Het moet één van de allerfrustrerendste dingen zijn voor de bedenkers van conceptcars: iets slims creëren en een jaar of drie later exact hetzelfde idee doodleuk ergens anders in productie zien gaan. Een uitstekend voorbeeld is deze zalige kleine Opel Maxx, een auto die al kant en klaar was (voor zover een concept dat is) toen wat in 1998 de Smart City-Coupé zou worden nog ergens in het vagevuur van zijn ontwikkelingsstadium verkeerde.

De innovatieve Maxx werd onthuld op de Salon van Genève in maart 1995, en toen in oktober nog een keer in Birmingham, maar dan met haastig over de Opel-bliksem geplakte Vauxhall-logo’s, wat het modulaire design benadrukte dat op werkelijk ieder vlak door de auto gierde.

Het perfecte plan, ruim twintig jaar te vroeg

Want inderdaad: de Maxx had een modulair platform, innovatieve nieuwe methodes in de aluminium constructie, een high-tech driecilinder en een veelzijdig, lifestyle-georiënteerd interieur. Met dit alles zou je in 2022 eenvoudig een potje ‘nieuwe-auto-aankondigingsbingo’ kunnen winnen, laat staan bijna 30 jaar geleden. Doe er nog een elektrische versie bij en je bent helemaal binnen.

Het idee was dat er een cabrio, een pick-up, een bestelvariant en zelfs een terreinwagenversie van zou komen, waarbij kopers de gelegenheid zouden krijgen om hun auto’s ook na aanschaf nog verder te personaliseren met diverse extra’s. Het interieur was ook geheel flexibel; je kon de achterbank verschuiven voor genoeg ruimte voor vier volwassenen, of voor twee volwassenen en meer bagageruimte dan in een Astra stationwagen, claimde Opel.

Specificaties van de Opel Maxx

De 1,0-liter driecilinder produceerde een machtige 50 pk (83 pk nu, als het geld was en je de inflatie zou meerekenen), deed 0 naar 100 km/u in 12,1 seconden en verbruikte maar 3,9 l/100 km. Hij was dus iets trager dan andere auto’s, maar die haalde je wel weer in als ze moesten tanken. De Opel Maxx was met z’n 650 kilo een echte vedergewicht.

Maar dat was ie figuurlijk ook vergeleken bij de auto die wél op de markt zou komen. Zijn voorwielaangedreven opzet met de motor voorin was wat gewoontjes naast de Smart met zijn achterwielaandrijving en de motor achterin. En het dashboard leek wel heel erg op een spelcomputer van begin jaren ’90.

De aantrekkingskracht van de Smart zat hem uiteindelijk in het chique design en het kleurrijke palet, waarmee hij een soort mode-accessoire voor hippe stadstypes werd. Als je een Opel Maxx zou hebben gereden, had je moeten uitleggen waaróm hij cool was, wat hem automatisch niet cool maakt. Misschien toch wel verstandig dat ie nooit het groene licht kreeg…

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear