Er wordt weleens gezegd dat het de definitie van krankzinnigheid is om telkens exact hetzelfde te doen en toch een ander resultaat te verwachten. Sterker: het was meneer Einstein die dit zei, en wie zijn wij om hem in twijfel te trekken? Toch is dat precies wat Franse autobouwers doen met grote, luxe auto’s. Ze blijven ze maar maken, het publiek blijft ze maar niet kopen.

Neem deze showstopper van de Salon van Parijs van 2006: de Citroën C-Métisse. Niet de Matisse, natuurlijk; ze waren tenslotte al scheppen geld kwijt om de handtekening van Picasso op de zijkanten van steeds saaier wordende MPV’s te mogen zetten. Deze wonderlijk ogende vierdeurs GT vertegenwoordigt op behendige wijze alles wat Gallische autobouwers willen dat je van ze koopt, en wat ze in verschillende vormen zullen blijven bouwen totdat je dat ook gaat doen.

De bijzondere aandrijflijn van de Citroën C-Métisse

En wat is er ook alweer tegen een gigantische, zachtgeveerde vierzits hybride? Voorin lag een 208 pk sterke 2,7-liter diesel, achterin twee elektromotortjes van 20 pk en er was een zestraps automaat compleet met flippers, een absolute must in die tijd. Met z’n drieën moesten die motoren de auto in 6,2 seconden naar 100 km/u kunnen krijgen en dan door naar een top van 250 km/u, hoewel het geclaimde verbruik van 6,6 l/100 km nogal teleurstellend was voor wat de toekomst zou moeten zijn. Peugeot experimenteerde trouwens ook met dieselhybride-technologie op de eerste-generatie 3008, in 2012, maar een succes kon je dat niet echt noemen.

De deuren waren het coolste onderdeel van de C-Métisse, en meteen ook de minst waarschijnlijke van het hele onfortuinlijke geval om ooit eventuele productie te halen. Ze scharnierden aan de onderkant van de A-stijl, waarna ze naar voren en dan omhoog schoven. Zonder meer een fraaie, theatrale manier om uit te stappen bij de lokale supermarkt.

Het interieur is zoals je verwacht bij een conceptauto

Vanbinnen was de C-Métisse conventioneel onconventioneel, als je begrijpt wat we bedoelen. Het zag er allemaal uit zoals je dat van een conceptcar verwacht – vloeiende lijnen, losse stoelen en onpraktische knopjes. Maar toen hádden auto’s tenminste nog knopjes, dus waar zeuren we over. De startknop voor de motor zat in het plafond, waarin ook, hoe apart, de hoofdsteun van de bestuurder eindigde. Maar goed, waarom ook niet, niemand doet ooit iets leuks met het plafond. Zouden meer fabrikanten moeten doen.

Was Citroën een beetje overstuur dat mensen niet wat meer opgewonden werden van de C-Métisse? Ze moesten tijdens zijn debuut een groot bord plaatsen omdat mensen hun drankjes er maar op bleven zetten. Het bedrijf bleef hameren op de sportieve rijeigenschappen van de conceptcar, maar de enige die daar ooit van heeft kunnen genieten, was degene die hem naar een groot pakhuis even buiten Parijs reed. Een luxe vergissing om nooit meer te maken. Nou, tot de volgende dan maar…

Reacties

  • Warner heeft op 27 mei 2024 geschreven:

    Heel jammer dat deze C-Métisse het niet is geworden! Citroën ontbeert aansprekende originele auto’s, die snel en comfortabel rijden! Een nieuwe elektrische DS, misschien?

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)