Het boodschappenlijstje voor een driftauto is simpel: een oude auto met achterwielaandrijving, een setje oude banden en misschien een maatje met een lasapparaat. Het enige wat dan nog nodig is, is een plek om te oefenen en een paar keer te crashen. Blijk je nou talent te hebben, en een zakcentje of wat sponsors, dan kun je het grondiger aanpakken. Dan kun je bijvoorbeeld een BMW 320d laten ombouwen tot Eurofighter – een driftauto met 1.000 pk. En één bekerhouder.

Deze Eurofighter BMW-drifter is in het bezit van James Deane, een Ier die voor het eerst de smaak te pakken kreeg toen hij 15 jaar oud was. Hij begon in een roestige oude Sierra. Nu heeft hij zestien nationale en internationale kampioenschappen gewonnen – hij is de succesvolste drifter in de geschiedenis van de sport. De meeste van zijn overwinningen behaalde hij in een Nissan Silvia, maar James wilde iets Duits en iets meer BMW-ig. Daarom ging hij langs bij HGK Racing in Letland.

Het kleine bedrijf in het Baltische landje is een van de beste die je op dit gebied kunt vinden. De bouwkwaliteit kan zich meten met GT- en WRC-racers. Veel bleef er niet over van de oorspronkelijke 3-serie, eigenlijk alleen de koplampen en de achterlichten. Volgens de reglementen moet het chassis tussen de voor- en achterwielen hetzelfde zijn. Daarvoor en daarachter heb je vrij spel en kun je bijvoorbeeld buizenframes en aangepaste veerpoten monteren. Het resultaat ziet eruit als een heel boze BMW M3.

HGK Racing stripte de auto volledig, trok alle lasnaden door voor meer stijfheid en bakte een mooie kooi in de 3-serie. Gezien de overeenkomsten met de BMW M3 zou je een V8 verwachten onder de sleuven van de motorkap. James had een ander idee, en legde een zwaar gemodificeerde Toyota zes-in-lijn in de Eurofighter: de onbreekbare 2JZ uit de Supra. Deane Motorsport verving vrijwel alle onderdelen van de motor zodat de enorme BorgWarner EFR9180-turbo de boel niet opblaast.

Het turbogat bij driften

Een standaard 2JZ mist onderin wat koppel, wat het turbogat versterkt. Dit maakt de zescilinder wat onvoorspelbaar tijdens het driften. Daarom verving James de zuigers van 86 millimeter door exemplaren van 94 millimeter. Bij 3.500 tpm gaat krijgt de motor een shotje lachgas om het laatste beetje turbogat te elimineren. Een fles lachgas gaat vier rondes mee in Amerika en tien in Europa – waar hij een kleinere shot gebruikt. Zonder lachgas is het vermogen ongeveer 835 pk, en met het shotje gaat richting de 1.000 pk.

Omdat glasvezel bijna explodeert bij een aanrijding, monteerde HGK koolstofvezel-kevlar carrosseriepanelen. Na een jaar driften is nog geen enkel paneel aan vervanging toe. Bovendien is het superlicht, de achterbumper weegt maar 1 kilo. Elk deel aan de buitenkant dat los kan, is vervangen door het lichte spul. Mede dankzij het kevlar weegt de Eurofighter een gigantische 600 kilo minder dan de 320d. De nieuwe panelen zorgen er ook voor dat de wielen niet aanlopen bij 65 graden stuurhoek.

Op de achterste remschijven plaatste James een extra remklauw voor de hydraulische handrem. De achterbanden hebben slechts 0,6 bar luchtdruk. Zo is er meer contact met de weg en blijft de temperatuur van de banden laag. Bovendien neemt de luchtdruk toe als de banden warm worden door het driften. In tegenstelling tot goedkope driftauto’s, wil je juist veel grip bij driften op hoog niveau, om snelheid en controle te houden. James rijdt met Falken RT615K-semislicks.

James kan letterlijk binnen zestig seconden één set achterbanden laten verdwijnen. Dat klinkt als een bijzonder dure tijdsbesteding, en dan heb je gelijk. Het scheelt ook dat het ombouwen van een 320d naar een Eurofighter BMW een dikke 170.000 tot 230.000 euro kost.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)