Dit is hem dan: de splinternieuwe Land Rover Defender. Maar liefst 71 jaar na de introductie (op de Autoshow van, jawel, Amsterdam, in 1948) wordt nogal radicaal gebroken met de oerverschijning van een van de onbetwiste iconen van de autowereld.

Oké, oké: die eerste Land Rover heette dan misschien niet Land Rover Defender (die naam kreeg hij pas in 1990), maar de overeenkomsten tussen de eerste Series 1 en de laatste Defender die in 2016 uit de fabriek rolde, waren aanzienlijk groter dan de verschillen.

Tot nu toe, want hoewel je bij de nieuwe Land Rover Defender heus nog trekjes van de oude kunt terugvinden, is het nieuwe model vooral opmerkelijk eh… modern. Geen ‘oud design in een nieuw jasje’ à la de Mercedes G-klasse, maar een uitgesproken 21e-eeuws uiterlijk. Waarmee je Land Rover één ding in ieder geval niet kunt ontzeggen: lef hebben ze.

De lijnen van de oude Land Rover Defender zijn aanwezig

Vooral en profil zijn de lijnen van de oude Defender met enige fantasie nog wel te herkennen, waarbij een stevig handje wordt geholpen door dat kenmerkende wiel achterop. En toch: vaak zullen eigenaars van met name oude Defenders het idee hebben gehad dat dat tikje tegen die boom niet zo veel uitmaakte – daar was het oude werkpaard nu eenmaal voor gebouwd.

Zullen ze dat bij deze nieuwe ook hebben..? Is ie niet een tikje te fraai om met modderlaarzen in te stappen..? Misschien om dat een beetje weg te nemen, kun je je Defender al af-fabriek laten voorzien van een special, beschermende wrap, Satin Protection geheten.

Toch blijft de Land Rover Defender in het diepst van zijn wezen een Defender: hij is in eerste instantie gebouwd om zich geen bal aan te trekken van wat zich toevallig onder zijn wielen bevindt. Uiteraard geholpen door hedendaagse techniek in de vorm van grote hoeveelheden elektronica, en ouderwetse in de vorm van al dan niet sperrende differentiëlen.

De Land Rover Defender verslaat alles

Ga er gerust vanuit dat alles wat Land Rover weet van het verslaan van ‘onbegaanbaar terrein’ in deze Defender is samengekomen. Eén ouderwetsen techniek heeft overigens wel het veld geruimd: het roemrijke ladderchassis heeft plaatsgemaakt voor een monocoque en een modern onderstel. Deze ‘D7x-architectuur’ is drie keer stijver dan het traditionele chassis, aldus Land Rover.

Natuurlijk, sommige dingen moet je nu eenmaal niet willen veranderen, komt de Land Rover Defender er weer in een 90- en een 110-versie. De cijfers verwijzen sinds jaar en dag naar de wielbasis (in inches) en kun je ook lezen als drie- en vijfdeurs. De 110 kun je krijgen als vijf-, zes- of 5+2-zitter; net als in vroege Defenders kun je namelijk opteren voor een klapstoeltje tussen beide voorstoelen. Gezellig, met z’n drieën voorin. In de 90 kun je trouwens ook tot zes mensen kwijt.

Je kiezen uit twee benzine- en twee dieselmotoren. De eerste zijn de P300, een viercilinder, en de zescilinder P400. Dieselen gaat met de D200 en D240, beide viercilinders. Een plug-in hybride volgt later.

Er is héél veel keus uit uitrustingen en opties. Er komen een (basis) Defender, First Edition en Defender X (de topper), verkrijgbaar als S, SE en HSE. EN dan zijn er nog vier accessoirepakketten (Explorer, Adventure, Country en Urban) om je keuze persoonlijker te maken. En dan zijn er nog zo’n 170 andere opties, variërend van een lier tot een speciale daktent.

Reacties

  • Bolke44 heeft op 10 september 2019 geschreven:

    Door de daklijn en raampartijen lijkt hij familie van de Mini!!!

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)