De Ferrari F12, Lamborghini Aventador en Aston Martin Vanquish komen in Schotland bijeen om het einde van het V12-tijdperk te vieren.

We hadden het kunnen weten. Niet lang nadat wij deze drie supercars in ontvangst namen, ging het al fout. Naar goed Top­Gear-gebruik kent iedere grootse en meeslepende roadtrip een anticlimax en dit keer is het al snel raak. Nog geen tien minuten na ons vertrek staan we stil in een enorme file. De volgende uren kruipen we tergend langzaam, meter voor meter voort over de snelweg. Een paar kilometer verderop schijnt een tankwagen te zijn gekanteld, met aan boord een paar duizend liter verse melk. Aan de snelheid waarmee de boel wordt opgeruimd, is te merken dat de autoriteiten een team van specialisten hebben ingezet. Lange tijd gebeurt er namelijk helemaal niets. Ongetwijfeld zien wij het fout en zal er sprake zijn van koortsachtige activiteit om de weg weer vrij te maken, maar langzaamaan beginnen wij ons af te vragen of er soms alleen drie katten in oranje veiligheidshesjes zijn ingezet om de melkplas op te likken.

Het geeft ons de tijd om eens goed om ons heen te kijken naar al het likkebaardend moois dat we meekregen: een Ferrari F12 Berlinetta, een Lamborghini Aventador Roadster en een Aston Martin Vanquish. Bij elkaar 36 cilinders en 20 liter motorinhoud. Nergens valt een turbo te bekennen en het trio heeft een gezamenlijke waarde van bijna 1,2 miljoen euro. Opgeteld ruim 2.000 pk motorvermogen, maar voorlopig geen enkele mogelijkheid om al die pk’s daadwerkelijk te benutten. Het noodlot heeft soms heel gemene trekjes.

Na lang wachten is de melkruimbrigade eindelijk klaar en kunnen we onze weg vervolgen. Als dit het dieptepunt van onze reis was, kan het van nu af aan alleen maar beter worden. De rest van de dag verloopt in elk geval vlekkeloos. Ruime, relatief rustige wegen naar het noorden, waardoor wij op ons gemak kennis kunnen maken met deze hypercars. We zijn in formatie op weg naar Schotland, om daar een paar dagen te spelen met deze drie (normaal beademde) V12’s. De lucht is blauw en de zon zakt aan onze linkerkant geleidelijk richting de horizon. Onze opmerkelijke stoet trekt volop bekijks en regelmatig wordt er getoeterd en gezwaaid. De snelheidslimiet houden we nauwkeurig in de gaten, want het is een illusie dat je in dit soort auto’s aan de aandacht van patrouillerende agenten kunt ontsnappen. We schieten lekker op en de 36 cilinders snorren rustig voort met een vaartje van een kleine 120 km/u.

Einddoel van onze rit zijn de Highlands van Schotland. Daar waar bijna niemand woont en waar een aantal van de mooiste en rustigste wegen ligt, krijgen we ruim de tijd om kennis te maken met alle karaktertrekken van de auto’s. Ook nu, op de fraaie, rustige snelweg richting Glasgow, krijgen we al een heel aardig beeld van de persoonlijkheid en het temperament van deze supercars.

Nadat we Glasgow achter ons hebben gelaten, rijden we richting Loch Lomond. Eindelijk zijn we in de hooglanden. Besneeuwde bergtoppen, uitgestrekte heidevelden op weidse hoogvlakten en wegen waar zelfs de meest verwende automobilist alleen maar van kan dromen.


Na de lange rit in de F12, valt het op dat je nek- en kaakspieren gaan opspelen. Bij iedere acceleratie span je onwillekeurig al die spieren aan, om te voorkomen dat je hoofd tegen de hoofsteun slaat. Nu de wegen goeddeels leeg zijn, valt er veel te accelereren. Zelfs in de allersnelste auto’s, zoals de Zonda en Agera, is er ondanks de snelheid van de versnellingsbak een kleine tegengestelde beweging op het moment van overschakelen. De enorme, vrij ademende V12 in combinatie met de razendsnelle versnellingsbak van de Ferrari, geeft een bijna oneindige lineaire versnelling zonder ook maar een moment van rust, waardoor je voortdurend bezig bent om te voorkomen dat je hoofd naar achter knalt. Het is als de niet aflatende acceleratie van een straaljager, waardoor elke spier en pees aan het vechten is tegen de ontketende g-krachten.

Er is ons door de Schotse VVV gezegd dat we gewoon aan kunnen kloppen bij Inveraray Castle aan Loch Fyne, het huis van de hertog van Argyll. Daar krijgen we dan de sleutels van het jachthuis van de hertog, mits we beloven van de jachtgeweren af te blijven. Het kasteel blijkt een groot, leeg en angstaanjagend fort te zijn. Je voelt je een beetje belachelijk wanneer je daar op de immense voordeur staat te kloppen, maar al snel wordt de deur geopend door een man die zichzelf voorstelt als de hertog van Argyll zelf. Een eenvoudige en uiterst beminnelijke man, die grote delen van West-Schotland in eigendom heeft en in een heus kasteel woont.

'De Aventador is het soort auto waarvan je na een dagje sturen even rustig moet bijkomen in een donkere kamer'

De hertog, die tot twee maal toe werd uitgeroepen tot wereldkampioen (hou je vast…) olifantenpolo, drukt ons een sleutelbos in handen en geeft ons tips waar we een leuke kroeg kunnen vinden. Ook vertelt hij hoe we een lokale taxi kunnen bestellen. Al met al een bijzonder aimabele man, de hertog, maar we vragen hem maar niet hoe je in ’s hemelsnaam polo op olifanten speelt. Sommige dingen wil je gewoon niet weten…

Het jachthuis blijkt een majestueuze villa aan de oevers van Loch Fyne met uitzicht op het westen. Met een biertje in de hand kijken we uit over het meer, naar een adembenemende zonsondergang die onze drie auto’s in een spectaculair veelkleurig licht zet. We zijn vast overtuigd: beter dan dit wordt het niet.

Maar het wordt nog veel beter. De volgende ochtend openen de hemelsluizen zich op een manier die alleen in dit deel van de wereld voorkomt. Als het in Schotland regent, dan regent het ook echt. Een uitgelezen kans om de sleutels van de Aventador te bemachtigen, want als enige met vierwielaandrijving is dit de auto waar je onder deze omstandigheden in wilt rijden. Op papier biedt de Lambo nog de meeste kans om niet op zijn kop in het meer te eindigen.

De twee Italianen hadden niet méér van elkaar kunnen verschillen. Dat begint al met het uiterlijk. De Lamborghini is het archetype van een supercar. Iedere lijn en hoek is extreem en de Aventador trekt dan ook verreweg het meeste bekijks. Tijdens onze reis naar het noorden kreeg de Ferrari nauwelijks aandacht, terwijl sommige wegmisbruikers er niet voor terugdeinsden om met een enorme ruk aan het stuur twee rijstroken opzij te schieten, om toch vooral beter naar de Lamborghini te kunnen kijken.


In de Ferrari stap je in als in elke auto, maar bij de Lambo is het handig wanneer je als kind al uitblonk in atletiek. Je hebt een halve Fosbury Flop nodig om in de Aventador te kunnen komen, zeker wanneer de dakpanelen zijn gemonteerd. Eerst moet de schaardeur omhoog getrokken worden en vervolgens rol je over de ruim 30 cm dikke drempel in een stoel die zo diep ligt, dat je denkt onder het niveau van het wegdek te zullen eindigen. Na circa dertig meter rijden, ontkom je al niet aan de conclusie dat de Lambo veel steviger rijdt dan de Ferrari. De Aventador is zo onvergeeflijk hard geveerd dat je de indruk krijgt dat het ontwerpteam heeft besloten om maar helemaal geen vering en dempers te gebruiken. De Lamborghini speurt naar ieder hobbeltje in het wegdek om je er vervolgens op onplezierige wijze mee te confronteren. Geen kiezeltje blijft onopgemerkt en drempels en kuilen lijken onoverwinnelijke obstakels. Het is een auto waarbij je al je concentratie nodig hebt om in een rechte lijn te blijven.

Je concentreren is trouwens een hele opgave met het heavy metal-concert van de 6,5-liter V12 in je nek. De 700 paardenkrachten preken hel en verdoemenis. Of het ook een mooi geluid is, dat is moeilijk te zeggen. Daarvoor is het een te functionele ervaring. Laat het kleine schermpje achter de hoofdsteunen zakken en je hoort benzinepompen zuigen, allerlei vloeistoffen rondzingen en grote stukken metaal langs elkaar suizen. Het geluid is als niks ter wereld. Als een enorme industriële energiecentrale in zakformaat.

