Chrysler zal best een beetje nerveus zijn geweest toen het grote schip Stellantis de trossen losgooide. Fiat en Chrysler sloten zich aan bij het Peugeot-clubje om een automobiele mammoettanker vol olie te vormen (het wordt allemaal elektrisch, maar die dingen zijn nu eenmaal niet zomaar uit hun koers te krijgen).
Je zou makkelijk voorbijgaan aan het feit dat Chrysler dit al eerder had gedaan, toen het in 1998 met Mercedes een supergroep vormde die bedoeld was om bestaande kaders te doorbreken en allerlei fantastische synergieën te ontwikkelen. Het ging niet zo goed. Het hoogtepunt was wellicht de Chrysler ME Four-Twelve conceptcar die zijn debuut maakte op de Detroit Motor Show in 2004.
Wat betekent ME Four-Twelve?
De naam was een mysterieuze code waar ze in de Koude Oorlog nog een puntje aan hadden kunnen zuigen. Hij stond voor Mid Engine, vier turbo’s en twaalf cilinders. Hij had in productie kunnen gaan onder de naam Chrysler HIAMO – Het Is Allemaal Mercedes Onderhuids.
Hij had de aluminium 6,0-liter V12 van Mercedes die al dienst had gedaan in luxe slagschepen en de originele Pagani Zonda. De vier turbo’s pompten het vermogen op naar 850 pk en het koppel naar 1.150 Nm, wat angstaanjagend genoeg allemaal naar de achterwielen ging via een zeventraps automaat met dubbele koppeling. Als ie negentien jaar geleden daadwerkelijk in productie zou zijn gegaan, was hij minstens vijf minuten de krachtigste – en snelste – productieauto ter wereld geweest.
Hij zag er zonder meer uit als een exotische hypercar. Met een hoogte van 1,1 meter zou ie niet eens in de achtbanen van de Efteling mogen, maar zijn breedte van 2 meter zorgde wel voor een ultralaag zwaartepunt. Er was gebruikgemaakt van een kuip van een mix van koolstofvezel en aluminium in een honingraatstructuur. De aerodynamische carrosserie was ook van koolstofvezel.
De prestaties van de Chrysler ME Four-Twelve
De ME Four-Twelve zou als het puur op de geclaimde cijfers aankwam zonder meer indruk hebben gemaakt; een sprintje naar 100 km/u zou niet meer dan 2,9 seconden hebben hoeven duren en van 0 naar 160 km/u was een kwestie van 6,2 tellen. De top zou 400 km/u hebben bedragen, maar elk ander cijfer hadden we ook geloofd. Dankzij alle exotische materialen, en ondanks die zware motor, woog hij maar 1.310 kilo. Zonder de bestuurder, uiteraard.
Er zijn twee exemplaren van de ME Four-Twelve geweest – een voor de show in Detroit, die wel kon rijden maar lang niet zo snel als was beloofd, en een die onder handen was genomen door Chryslers onvolprezen SRT-afdeling, die wél alle geclaimde prestaties wist neer te zetten.
Hoe duur zou ie zijn geweest?
Zoveel snelheid, daar had wel een prijskaartje aan gehangen; Chrysler mikte op 500.000 dollar voor de productieversie van de ME Four-Twelve. Maar het was ook de tijd dat zich scheurtjes in de huid van het moederschip DaimlerChrysler begonnen te vertonen. De productie van een dure hypercar was al snel één ijsberg te ver. En dan nog: zou jij er de aanzienlijk goedkopere Ford GT voor hebben laten staan?
Reacties