Auto’s die fabrikanten hebben gered – Deel II

Bentley Continental GT

Vijf jaar na de overname van Volkswagen had ook Bentley een succesje nodig. Het Engelse merk verkocht gemiddeld zo’n 1.000 auto’s per jaar, wat te weinig was. In 2003 kwam de Bentley Continental GT. De prachtige verschijning met W12-motor harkte nog voor de lancering al 3.200 aanbetalingen binnen. In het eerste jaar verkocht Bentley 6.896 Continentals. Uiteindelijk verlieten van deze eerste generatie 40.000 exemplaren de fabriek.

Nissan Qashqai

De fabrieken van Nissan liepen aan het begin van de eeuw op halve capaciteit. Tot Carlos Ghosn werd aangesteld. Zijn eerste zet was om genadeloos kosten te schrappen. Fabrieken werden gesloten, wat ongehoord was voor Japan in die tijd. Zijn tweede idee was om auto’s te bouwen die mensen daadwerkelijk wilden hebben. En zo vond Nissan een nieuw segment uit: de crossover. Europa was lyrisch en de verkopen gingen door het dak.

Volvo XC90

Er zijn twee generaties Volvo XC90, en op hun eigen manier hebben beide modellen het merk gered. De eerste kwam in 2002, toen Volvo nog eigendom was van Ford. In de sedan- en stationwagenmarkt hadden BMW en Mercedes het voor het zeggen. De eerste XC90 was een veelzijdige en ruime SUV, maar hij was vanbuiten niet te groot doordat de motor dwarsgeplaatst was. Veel van zijn concurrenten hadden een motor in de lengte liggen, waardoor ze groter waren dan nodig. De eerste XC90 was een groot succes in Europa en Amerika. Nadat Geely Volvo overnam van Ford, bedacht het merk een volledig nieuw platform met verstandige motoren, goed infotainment en een slim hybridesysteem. De XC90 was de eerste van de nieuwe succesvolle serie. Mensen vielen als een blok voor de looks van de XC90 en elke Volvo die daarna volgde.

Volkswagen Golf

Het verhaal van de Volkswagen Golf start bij de Kever, een van de succesvolste auto’s ooit. Tijdens zijn hoogtijdagen rolden verschillende varianten van de Kever uit de fabrieken. Maar het zette Volkswagen wel voor een lastige opgave, want hoe volg je zo’n succesnummer op? In de vroege jaren zeventig kwam Volkswagen met verschillende vervangers, onder meer de Type 4 en de EA226, een door Porsche ontwikkelde hatchback met de motor in het midden. Hiervan werden slechts 50 prototypes gemaakt, maar nét voor de productie zette de nieuwe baas van Volkswagen, Rudolph Leiding, een streep door de plannen. Onder het nieuwe management investeerde Volkswagen in een nieuwe lijn modellen. De Passat beet het spits af en kort daarna kwam de Golf, die op een nieuw voorwielaangedreven platform stond. Achteraf een goede zet, want de Golf was en is nog altijd een hit. Dat had zomaar anders kunnen zijn.

1949 Ford

Toen Henry Ford in 1947 stierf, leek hij het bedrijf mee het graf in te sleuren. Ford viel naar de derde plek wat betreft verkoopcijfers in Amerika en het aanbod bestond voornamelijk uit vooroorlogse modellen. Fords kleinzoon, Henry II, had grote plannen. Hij was in 1945 op 28-jarige leeftijd aangesteld als baas van het bedrijf. Henry Ford II overzag het ontwerp en de productie van de nieuwe Ford-modellijn voor 1949, die in slechts negentien maanden bedacht, ontwikkeld en in productie genomen werd. Op de dag van de onthulling van het model in 1948 werden meteen 100.000 bestellingen geplaatst. Het ontwerp was modern en de lijnen elegant. Het vermogen kwam van een 3,7-liter zes-in-lijn of een 3,9-liter V8. Uiteindelijk verkocht Ford meer dan 1 miljoen exemplaren.

Chrysler K-platform en minivans

Een gigantische lening van de overheid redde Chrysler in de jaren tachtig. De nieuwe CEO Lee Iacocca (tevens de bedenker van de Ford Mustang) en zijn team hadden een plan: een geavanceerd en relatief klein voorwielaangedreven platform waarmee ze goed konden concurreren met de instroom van Japanse autootjes. Op het K-platform (nee, het is geen afkorting) stonden de succesvolle Dodge Aries en Plymouth Reliant. Het platform werd vervolgens uitgerekt om de Chrysler LeBaron en New Yorker te accommoderen. Onderdelen van het platform vonden vervolgens hun weg naar Iacocca’s meesterzet, een auto die de markt van de Amerikaanse familieauto op zijn grondvesten deed schudden. Eind 1983 zagen de Plymouth Voyager en Dodge Caravan het levenslicht. Het veelgeprezen ontwerp zou ook in Europa succesvol worden, als Chrysler Voyager. Lees hier deel I van deze reeks.