Het stroomnet in Nederland en België heeft voldoende capaciteit voor het aantal elektrische auto’s dat wordt voorzien. Opmerkelijk genoeg daalt het totale energieverbruik de laatste jaren juist, door energiebesparing in huishoudens en in de industrie – al die led-­verlichting die je thuis hebt.

De Nederlandse overheid wil dat in 2020 14 procent van alle verbruikte energie uit duurzame bronnen komt; in 2023 moet dat 16 procent zijn. In 2017 lag dat percentage nog op 6,6. Al in 2020 zal volgens bepaalde verwachtingen windenergie goedkoper zijn dan energie uit fossiele brandstoffen.

Ook andere duurzame bronnen worden steeds belangrijker, omdat ze economisch aantrekkelijker worden. Zelfs ongesubsidieerde zonne-energie is op dit moment een van de goedkoopste bronnen. We zullen niet met een stroomtekort te maken krijgen. Maar dat is bij lange na niet het hele verhaal. Het gaat niet alleen maar over stroom, het gaat over vermogen – het energieverbruik in de loop van de dag.

Het opladen moet slim gebeuren

Als iedereen thuis zou komen van zijn werk en om half zeven zijn auto zou gaan opladen, wat op dit moment het patroon is, dan zou een groot deel van het stroomnet wel degelijk op tilt slaan. Want rond dat tijdstip is er al sprake van een aanzienlijke stroompiek omdat er in het overgrote deel van de huishoudens gekookt wordt – ook dat gebeurt immers in toenemende mate op elektriciteit.

Dus moet het opladen slim gebeuren. Zowel anekdotisch bewijs als onderzoek maken duidelijk dat dat mogelijk is. Bijna alle elektrische auto’s zijn gekoppeld aan de smartphone van de bezitter met een app waarmee hij of zij à la minute kan inpluggen maar pas later gaat opladen – normaal gesproken ’s nachts, als de stroom goedkoper is. En waarom is stroom ’s nachts goedkoper? Omdat er dan – op dit moment nog, althans – minder vraag naar is.

Maar dat is niet voldoende. Stel dat meerdere mensen in één straat hun auto op hetzelfde tijdstip ’s nachts laten opladen. In sommige gebieden zou het stroomnet daar niet op berekend zijn. En dus is het handig wanneer laadpalen onderling met elkaar kunnen communiceren en zo de belasting kunnen spreiden.

Financieel voordeeltje?

Als je autobezitters een klein financieel voordeeltje geeft, dan blijkt een groot deel van hen bereid om aan een dergelijk systeem mee te werken – op voorwaarde dat ze het via de app kunnen omzeilen voor het geval ze een keer vliegende haast hebben. Dat klinkt allemaal logisch in ons digitale tijdperk, behalve dan dat er inmiddels een heleboel stroomaanbieders zijn.

Dat maakt de kwestie ingewikkelder. Bovendien zitten de laadpaalfabrikanten niet allemaal op één lijn wat betreft het uitwisselen van kennis en informatie. Maar samenwerking is een bureaucratische kwestie, geen technische. Als het meezit, zijn dit soort problemen wel op te lossen.

Het alternatief is het vermogen verhogen

Mocht het lokale stroomnet op deze manier niet ontzien kunnen worden, dan zou het alternatief zijn om het vermogen te verhogen. Dat zou gepaard gaan met aanzienlijke investeringen – voor het Vere­nigd Koninkrijk worden deze geschat op zo’n 2,5 miljard euro – en die kosten zouden we uiteindelijk weer allemaal op onze stroomrekening gaan terugzien.

Het is lastig om te voorspellen hoeveel elektrische auto’s er in de toekomst rond zullen rijden. Maar slim laden en het spreiden van de belasting van het stroomnet zullen de komende tijd voor het respijt zorgen waarin kan worden nagedacht over en ingespeeld op een ­toekomst waarin elektrische auto’s in steeds groteren getale het verkeersbeeld zullen bepalen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear