Het is makkelijk om vanachter je toetsenbord te haten op Fords keuze om een viercilinder in de Mustang te leggen. Feit is dat het een uitstekende idee was. Sinds de introductie van de gehalveerde achtcilinder claimde de Ford Mustang voor het vierde jaar op rij de titel ‘bestverkocht sportcoupé ter wereld’.
Het aantal verkochte Ford Mustangs wereldwijd tikte vorig jaar de 113.066 stuks aan, waarvan 75.842 exemplaren in het thuisland verkocht werden. Nederland draagt zijn steentje bij met maar liefst zeven verkochte nieuwe Mustangs. Je weet het maar nooit, misschien is er een andere sportcoupé waarvan er 113.061 verkocht werden.
Dat de Ford Mustang überhaupt nog bestaat, is al een prestatie. De coupé is het tegenovergestelde van wat de mensen tegenwoordig willen: een hoge SUV met een semi-elektrische aandrijflijn. In de tijd dat de hoogpotige auto’s nog niet andere carrosserievormen uit het aanbod verdrongen, verkocht de Mustang als een tierelier.
Het beste verkoopjaar van de Ford Mustang was 1966, twee jaar na zijn introductie. Toen verkocht Ford 607.500 exemplaren. Het jaar daarop kochten 559.500 mensen een ponycar van Ford. Hoe anders is het nu: het 2018-verkoopaantal van 75.842 exemplaren in Amerika is het laagste sinds 2011. De vraag neemt langzaam maar zeker af.
Ford schrapte voor het thuisland al alle modellen die geen SUV waren, op de Mustang na. Hopelijk kan de komst van een elektrische Mustang-SUV de toekomst van de normale Mustang garanderen.
