Duitse minister van milieu kritisch over E10-brandstof: ‘Planten horen niet in de benzinetank’

Je zou zeggen dat milieuactivisten voorstander zijn van brandstof dat deels gemaakt wordt van maïs, tarwe of soja, maar dat valt vies tegen. Ze eten het liever op. Daarom zijn er nu demonstraties in Duitsland tegen de huidige E10-brandstof – en de minister van milieu is het eens met de kritiek op E10. Er zouden planten gebruikt worden die we ook kunnen opeten.

‘In tijden van meerdere crisis – het uitsterven van soorten, klimaatcrisis, voedselcrisis – geldt op een heel bijzondere manier: planten horen op het bord, niet in de tank’, zei de minister van milieu volgens Frankfurter Allgemeine. De ethanol in E10 wordt nu voor een deel gemaakt van gewassen. De tegenstanders vinden dat we eten niet moeten verbranden in auto’s.

Door geen eten te gebruiken voor de ethanol, zou de beschikbaarheid van voedsel toenemen, de druk op de voedselprijzen verminderen en de milieubelastende gevolgen van de teelt van energiegewassen verminderen.

Het einde van E10-brandstof in zicht?

Nu mag biobrandstof in Duitsland nog voor maximaal 4,4 procent bestaan uit producten als koolzaad, maïs, tarwe of soja. Als het voorstel goedgekeurd wordt, zakt het maximum naar 2,3 procent. Richting 2030 moet dit geleidelijk zakken naar nul procent. Het idee is om dan zaken als oud frituurvet of vloeibare mest te gebruiken om ethanol van te maken.

Het argument dat er nu eten in de benzinetank wordt gegooid, ontkracht de voorzitter van de Duitse Boerenbond. Hij zegt dat er bij de productie van biobrandstof ook hoogwaardig eiwitvoer vrijkomt. ‘Bij de productie belandt er ook iets op het bord’, zegt de voorzitter. Het laatste woord zal er in ieder geval nog niet over gesproken zijn.

Toch geen snelheidslimiet op de Autobahn vanwege hoge brandstofprijzen?