Het is toch een beetje Hollands Glorie – de Mitsubishi Outlander rolt in het Limburgse Born van de band. Sinds kort in gewijzigde vorm.
 
Er zijn van die facelifts die zo goed uitpakken dat je je haast afvraagt waarom de auto er niet meteen vanaf het begin al zo heeft uitgezien. De nieuwe Outlander is er een sprekend voorbeeld van. Het was immers helaas pas bij de schepping van de Lancer dat een Mitsubishi-ontwerpgenie de zogenaamde ‘Jet Fighter’-grille uitvond en toen reed de Outlander al een tijdje rond. Maar vooruit, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, nietwaar, en dus heeft de Outlander nu die stoere trapeziumvormige grille gekregen. Grappig – het staat hem veel beter dan de Lancer, wat weer reuzebenieuwd maakt naar diens facelift. In dezelfde moeite door werden ook de koplampen, verstralers, wielen, en voor- en achterbumpers aangepast en werden er richtingaanwijzers in de spiegels geplaatst.
 
In het interieur wijzigden de bekleding, de meters en het infodisplay, en werden (in duurdere versies) delen van het dashboard met mooi gestikt kunstleer afgewerkt. Kleine dingetjes, maar ze werken wel. Het oogt allemaal net iets verzorgder, al blijft vooral het dashboard wel een beetje een kale, zwarte vlakte.
 
Ook niet onbelangrijk is de komst van een nieuwe motor: een tweeliter benzine die in de voorwiel-aangedreven Outlander de dikkere (en dus aanzienlijk minder zuinige) 2.4 vervangt. Die laatste motor blijft trouwens wel leverbaar voor de vierwiel-aangedreven versies – dan kun je diens 23 extra pk’s immers goed gebruiken. Het is op zich helemaal geen verkeerde motor, die tweeliter. Hij levert 147 pk en dat is voldoende, niets minder maar ook zeker niets meer dan dat. Hij moet duidelijk wat harder werken om die hele klomp Outlander op gang te krijgen, en dat laat hij horen ook. Eenmaal op snelheid is hij redelijk stil. De motor is verkrijgbaar met een handbak of een CVT-bak die je zelf met behulp van enorme peddels achter het stuur kunt schakelen. Het voordeel van die bak is dat hij maar 500 euro extra kost, het nadeel is het concept – hij klimt bij versnellen niet geleidelijk in de toeren, maar knalt meteen naar het optimale toerental en blijft daar dan hangen. Het werkt uitstekend, zeker bij zo’n relatief kleine motor, maar rustig is anders.
 
Voor de rest was en blijft de Outlander een prima auto. Fijne stoelen, een goed stuur- en weggedrag, ruimte zat en (als optie) een beul van een Rockford-Fosgate-audiosysteem met 710 (!) watt. Daarnaast is de prijs zonder meer vriendelijk: vanaf 26.999 euro. Onze Intro Edition is twee mille duurder en profiteert van alle vernieuwingen (zoals leer op het dashboard), een ‘Chrome Pack’, roofrails, getint ‘privacy’ glas, regensensor en cruise control. Een aanrader derhalve. De Outlander kan er weer een tijdje tegen.

Reacties