
Betrouwbaarheid van een auto vinden we allemaal heel erg belangrijk. Je wilt immers dat een auto lekker lang meegaat en dat je er zo min mogelijk aan hebt. Toch is het nog een hele uitdaging om een auto betrouwbaar te krijgen. Een auto bestaat immers uit vele onderdelen en als er een paar het begeven, kan dat in sommige gevallen verstrekkende gevolgen hebben. Zelfs betrouwbare automerken maken soms weleens een onbetrouwbare auto.
Het overkomt de besten weleens. Zonder te gaan verklappen welke motoren er in het rijtje staan, kunnen we wel twee dingen meegeven. Als er sprake is van een technisch compleet andere auto, is de kans iets groter. Vaak zijn het de nieuwe technieken die af en toe voor hoofdbrekens zorgen. Denk aan technische maatregelen voor een lagere uitstoot of de toename van elektronica. In sommige gevallen beide.
Mercedes E-klasse (W211)
Mercedes had altijd een grote naam op het gebied van betrouwbaarheid. In de jaren ’90 kwam Jürgen Schrempp aan het roer te staan. Hij kreeg van de aandeelhouders de vraag mee of er iets meer winst gemaakt kon worden. Geen probleem. De E-Klasse 1984 tot 1995 stond synoniem voor betrouwbaarheid. Het model erna was al iets minder, met name de nauwelijks aanwezige roestpreventie.

Het ging helemaal mis met de W211-generatie. Deze kwam in 2002. De E-Klasse reed geweldig, zag er uitstekend uit en kon je krijgen met de meest hightech-opties. Het bleef helaas niet helemaal heel. Motorisch was er overigens niet zo gek veel mis mee, maar de elektronica speelde hem parten. Later bleek ook dat de roestpreventie ietsje beter voor elkaar was, maar nog lang niet goed genoeg.
Toyota Avensis Clean Power diesel & Lexus IS220d
Toyota is een merk dat synoniem staat aan betrouwbaarheid. Dat imago hebben ze overal ter wereld. Maar ook de Japanners hebben weleens een onbetrouwbare auto gemaakt. Het ging alleen mis toen ze ook dikke diesels wilden gaan maken. De 2,2-liter Clean Power-diesel was een technologisch hoogstandje. De oude Avensis-diesel had de 115 pk sterke 2.0 D4-D, wat destijds voldoende was voor vertegenwoordigers van luxe stofzuigers.

De 2.2 had 150 of zelfs 177 pk. Die laatste had ook nog eens 400 Nm. Ongelooflijke waarden voor een diesel. Die laatste motor kon je ook krijgen in de Lexus IS220d, waarmee Lexus een antwoord had op de populaire 320d. Helaas bleek de motor catastrofaal onbetrouwbaar en ging eigenlijk alles eraan kapot. Het was niet zozeer of de motor in de soep liep, maar wanneer. Niet lang daarna liet Toyota het bouwen van diesels over aan BMW.
Peugeot 308
Bij Peugeot ging het geleidelijk achteruit. Dat komt vooral omdat Peugeot jarenlang een soort Mercedes-light was als het ging om betrouwbaarheid. De 504 en 505 waren bijkans onverwoestbaar. Met name de diesels van Peugeot leken gemaakt voor de eeuwigheid. Per generatie vlakte dat ietsje af. Met de ‘07’-serie ging het al iets achteruit. Met name de multiplex-bekabeling kregen ze niet onder controle.

Overigens waren het ook regelrechte verkooptoppers, dus veel mensen kregen ermee te maken. Bij de 308 ging het zo mogelijk nog slechter, de THP-motoren waren episch onbetrouwbaar met een hoop issues die mis konden gaan, plus een hoop elektrische issues van de auto zelf. Met de facelift werden ze al een stuk beter, overigens.
Volvo XC90
Volvo was lange tijd een soort Zweedse Mercedes. Ietsje goedkoper, ietsje meer ingetogen en iets meer de nadruk op veiligheid. De 200-, 700- en 900-serie waren bijna onverwoestbaar. Dat is de reden waarom je ze nog altijd tegenkomt. Na het millennium, onder de Ford-paraplu, wist Volvo nog altijd auto’s te maken die net een paar ton langer meeliepen dan de concurrentie. Met de XC90 was dat echter niet het geval. Die auto was de eerste Volvo nieuwe stijl en eigenlijk kwam die auto iets te vroeg op de markt.

Het nadeel was dat de Nederlandse importeur het liefst zoveel mogelijk wilde hebben, in verband met fiscale voordelen. Begrijp ons niet verkeerd, in veel opzichten was de XC90 een flinke stap voorwaarts. Helaas werd het model geplaagd door vele kinderziektes, met name de PHEV’s (die iedereen kocht) met een hoop opties (die iedereen bestelde). Dit model XC90 staat nog altijd in de showrooms, maar na al die jaren heeft Volvo de kinderziektes er inmiddels wel uit. Het is nu dus geen onbetrouwbare auto meer.
Uiteraard is dit slechts een greep uit doorgaans betrouwbare merken die een auto op de markt hebben gebracht die niet helemaal perfect bleek te zijn. Mocht je zelf nog een paar leuke toevoegingen hebben, houden we ons van harte aanbevolen. Laat het weten in de commentsectie.
Wel grappig van die mercedes