Autobouwers zijn altijd een turbulente mix van meningen en boodschappen geweest – dat is (onder veel meer) wat ze zulke fascinerende organisaties maakt. Maar ik heb ze zelden gezien in de staat van opperste verwarring waarin ze nu hun weg lijken te moeten vinden. De meeste autofabrikanten zijn nu twee autofabrikanten, waarbij de ene kant openlijk in conflict is met de andere. Ze zijn schizofreen. En je hebt geen idee met welke persoonlijkheid je die dag weer te maken krijgt.

Je kunt de twee persoonlijkheden gelukkig makkelijk identificeren. De ene is het oude automerk. Het werkt met in olie gedrenkte spulletjes, de balans is logisch en overzichtelijk, en het viert de lol en is trots op zijn historie. De andere is het nieuwe automerk. Het werkt met elektriciteit, de balans is volstrekt onlogisch, want er worden miljardenverliezen geleden. Het heeft geen enkele trek om ‘lol’ als concept te promoten. Het handelt in ‘mobiliteit’ en schaamt zich voor zijn verleden.

Ze hebben het niet makkelijk

Je kunt alleen maar medelijden hebben met het arme management dat deze twee bedrijven, die toch echt als één bedrijf door het leven gaan, in bedwang moet houden. Neem BMW, dat zich enorm inspant om ons ervan te overtuigen dat elektrische auto’s niet alleen afstotelijk lelijk moeten zijn, maar ook dat ze enige manier zijn om de apocalyps te overleven.

Op hetzelfde moment bestoken ze hun sociale media met foto’s van de allernieuwste M5 CS die met enige trots en zichtbaar plezier een setje dure Michelins aan het verdampen is. En dan is er nog de Classic-­afdeling, die met bewonderenswaardige hardnekkigheid glorieuze plaatjes uit het benzineverstokende verleden blijft tonen.

Is BMW een elektrisch merk of een performancemerk?

Welke van deze verschijningsvormen is het ware BMW? Zitten de ‘mobiliteits’-lemmingen van de Elektriciteitsafdeling tegenover de mensen die de M5 CS plaatsen, en werpen ze hen ­constant ijzige, afkeurende blikken toe? Gaat de figuur van BMW Classic die altijd die geweldige ‘maximaal dwars’-dingen op Instagram zet, daarna op zoek naar iemand anders die nog vaag naar drank en sigaretten ruikt? Ik mag het toch hopen.

Autobouwers zijn, net als kledingbedrijven en de mediawereld in de breedste zin des woords, de ultieme sociale spiegel. Het verhaal van de auto is het verhaal van de maatschappij in de afgelopen 130 jaar, en nu landen en mogendheden het moeizame proces aangaan hun historische acties nog eens tegen een wat kritischer licht te houden, is het alleen maar logisch dat autofabrikanten hetzelfde doen. Het probleem is alleen dat als zij door de archieven struinen, ze enorme hoeveelheden dingen tegenkomen die mensen juist wél graag willen zien.

Het kan ook niet anders

De worstelingen van de elektrische auto zijn zo lastig en – voor mij tenminste – zelfs onoverkomelijk, dat ik echt niet inzie hoe die elektrische afdeling van elk autobedrijf het in de toekomst gaat redden. Ze zijn allemaal wanhopig bezig een stem te vinden, een nieuw imago te creëren dat op de een of andere manier ook het verleden erbij betrekt, maar dan zonder ervan beschuldigd te kunnen worden dat ze de planeet een eeuw lang hebben geruïneerd.

Misschien is dit ook de reden dat Tesla zo’n ‘schoon’ aanbod lijkt. Geen verleden dat in de weg zit, wel een technologisch voordeel en de mogelijkheid je eigen geschiedenis te schrijven terwijl de tijd voortschrijdt. Volvo lijkt het ook slim te hebben aangepakt door zijn toekomst als Polestar te verpakken. Het lijkt erop dat de grote bestaande bedrijven zoveel tijd verspillen met het balanceren tussen verleden en toekomst dat ze kleine, snellere organisaties de kans laten naar binnen te glippen en marktaandeel af te snoepen. Da’s geen leuk probleem om te hebben.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear