Vind je dat de McLaren P1 en de LaFerrari voor watjes zijn? Schrap dan voor de komende jaren alle weekendafspraken, want de autotovenaars hebben iets moois voor je in petto. Met de P1 GTR en de FXX K koop je de absolute top in supercars.
Zelfs met de snelste auto’s ter wereld ben je met handen en voeten gebonden aan regels. Is het niet de wegenverkeerswet dan zijn het wel de klasse- en circuitreglementen. Vervelend als je je eraan moet houden, maar niet iedereen heet Klaas Zwart en heeft een eigen circuit in de achtertuin. McLaren en Ferrari lapten beide toch alle regels aan hun laars en kwamen elk met hun eigen capo di tutti capi. Paul Mackenzie van McLaren: ‘Bij de ontwikkeling van een raceauto heb je je aan allerlei regeltjes te houden. Met de GTR hebben we ons echter helemaal laten gaan. De beer is nu echt los.’
Dat dat geen marketing-prietpraat is, bewezen de testrijders bij de eerste rit op Snetterton. Niet gehouden aan enig voorschrift qua banden of aerodynamica klokten ze de GTR zeven seconden eerder af dan de reguliere P1. Dat soort tijden zijn in de racerij een halve eeuwigheid, helemaal als de tegenstander een P1 is. Ferrari gaat in de tegenaanval, want de FXX K zet op dezelfde manier de LeFerrari voor schut. Hij rondde Fiorano, dat korter is dan Snetterton, vijf seconden sneller dan z’n mindere broeder.
Waar gaat het eigenlijk over? Want die winst in rondetijden is alleen op papier mooi, je kunt het tijdens races nooit bewijzen. Niet conform het reglement in ieder geval. Beide auto’s kosten 2,5 miljoen euro en meer dan dertig worden er van elk niet gebouwd. Waarom koop je niet een veel goedkopere gebruikte raceauto en vermaak je je op circuitdagen daar mee?
Mackenzies antwoord is eenvoudig: ‘Raceauto’s zijn ontwikkeld voor coureurs. Wanneer een raceauto op de grens wordt gereden, wordt het link.’ Dat kun je als kantoorpik met racelicentie niet aan. Mackenzie was projectleider voor de P1 en geeft nu leiding aan de special operations-afdeling, waaronder dit GTR-project valt. ‘De GT3, die is gebaseerd op de 650S, is in rondetijd sneller dan de GTR, maar dan moet je alle zeilen bij zetten. De GT3 is vooral sneller in bochten, maar op het rechte eind geeft de GTR ‘m het nakijken.’
Iets met vier wielen en een stuur, hoe ongehoord snel en gelimiteerd gebouwd hij mag zijn, is en blijft een auto. Maar met de aankoop van een GTR of een FXX K ben je meer dan een autobezitter. Je wordt lid van een exclusieve club die in direct contact staat met de fabrikant. Meerdere malen per jaar gaat je auto op transport naar een circuit en krijg je je eigen monteursteam ter beschikking. Het enige dat je hoeft te doen, is je raceoverall aantrekken en instappen door de deur die ze voor je openhouden. Even insnoeren, je kunt de baan op voor je rondjes, in de pits krijg je een terugkoppeling van de tijden en advies hoe je nog sneller kunt worden.
Mackenzie: ‘Een weekend lang voel je je Jenson Button.’ Het enige verschil is dat je geen wedstrijd aan het rijden bent. Tenminste officieel dan, want de GTR-rijders zullen elkaars rondetijden toch wel in de gaten houden? ‘Geen twijfel mogelijk’, geeft Mackenzie toe. McLaren maakt gebruik van zes volledige GP-circuits, die het hele weekend exclusief voor de GTR-rijders zijn afgehuurd. Bij de aflevering van je auto volstaan ze niet met het obligate bloemetje en een set kokosmatten, maar slepen je eerst een halve dag mee naar het hoofdkwartier in het Britse Woking waar je met design-chef Frank Stephenson je auto een persoonlijke tint geeft. Daarna mag je een halve dag in de speciale McLaren-rijsimulator. Die schijnt zo griezelig realistisch te zijn dat iedereen denkt in een echte GTR te rijden en er alles aan doet om de boel heel te houden.
Daarna ga je met jezelf aan de slag. Alsof je een Formule 1-coureur bent, krijg je advies op maat over lichaamsbeweging, de juiste voeding en hoe je over een jetlag of vermoeidheid heen komt. Overdreven? ‘Een GTR-weekend is twee dagen van negen tot vijf alleen maar rijden, rijden, rijden’, legt Mackenzie uit. ‘Dan wil je ook bij de laatste uren nog fris zijn.’ Rijden doe je onder leiding van je eigen coach, maar voor dat de pret begint, zit je eerst weer een halve dag in de simulator in Woking om het circuit in je vingers te krijgen. Kortom, je bent een van de homies van McLaren. Dichter bij het vuur kun je niet komen.
De raceachtergronden van de GTR-eigenaren zijn divers. Sommige zijn ervaren coureurs, andere zijn nog nat achter de oren als het gaat om circuit-rijden. Eén ding hebben ze gemeen, en dat is beter worden. ‘Maar,’ relativeert Mackenzie ‘het voornaamste doel is lol hebben. We zijn geen schoolmeesters.’
Ferrari pakt het met de FXX K op de tegenovergestelde manier aan. De Ferrari-woordvoerder klinkt juist wel als een schoolmeester wanneer hij meldt dat je eerst moet bewijzen dat je in de super-Ferrari kunt rijden alvorens er één te mogen bestellen. ‘Je moet de juiste mentaliteit hebben. Je koopt niet zomaar een speeltje om mee op het circuit te dollen.’
Het testtraject houdt ook in dat Ferrari de banden, elektronica, aerodynamica en het chassis van je FXX K helemaal op je afstemt, op basis van je feedback. Vind je het betutteling? Ach, je hoeft je er niet voor te schamen als je je vrienden vertelt testrijder voor Ferrari te zijn. De opgedane ervaringen met de ‘oude’ FXX en de 599XX zijn namelijk van wezenlijk belang geweest bij de ontwikkeling van de huidige generatie Ferrari’s. Ze werden sneller en bovendien eenvoudiger te besturen. Ferrari pakt het in wezen net zo aan als de Engelsen. Zodra je je rij-test hebt gehaald, slepen ze je van circuit naar circuit, waar je veel rijtijd hebt. Racen doe je met een startknop, niet met een laptop, is het uitgangspunt.
Van de hardware word je even stil. Exotischer dan dit zal je niet snel vinden en de prestaties zijn veel hoger dan je als huis-tuin-en-keukenautomobilist kunt bevatten. Het verschil met andere auto’s, of ze nu voor de straat of voor het circuit ontworpen zijn, is buitenaards. Ferrari-testrijder Raffaele de Simone is daar koel over: ‘Het is niet zomaar een LaFerrari met spoilers.’ Tja, maar wel heel bijzondere spoilers.
Beide auto’s zijn gekmakend snel, maar het mooie is dat je geen bovenmenselijke racetalenten hoeft te hebben om ze in de hand te kunnen houden. Mackenzie vertelt ons dat zijn technici na een half rondje in de GT3 al met knikkende knieën terug komen, maar rondes lang in de GTR kunnen boenderen. De Simone sluit zich daar bij aan: ‘Ons doel is onder meer om iedereen te laten ervaren hoe het is om in een auto met 1.050 pk te rijden. Dat is prachtig, want iedereen kan met de FXX K overweg.’ Na een korte aarzeling: ‘Het is alsof je in een nieuwe dimensie stapt.’
Reacties