ten eerste is dat Lewis Hamilton – altijd als hij de baan op gaat, weet zijn team dat ze op hem kunnen vertrouwen, hij doet altijd zijn werk. De afgelopen twee jaar heb ik met Mercedes gewerkt; ik heb steeds meer bewondering gekregen voor hem, en ik heb gezien hoeveel invloed hij binnen het team heeft. De andere coureur is Montoya. Ik heb altijd genoten van zijn agressieve manier van inhalen en zijn algehele houding op de baan.

Waar gaat George Russell voor?

Uiteindelijk is het mijn doel, als coureur, om wereldkampioen in de Formule 1 te worden. Als je me vraagt wanneer, dan weet ik dat nog niet. Dit jaar wil ik vooral het maximale uit de auto halen als ik op het circuit rijd, of dat nou voor het podium of voor de vijftiende plaats is. Ook wil ik een band opbouwen met iedereen in de fabriek – die relatie is heel belangrijk. Deze sport en deze auto’s zijn zo complex dat als we niet allemaal in dezelfde richting werken en kijken, het onmogelijk is om alles goed samen te laten komen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)