De Aventador is volledig compromisloos en zit vol eigenzinnigheden. Zo is het uitzicht rondom het best te vergelijken met dat vanachter een strak passende burka, lijken de schakelaars voor de ramen omgekeerd te zijn aangesloten en doet de versnellingsbak (als je hem in de automatische stand laat staan) af en toe precies het tegengestelde van wat je verwacht. Maar daarmee blijf je in elk geval scherp. Wanneer je de Lambo alleen in de stad gebruikt, zal je al snel knettergek worden van zijn luimen en nukken, maar hier, in de Highlands, op misschien wel de beste wegen van Schotland (zoniet van heel Europa) merken we dat er onder het afleidende uiterlijk van de Lamborghini een bloedserieuze en razendsnelle rijdersauto schuilgaat. Hoe meer je van de Aventador vraagt, hoe beter hij presteert. Niet alleen enorme hoeveelheden grip, maar ook heel evenwichtige prestaties en een krankzinnige hoeveelheid vermogen. De Lambo pleegt een aanslag op al je zintuigen. Het is het soort auto waarvan je na een dagje sturen even rustig moet bijkomen in een donkere kamer.

De Aston Martin Vanquish is het rustpunt in deze test. Om eerlijk te zijn, hadden we geen hoge verwachting van de Vanquish, maar dat bleek niet terecht. Hoewel de DB9 zoetjesaan wat gedateerd lijkt, is de Vanquish dat allerminst. Dit is geen excentriek Brits relikwie, maar een uiterst scherpe en capabele GT. De oude Vanquish had wat ruwe randjes, maar daar heeft deze opvolger beslist geen last van. De Aston is een kilometervreter die in alle kalmte halve continenten verzwelgt. Wil je ’s ochtends rustig thuis ontbijten en aan het eind van de middag in Monaco een glas champagne drinken? Geen probleem. De Vanquish brengt je er in alle comfort en in een ijzingwekkend tempo. Snel, gerieflijk en voorzien van de beste stereo-installatie die we ooit zijn tegengekomen. Aston heeft in de Vanquish eindelijk de wat pietluttige dot-matrix displays (die je in de overige modellen nog tegenkomt) vervangen voor een fatsoenlijk, 21e eeuws infotainment-systeem. Dat werd hoog tijd en verdient navolging in de andere Astons.


De Schotten zagen de Aston wel zitten. Hoewel de Aventador meer bekijks trok, kon de Vanquish overal op bijval rekenen. De Ferrari en Lamborghini stelen de show, maar de Aston wordt met instemming en bewondering begroet. Tijdens een van onze (nogal frequente) bezoekjes aan een benzinestation, wist de pomphouder het goed te verwoorden. Hij wees naar de Aventador en de F12: ‘Die twee zijn leuk om naar te kijken, maar een tikkie banaal. Die Aston, dat is tenminste een auto waarin je een echte dame kunt meenemen’.

De rijeigenschappen van de Vanquish zijn aanmerkelijk verbeterd. De zwaar gemotoriseerde modellen uit recente bouwjaren vertonen een wat wispelturig gedrag onder extreme omstandigheden, maar de Vanquish gedraagt zich uiterst betrouwbaar. Zelfs op de gladde, natte wegen waarop wij getrakteerd werden. Geen geringe prestatie voor een auto met achterwielaandrijving en een vermogen van 572 pk.

Dat geldt ook voor de Ferrari F12. Het vooruitzicht om een paar dagen te mogen rondrijden in een 740 pk sterke Ferrari met achterwielaandrijving is niet bevorderlijk voor je nachtrust. Zeker niet wanneer Clarkson het weggedrag van de F12 al als ‘een beetje extreem’ heeft omschreven. Toch viel het ons mee. Zelfs in de stortbuien die de Highlands teisteren. Jazeker, er is meer dan voldoende power om je de eeuwige Schotse jachtvelden in te lanceren wanneer je de grens van je rijtalent overschrijdt, maar de F12 is klip en klaar in zijn communicatie en je krijgt dan ook ruim voldoende waarschuwing als je die limieten dreigt te bereiken. Ook de uiterst geavanceerde elektronica zal ongetwijfeld een woordje meespreken, maar we hebben ons geen moment onzeker gevoeld in de Ferrari. De furieus snelle rit terug naar onze uitvalsbasis was ongetwijfeld een van de meest enerverende ervaringen ooit.

Die avond geen spetterende zonsondergang. Onder een afdak, biertje in de hand, konden we niet veel anders doen dan het regenwater van de drie auto’s zien stromen. Na het extreme weer en de al even extreme ervaringen van deze dag werden we het snel eens: beter dan dit zou het beslist niet worden.

Dat werd het natuurlijk wel. Véél beter zelfs, want de ochtend bracht een strakblauwe hemel en een overvloed aan zonneschijn. Een buitenkansje om het dak van de Lambo te halen. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Drie kwartier, zeven ontvelde vingers en een halve meter pleisters later konden we het resultaat van onze inspanningen bewonderen. De Aventador wil je het liefst zonder dak zien, daar is hij voor gemaakt. Meer drama, meer geluid, meer spanning – en vooral meer ruimte voor je hoofd.

Geheel in TopGear-stijl ontbeten we op een hooggelegen parkeerplaats, met een vette hamburger uit een mobiele snackbar. Culinair niet echt een hoogtepunt, maar wel vergezeld van een onbetaalbaar uitzicht over het spectaculaire Schotse landschap. ‘Jullie willen vast en zeker over dat weggetje daar’, zegt de hamburgerkok terwijl hij wijst naar een intrigerend pad. Dat zouden we best willen, maar de weg is afgesloten. Aan het begin van het pad staat een stevig hek en verschillende borden met teksten als ‘verboden toegang’ en ‘privéterrein’. De boodschap lijkt ons duidelijk, maar de kok ziet geen problemen. ‘Maak je geen zorgen,’ zegt hij terwijl hij zijn telefoon pakt, ‘ik ken de eigenaar’.


Vijf minuten later staat een uitermate vriendelijke dame genaamd Diane tegenover ons. Diane houdt van auto’s, zo veel is duidelijk. Volgens ons is het zelfs een van Schotlands grootste petrolheads, want ze kan haar lol niet op als ze de drie supercars ziet. Ze legt uit dat de afgesloten weg eigenlijk een van Schotlands meest bekende heuvelklimcircuits is. Hier blijkt Jackie Stewart zelf nog geoefend te hebben. Ze pakt haar sleutels, opent het hek, waarschuwt nog even voor de koe die ergens aan het eind van het circuit staat te grazen en nodigt ons uit om vooral veel lol te hebben. We weten het nu echt zeker: beter kan het werkelijk niet worden!

De uren daarna leven we ons uit op het circuit van Glen Croe. Omhoog, omlaag, geen ander verkeer, geen verkeerscontroles en ruim de kans om te ervaren welke auto het best remt op met koeienmest bedekte wegen (de Aventador). Er is geen betere manier om de dag door te brengen dan in de stralende zon, met deze drie V12’s, op dit fameuze Schotse heuvelklim­circuit.

'Ons bekruipt het akelige voorgevoel dat dit wel eens de laatste generatie vrij ademende V12’s zou kunnen zijn'

Deze test is niet bedoeld om een winnaar of verliezer aan te wijzen. Niet in de laatste plaats omdat de drie auto’s daarvoor te veel van elkaar verschillen. Wel proberen we te bedenken wat je mogelijk zou kunnen tegenvallen, wanneer je zo gelukkig bent dat je een van deze drie auto’s kunt kopen. We kunnen ons voorstellen dat je niet warm loopt voor de optionele bekleding in de Vanquish. De woeste stiksels en stukjes leer doen ons teveel denken aan een paar schreeuwerige sneakers. Ook het bizarre ‘quartic’ stuur voelt voortdurend aan alsof het op zijn kop gemonteerd is. Gelukkig hoef je niet voor deze opties te kiezen. Wees enigszins terughoudend bij het bestellen van opties en extra’s en je hebt een gedistingeerd interieur van hoge Britse kwaliteit. Wij waren aanvankelijk bang dat de verschillende koolstofvezel implantaten de Vanquish een wat minder elegante uitstraling zouden geven dan de klassieke DB9, maar het tegendeel is het geval. Het Schotse publiek was juist vol lof over het uiterlijk van de snelle Aston, maar dat zal zeker ook te maken hebben met de bonte aanwezigheid van de opzichtige Italianen. Schotten staan bekend om hun zuinigheid, dus is de voorkeur voor de Aston misschien niet uit de lucht komen vallen. De Lamborghini is bijna een ton duurder dan de Vanquish, maar de Aston blijft in prijs ook nog achter bij de Ferrari.

De Aventador? Waarschijnlijk gaat het wispelturige gedrag van de versnellingsbak je na verloop van tijd tegenstaan en neem je al snel aanstoot aan de zeer regelmatige bezoekjes aan de benzinepomp. Maar dat laatste had je kunnen weten en daar kies je dus voor. De Lamborghini is een echte nukkige supercar. Een wat artistiek, theatraal type. Maar onder die enigszins hysterische uitstraling gaat wel een enorm talent schuil.


De F12 dan? Dat ligt lastiger. Je knapt al gauw af op de goedkope knopjes voor de bediening van de informatiesystemen en de prullerige afstandsbediening in je hand. Wanneer je niet al te groot van stuk bent zal je waarschijnlijk ook wat meer zijdelingse steun van de stoelen willen hebben. Toch denken wij, dat wanneer je het geld hebt om een F12 te kopen, je er waarschijnlijk enorm mee in je nopjes zult zijn.

