In een presentatie van ongeveer anderhalve week onthulde de Fiat/Chrysler-groep gisteren haar strategie voor de komende jaren. Daar zat ook een uitgebreid plan voor het geplaagde Alfa Romeo bij, dat in ieder geval bestaat uit acht nieuwe modellen vóór 2018, waaronder een rivaal voor de BMW 3-serie en een roadster. Da's ambitieus.

Met veel doelstellingen en weinig details gaf Alfa-CEO Harald Wester te kennen hoe hij het bedrijf zal gaan transformeren. Hij belooft dat zijn auto's binnen een paar jaar direct zullen concurreren met de allerbeste Duitse modellen.

In het plan blijkt geen ruimte meer voor de MiTo: die verdwijnt en zal niet worden vervangen. Of dat een slimme zet is in een tijd van downsizing, valt te bezien, maar laten we niet doen alsof wij er alles van af weten. De tweezits sportauto die in samenwerking met Mazda wordt ontwikkeld, waarover we al tijden geruchten horen rondgonzen, zal toch geen Alfa worden, maar een Fiat (of Abarth). Tot zover het minder constructieve nieuws.

Eind volgend jaar zal Alfa Romeo namelijk de langverwachte opvolger van de 159 onthullen, een 3-serie-concurrent in de dop. Het jaar erna volgt een tweede carrosserievariant; dat zal dan de stationversie zijn. Er komt ook een grotere sedan, die zijn pijlen op de 5-serie zal richten, ergens vóór 2018. Deze auto's krijgen naar keuze achterwielaandrijving of vierwielaandrijving.

Tegen 2018 volgt ook een opvolger voor de Giulietta, die volgens bronnen op het bestaande voorwielaangedreven platform blijft staan, en ook twee carrosserieën zal krijgen: een vijfdeurs hatchback en waarschijnlijk een sedan of coupé. Daarnaast heeft Alfa rond dezelfde tijd twee crossovers rondrijden; een op basis van de Giulietta en een op het platform van de grotere sedans. En dan volgt er nog een 'liefhebbersauto', waarschijnlijk een Spider volgens klassiek recept, met de motor voorin en achterwielaandrijving. Die dan dus zijn platform niet met de nieuwe MX-5 zal delen. Denken we.

Wester geeft aan dat toekomstige Alfa Romeo's allemaal aan vijf karakteristieken zullen voldoen. Ten eerste: vooruitstrevende, innovatieve motoren. De verdeling zou als volgt zijn: een kleine viercilinder benzine (rond 1,4 liter) met 110-180 pk, een 1.8 viercilinder met 170-320 pk en een 2,7-liter zescilinder die meer dan 500 pk kan leveren. Diesels komen er met vier of zes cilinders en vermogens van 110 tot 350 pk.

Ten tweede zullen de auto's licht zijn. Alfa gaat voortaan voor een toonaangevende pk/gewichtsverhouding. Ten derde zal dat gewicht ook goed verdeeld zijn: een nette 50/50-split over voor- en achteras. Dit is interessant, want Wester geeft niet aan dat achterwielaandrijving een vereiste zal zijn voor alle Alfa's; en met een voorwielaandrijver krijg je al snel meer gewicht in de neus.

Punt vier is een verzameling 'unieke technische oplossingen'. Fiat-opperhoofd Sergio Marchionne geeft aan dat nieuwe vindingen als eerste naar Alfa zullen gaan. En als vijfde kenmerk van 'het nieuwe Alfa Romeo' noemt Wester baanbrekend en oer-Italiaans design. Dat ze daartoe in staat zijn, daaraan twijfelen we geen moment.


Italië zelf loopt sowieso als rode draad door de plannen. Marchionne zegt erover: 'Alfa's moeten in Italië worden gemaakt met een Italiaanse aandrijflijn. Sommige dingen horen bij een bepaalde plek. Alfa hoort bij Italië, net als Ferrari en Maserati.'

Misschien denk je op dit punt: mooie praatjes allemaal, maar we hebben eerder allerlei voorspellingen en beloftes aangehoord van de Alfa-bazen, en toch is het merk de afgelopen jaren weggekwijnd. Op een conferentie voor investeringsanalisten gaf Wester aan dat de kosten voor dit plan worden beraamd op 5 miljard euro, en dat het 'onmogelijk' zou zijn om Alfa opnieuw vorm te geven vanuit de ingenieurs en ontwerpcentra van de Fiat-groep zelf. Dus heeft hij een apart team opgezet, geleid door twee senior managers van Ferrari, dat tegen het eind van 2015 zal bestaan uit 600 ingenieurs van binnen en buiten de groep. Ze hebben hun eigen gebouw en ze hebben onderhand al een hoop experimenteel technisch werk verricht. Ze werken met strakke deadlines en zijn gemotiveerd.

Het is aardig om te vermelden dat de BMW i3 en i8 op eenzelfde manier tot stand zijn gekomen; buiten BMW's gebruikelijke R&D-operaties, om het 'out of the box'-denken te bevorderen.

Alfa's team ontwikkelt een gloednieuw achterwielaangedreven platform voor auto's die overal ter wereld verkocht zullen worden. Ook in de VS, waar momenteel alleen de 4C op de markt is. Het platform moet van het c- tot het e-segment inzetbaar zijn, al schijnt de Giulietta-opvolger zijn (redelijk moderne) voorwielaangedreven platform dus voorlopig te behouden. Het resultaat van dit alles? Volgens Wester moeten Alfa's verkopen groeien van 74.000 naar 400.000 stuks in 2018.

Dat wordt een hele opgave. We hebben het immers over 'maar' acht auto's; dat komt niet in de buurt van het kamerbrede modellenspectrum van de Duitse merken. Kijk je naar direct vergelijkbare auto's van Audi en BMW, en dus niet naar Mini's en A1's, grote crossovers en coupés en andere succesvolle modellen, dan zie je dat elk merk er daarvan rond een miljoen per jaar verkoopt.

Bedenk hierbij dat Alfa's reputatie in Europa nogal op losse schroeven staat. In de VS vertoont het merk nu voor het eerst sinds jaren een teken van leven, maar ze hebben er nog geen dealernetwerk. In China, waar BMW en Audi bijzonder succesvol zijn, heeft niemand ooit van ze gehoord.

Toch denkt Wester dat Alfa Romeo, in vergelijkbare segmenten, binnen een paar jaar zo'n 40 procent kan verkopen van wat Audi en BMW doen, met hun brede dealernetwerken en sublieme reputaties. Dat is nog eens je nek uitsteken. Zelfs het meer gevestigde Jaguar, dat binnenkort ook met een kleinere sedan en een SUV komt, is niet zo optimistisch in haar voorspellingen…

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear