In de fabriek van JLR Classic Works

We zijn hier oorspronkelijk gekomen om de Defender V8 te testen, maar z’n geboorteplaats is ook de moeite waard: JLR Classic Works in Ryton, Coventry, Engeland. De fabriek is opgezet als een plek waar oude auto’s van top tot teen opnieuw worden aangekleed en opgebouwd – een soort SVR voor senioren. Zowel Jaguar als Land Rover maakt er enthousiast gebruik van, aangezien er veel vraag van klanten naar dit soort voertuigen is. Hier moet je zijn voor een authentieke restoratie of subtiele upgrade, uitgevoerd door dezelfde mensen die de auto’s ooit bedachten en bouwden. Enerzijds geeft dat klassiekerliefhebbers de kans te ontsnappen aan beunhazen die wel graag maar wellicht niet erg vakkundig aan oude auto’s ­sleutelen, anderzijds zijn de prijzen aanzienlijk hoger.

Zit dit in een achterafgelegen schuur?

Nee, dat is meteen duidelijk. Bij binnenkomst glanst alles je tegemoet en lijkt het alsof je bent beland in een museum. In de werkplaats treffen we een volgestouwde hal vol oude JLR-producten aan. Het is er zo schoon en glimmend dat je een zonnebril op wilt zetten, het lijkt wel een operatiezaal voor auto’s. Hoewel – dat is het in feite ook, maar dan op een industriële schaal. We hebben het hier over 14.000 vierkante meter aan Eerste Hulp van JLR Classic Works met een speciale afdeling voor cosmetische chirurgie, met 54 separate bruggen en werkstations, en plaats voor bijna 500 voertuigen.

Dit is de plek waar de ‘gecontinueerde’ Jaguar Lightweight E-types, de ­XKSS’en en de D-types worden gebouwd, en de plek waar de zogeheten Reborn-auto’s worden gerestaureerd – waarbij elke moer en schroef van een klassieke, originele Range Rover, Land Rover of oude Jaguar met liefde geheel nieuw wordt gemaakt – en waar uiteraard ook wordt gewerkt aan speciale ­edities als de Defender V8.

Heb je nog verschillende smaken?

Je kunt je geliefde machine in concoursstaat laten brengen, waarbij ieder ruitenwisserblad, iedere kruiskopschroef historisch verantwoord is. Of je kiest voor een patina-­restauratie, waarbij je auto mechanisch wordt opgefrist, maar dat deukje dat opa ooit (in 1953) linksachter opliep, wordt gelaten voor wat het is – aangezien dat een eerbetoon is aan het karakter van je auto. Ja, het doet allemaal wat klinisch en commercieel aan, maar de mensen die hier werken, lijken hun geluk niet op te kunnen, en zijn op een prachtige, maniakaal-gefixeerde wijze bezig het allemaal precies goed te krijgen, van de leren bekleding tot het chassis.

Het is zo dat de oudere, met name eerste generatie Land Rovers er iets te Disney-achtig perfect uitzien als ze volledig worden gerestaureerd, maar de aandacht voor detail is ontzagwekkend: zelfs de slordige overspray onder de motorkap wordt in ere hersteld, want zo kwamen de auto’s immers de fabriek uit in de late jaren veertig. De Range Rovers zijn heerlijk, de E-types angstaanjagend prachtig, zelfs als ze niet helemaal je, eh, type zijn.

Kun je een bezoek brengen aan JLR Classic Works?

Voor echte fans zijn er zelfs rondleidingen met een gids beschikbaar, voor iets meer dan 50 euro, en alleen al de opslagruimte achterin de fabriek is de entree waard. En dan krijg je er een hele rij XJ220’s gratis bij (want Works is waar ze worden onderhouden) – meer zul je er nooit op één plek aantreffen. Het is allemaal zeer de moeite waard.