Voor we op pad gingen met de F12 vroegen wij ons af of de Ferrari niet precies tussen wal en schip zou vallen. Niet opvallend en flamboyant genoeg om een in het oog springende supercar te zijn, maar te scherp en nerveus voor wie een luxueuze GT zoekt. Na een paar dagen wisten we dat we daar helemaal niet bang voor hoefden te zijn. De F12 is misschien wel een van de meest fantastische auto’s ter wereld. Een betoverende combinatie van GT en supercar. Aan de Ferrari V12-motor kunnen we een apart hoofdstuk wijden. Vergeet turbo’s met variabele geometrie, vergeet alle hybride oplossingen: Ferrari’s conventioneel beademde V12 is zonder twijfel de prachtigste krachtbron ooit.

Zoals bekend laten wij ons graag voorstaan op onze rationele overwegingen en wij zijn ook nu aan het piekeren geweest wat onze conclusie zou moeten zijn. Wij stellen vast, dat een paar dagen blazen in deze drie auto’s absoluut geen effect heeft op onze aantrekkingskracht op het andere geslacht (zeker niet wanneer blijkt dat de auto’s niet ons eigendom zijn). Ook doet het niks tegen beginnende kaalheid en onze verontrustende sociale tekortkomingen worden er ook al niet door verdoezeld. Het is alleen wel een heleboel lol om in dit krankzinnig snelle trio te mogen rijden. Een bewijs dat ondanks alle ellende in de wereld, de mensheid af en toe machtig mooie dingen weet voort te brengen. Tegelijk bekruipt ons het akelige voorgevoel dat dit wel eens de laatste generatie vrij ademende V12’s zou kunnen zijn. Zelfs Ferrari heeft inmiddels hybride technieken en de alomtegenwoordige turbo’s omarmd. Aston Martin gaat in zee met Mercedes’ AMG, waar turbotechniek al enige tijd hoogtij viert. Tot nu toe lijkt Lamborghini nog de enige fabrikant te zijn die turbo’s de deur durft te wijzen, maar wij achten de kans groot dat deze Aventador wel eens de laatste turbo-loze versie zou kunnen blijken.

Maar wat er ook gebeurt, we hebben altijd Schotland. Het ongerepte, wilde en prachtige Schotland, met zijn adembenemende landschap, zijn enerverende wegen en zijn slechte hamburgers. Zoals wel vaker, blijkt ook nu weer dat het beste tot het laatst bewaard is gebleven. De zon zakt schoorvoetend achter de westelijke eilanden voor de Schotse kust. De lucht staat in brand met tinten rood, roze en violet. Onze drie dorstige supercars janken door dalen en over heuvels. Straks zullen we invoegen op de snelweg naar het zuiden, maar nu genieten we nog volop van de prachtige slingerende bergweggetjes. Misschien wel voor het laatst in deze geweldige V12’s. Het was een voorrecht.


Aston Martin Vanquish



Prijs: € 332.706 (NL) / € 253.835 (BE)

Motor: 5.935 cc, V12, 572 pk @ 6.750 tpm, 620 Nm @ 5.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 4,1 s, top 295 km/u

Aandrijving: achterwielen, 6v automaat

Verbruik (gemiddeld): 14,4 l/100 km, 335 g/km CO2

Maten (l x b x h): 4.728 x 1.912 x 1.294 mm, wielbasis 2.740 mm

Gewicht: 1.785 kg





Lamborghini Aventador Roadster



Prijs: € 438.700 (NL) / € 363.000 (BE)

Motor: 6.498 cc, V12, 700 pk @ 8.250 tpm, 690 Nm @ 5.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 3,0 s, top 350 km/u

Aandrijving: vierwiel, 7v automaat

Verbruik (gemiddeld): 16,0 l/100 km, 370 g/km CO2

Maten (l x b x h): 4.780 x 2.030 x 1.140 mm, wielbasis 2.700 mm

Gewicht: 1.625 kg





Ferrari F12 Berlinetta



Prijs: € 372.801 (NL) / € 274.968 (BE)

Motor: 6.262 cc, V12, 740 pk @ 8.250 tpm, 690 Nm @ 6.000 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 3,1 s, top 340 km/u

Aandrijving: achterwielen, 7v F1 automaat

Verbruik (gemiddeld): 15,0 l/100 km, 350 g/km CO2

Maten (l x b x h): 4.618 x 1.942 x 1.273 mm, wielbasis 2.720 mm

Gewicht: 1.525 kg

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear