Walter Röhrls blik verraadt inspanning. Hij is geconcentreerd, toegespitst op zijn taak. Hij kijkt, richt en snijdt aan met één behendige, precieze handbeweging. Dan plaatst hij het puntgave stuk taart nauwkeurig op een bordje, legt er een vorkje bij en overhandigt het aan ons. ‘Eet smakelijk.’
De man die door Niki Lauda werd getypeerd als ‘het genie op wielen’ staat vandaag in het middelpunt van de belangstelling. We zijn op de bovenste verdieping van het Porsche Museum in Stuttgart, waar hij wordt omringd door mensen van het merk en door venerabele collega’s uit de autosport. Hij lacht bedeesd, loopt rond, schudt handen, oogt kwiek en fit. Je zou hem misschien een jaar of 50 geven. Toch bereikte hij enkele dagen geleden de fiere leeftijd van 70 jaar. ‘Ik grijp nog elke gelegenheid aan om te sporten – skiën, fietsen – en ik moet nog altijd sneller zijn dan de rest.’
Hoe begon Walter Röhrl zijn carrière?
Röhrl werkte als chauffeur van een bisschop toen hij in de jaren zestig in de rallyauto van een vriend belandde en de sterren van de hemel reed. Hij werd ooit door een journalist uit de resultaten geschrapt, omdat deze ervan uitging dat het om een fout ging – niemand kende Röhrls naam, maar hij was wel de snelste. Er volgde een lange en glorierijke carrière: naast verschillende nevenactiviteiten, zoals Le Mans in 1981 (toen hij zijn klasse won) en 1993, reed Röhrl maar liefst 75 WRC-rally’s, waarvan hij er bij 31 op het podium belandde en er veertien won. Een van zijn vele hoogtepunten: de etappe van Arganil tijdens de rally van Portugal in 1980, die hij puur op gevoel en voorbereiding – hij oefende de route op bed, met zijn ogen dicht en een stopwatch erbij – door dichte mist reed zonder snelheid te minderen. Hij was bijna vijf minuten sneller dan de nummer twee.
Welke merken reed hij?
Na voor verschillende merken te hebben gereden – waaronder Opel, Fiat, Lancia en Audi – belandde hij bij Porsche, waar hij sinds 1993 als testrijder, ontwikkelaar en vertegenwoordiger van het merk is aangesteld. De Porsche 918 Spyder is de laatste auto waaraan hij intensief meewerkte, maar zijn favoriet is de inmiddels veertien jaar oude Carrera GT. ‘Dit is precies hoe ik vind dat een sportauto moet zijn. Geen elektronische hulp, een schitterend geluid. Veel extremer kun je een straatauto niet maken.’
Wat vindt hij van de toenemende invloed van de techniek in de racerij?
‘Erg jammer. De coureur is wat mij betreft degene die het verschil moet maken. Dit is de prijs die we betalen voor de vooruitgang: de mens wordt minder belangrijk.’ En wat als we straks allemaal autonoom gaan rijden? Hij glimlacht. ‘Prima voor 80 procent van de bestuurders, die alleen maar op hun telefoon kijken. Maar ik ben er niet in geïnteresseerd. Het duurt nog twintig jaar voor de techniek betrouwbaar genoeg is om ons volledig zelfstandig rond te rijden. Dat maak ik gelukkig niet meer mee.’
De beste Porsche van dit moment? Dat is volgens Röhrl de 911 Turbo S, ‘puur vanwege zijn veelzijdigheid’ – maar zelf zal hij altijd kiezen voor een handbak. ‘PDK maakt je leven een stuk makkelijker, maar als je met de hand schakelt, ben je pas echt aan het autorijden. Ik ben blij dat het bij de nieuwe GT3 weer een optie is.’
Mooi gezegd, Herr Röhrl. En nog vele jaren.
Reacties