7.30
Rond deze tijd ga ik naar het circuit. We hebben tegenwoordig personeelsrestricties: de teams moeten de paddock minstens acht uur lang verlaten. Ik zou hebben gewild dat dat ook zo was geweest toen ik nog monteur was. Brabham won het wereldkampioenschap in 1983 met 35 mensen in de hele organisatie. Nu brengt de FIA twintig ton aan spullen naar iedere race, en stuur ik 45 medewerkers aan. De groei is ongelooflijk geweest.

10.00
Vroeger was de wedstrijdleider een beetje als een ouderwetse bovenmeester: een man die instructies blaft naar de coureurs. Ik vind het beter om collegiaal met elkaar om te gaan. Mexico was historisch. Ik was niet beledigd door Vettels opmerkingen, al was zijn taalgebruik wel wat gezouten. Maar ik ken ‘m inmiddels goed, en mensen doen en zeggen nou eenmaal dingen in het heetst van de strijd. Ik word bijna nooit kwaad. Het is een teken van zwakte, en ik wil juist relaxt, benaderbaar en diplomatiek zijn.

14.00
Ik heb inmiddels het startsein gegeven bij 400 Formule 1-Grands Prix, maar het verveelt nooit. Je moet snel kunnen schakelen: moet je wel of niet de start afbreken? Een knop start de lichtprocedure, en wanneer iedereen op zijn plek staat en alles goed lijkt, dan zet ik de lichten uit. We hebben de man met de groene vlag op de baan eigenlijk niet meer nodig, maar die is gewoon onderdeel van de show. Tegen de tijd dat we de incidenten bij de start hebben geanalyseerd, zijn er vaak alweer twintig ronden gereden. Het is maar zelden dat ik mezelf enigszins verveel, eigenlijk.

15.00
Het is bijna beangstigend hoeveel we tegenwoordig kunnen zien, en hoe snel. Je kunt je niet verbergen, niets gebeurt meer stiekem. We hebben overal camera’s van hoge kwaliteit staan en hangen, en we hebben automatische incidentdetectie. Binnen tien seconden hebben we al het beeldmateriaal van ieder voorval dat we willen inspecteren, en dat sturen we direct naar de stewards. Het is allemaal ontworpen om de communicatie te verbeteren en om de consistentie in het nemen van beslissingen te bevorderen.

16.00
Er zijn vrijwel altijd incidenten die moeten worden onderzocht. Ik blijf op het circuit tot drie uur na de race, tot de resultaten definitief zijn. Ik maak me er nooit snel van af. De nieuwe auto’s leveren exact wat we nodig hadden – ze zijn snel, zien er spectaculair uit, de coureurs rijden er graag in, en ze vereisen fysiek heel veel. Alleen de banden zijn nog een probleem. Als ultra-softs het in Sotsji 42 ronden volhouden, klopt er iets niet.

20.00
Ik ben een mens van gewoonten. Als ik een bepaald hotel prettig vind, dan kom ik er terug. Ik heb al 30 jaar dezelfde kamer in het Hotel de la Ville in Monza. Ik maak doorgaans geen gebruik van de hotels waar de teams verblijven – je ziet die lui al de hele dag in de paddock. Ik ontspan me door een film of twee te kijken tijdens de raceweekeinden. Ik kijk ook graag naar Friends. Ik loop Matt LeBlanc weleens bij een Grand Prix tegen het lijf. Hij is een grappige gozer.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)