We weten niet waarom autodesigners vinden dat ‘styling’ een vies woord is. We hebben het weleens gevraagd bij een persbijeenkomst, waarop we vriendelijk maar beslist op het gat van de deur werden gewezen. Onze inschatting is dat ze denken dat het een gebrek aan respect voor mechanische en praktische zaken suggereert, dat het tekortdoet aan het ingewikkelde proces dat het maken van een auto is door te impliceren dat ze zich bezighouden met oppervlakkigheden – hoe een auto eruitziet, namelijk, en niet hoe hij functioneert als ie vol mensen en dingen zit, en of ie wel voldoet aan alle strikte regels en wetten die voor ‘m gelden.
Is de C-Klasse Coupé daar een uitzondering op?
Dat is meteen ook waarom we vermoeden dat Gorden Wagener, Daimlers designbaas, niet al te blij zal zijn als hij hoort dat we de C-klasse Coupé hebben uitgeroepen tot de winnaar in de categorie ‘meer stijl dan ruimte’. Hij zal vermoedelijk vinden dat dat betekent dat de C-klasse slecht is in alles, behalve in mooi zijn. Dat is echter niet het geval – de C-klasse is een prima auto – maar op deze plek willen we het even hebben over z’n uiterlijk. Stijl is hier de kern van de zaak – als je een praktische C-klasse zou willen, nam je de stationwagen wel, of de sedan, of zelfs de SUV. Je koopt de Coupé omdat ie stijlvol is, niet omdat ie veel laadruimte heeft of omdat er veel kinderen in kunnen. Mooie, eenvoudige lijnen, elegant taps toelopend, bescheiden en totaal niet pretentieus: de Coupé is op elke manier en vanuit elke hoek stijlvol.
Dit is de opgepompte AMG C 63-versie, hier op de foto, maar zoveel geld hoef je echt niet aan ‘m uit te geven. De 220 d kost de helft en is niet zo snel, maar wel precies even mooi. Het is een min of meer bereikbare S-klasse Coupé, maar dan zonder de oligarch-achtige weelde. En met een heel andere prijs.
Reacties