In de derde bocht heb ik mijn ziel al verkocht aan de duivel. Inclusief pakpapier en een strik erom. Aan Lucifer, tegen elk aannemelijk bod. Faust zelf zou zich verbazen over de snelheid van de transactie. Maar ja, hij heeft waarschijnlijk ook nooit een Porsche 911 gereden op deze manier. Als hij dat wel had gedaan, zou hij hebben begrepen dat het eeuwige leven ook z’n voordelen heeft.
Geen klassieke 911, maar wauw
In de eerste twintig minuten die ik in de auto doorbreng, ben ik van mild gecharmeerd omgeslagen in compleet bezeten van deze prachtige, kleine, zilverkleurige Porsche; een vuist van warmte en genegenheid heeft mijn hart in zijn greep. Na een uur heb ik al enkele berekeningen gemaakt en ontdekt dat wanneer ik voor de rest van mijn leven teer op regenwater en droog brood, ik deze auto daadwerkelijk zou kunnen bezitten. Dat is niets voor mij. Ik denk dat ik ziek word. Ik houd niet eens van klassieke auto’s.
Maar dit – zegt een duivels stemmetje in mijn hoofd – is geen klassieker. Voor degene onder jullie die dacht dat TopGear per ongeluk door een of andere ruimte/tijd-vacuüm was geglipt; niet alles is wat het lijkt. Dit is duidelijk een Porsche 911, maar meer dan dat. En het is verwarrend, dus ik zal het maar uitleggen. Singer Vehicle maakt geen 911’s. Alleen Porsche doet dat. Wat Singer doet – voor rond de twee ton – is een luchtgekoelde 964 van begin jaren negentig pakken en deze modificeren om er Iets Anders van te maken. Nou klinkt het woord modificeren weer zo raar en inhoudsloos, zeker wanneer je bedenkt dat wat Singer doet, een hele hoop meer is dan wat esthetische veranderingen doorvoeren.
Simpelweg remixen
Wat Singer doet is in feite het maken van een remix van een oude Porsche – meestal uit de jaren 1990 tot 1994 – door een standaard auto te pakken en deze open te snijden. Dan, zonder enige vorm van schaamte, lassen ze alle naden van de auto door, monteren ze extra verstevigingen en vervangen zaken als voor- en achterbumper, voorklep, motorklep, dak en andere delen door wat wordt omschreven als ‘militair koolstofvezel’ van de composietspecialisten van de Aria Groep. Alleen de deuren zijn nog van staal. Niet alleen omdat daar de side impact-balken zitten van de 911, maar ook omdat een harde klap van staal op staal een stuk vertrouwenwekkender klinkt dan die van kunststof op staal.
Alles wat er, afgezien van de body, in of aan gaat, is afkomstig van de magazijnen van Porsche, dus nieuw, of is enorm opgewaardeerd en vernieuwd. Het onderstel wordt compleet veranderd. De remmen worden vervangen door Brembo’s, de versnellingsbak is een Getrag G50 zesversnellingsbak met een sperdifferentieel als optie. Er kan gekozen worden uit een tamelijk racy ogende variant met rolkooi, Öhlins onderstel, racegordels, koolstofvezel stoelen uit één stuk en handbediende ramen, maar ook is het mogelijk om een GT-achtige uitvoering te nemen met een zonnedak, grote elektrische stoelen, Bilstein instelbare dempers en elektrische ramen. De motoren worden door de firma Cosworth (yep, Cosworth) onder handen genomen en zijn leverbaar in drie verschillende uitvoeringen: een 3,6 liter Touring met 300 pk, de 3,9 liter Sport met 360 pk en de 3,9/4,0 liter Cup-auto met meer dan 400 pk, afhankelijk van hoe vaak je de auto ook gaat gebruiken op de openbare weg. Het injectiesysteem, de cilinderkoppen; alles is aangepast en ge-blueprint.
Doordachte aanpak
Maar dat je nekharen overeind gaan staan en je handpalmen vochtig worden van het schuldzweet ligt niet aan het feit dat Singer al deze zaken zo goed en doordacht aanpakt. Er zijn genoeg andere fabrikanten die het nog beter kunnen op autogebied en er zijn vele auto’s met meer vermogen en betere prestaties. Nee, het echt geniale deel van de Singer, het deel dat ervoor zorgt dat je steeds over je schouder kijkt en dat je het gevoel geeft dat je een soort parttime drugsdealer bent, is het feit dat de auto is voorzien van een flinke dosis subtiliteit en vervolgens is gepolijst met een poetsdoek vol zelfverzekerdheid.
‘We hebben hier te maken met een Porsche 911 op leeftijd die beter rijdt dan een moderne auto – een paradox die we wel kunnen waarderen’
Het koolstofvezel is geheel bedekt met ‘Singer Silver’, verf die aldus verbergt wat voor hightech technieken hier zijn gebruikt, als ware het een geheim convenant tussen auto en eigenaar. Een soort Superman/Clark Kent make-under. Stoer genoeg om de hoofden met ontzag te laten draaien, maar subtiel genoeg om luid te fluisteren hoeveel smaak en ingetogenheid zijn eigenaar heeft. Ogenschijnlijk perfect, maar op discrete en briljante wijze fout. De vormen en details lopen in elkaar over als de zinnen in een mooi gedicht of een goed gezongen lied. Het is prachtig.
Gespannen
Terwijl ik vluchtig de prestatie-pornografie doorlas, kreeg ik steeds meer zin om ermee te rijden. Dus toen we aankwamen in de SVD-fabriek in Sun Valley in Californië en de auto waarmee we zouden gaan rijden, aantroffen terwijl hij in stukken op de grond lag, zette ik een noodlach op en hoopte dat de mensen die ‘m zouden zien, zouden denken dat het een gevolg was van mijn jetlag. Of wellicht chronische indigestie. De 911 ziet eruit alsof ‘ie uit elkaar is gebarsten en de mannen van SVD ogen alsof ze teveel koffie hebben gehad en te weinig slaap. Er hangt een voelbare gespannen sfeer tijdens de warme ontvangst, als goedkope brandy in dure, warme chocolademelk. En ik kan niet aan iets anders denken dan de gedachte dat de kans groot is dat dit helemaal fout gaat lopen, hier, zo heel ver weg van huis.
Er wordt geforceerd luchthartig gedaan over het mankement dat de samensmelting van de auto ophoudt. Het schijnt ‘m te zitten in de elektrisch bedienbare stoelen. De oorzaak van het uit elkaar halen zat ‘m in het feit dat de motor – in deze 3,9 liter uitvoering – nogal lawaaiig klonk zonder de katalysatoren. Klinkt als een detail, maar wanneer je duizenden kilometers hebt gevlogen en je treft de auto waarmee je zou gaan rijden in honderd stukken aan op de vloer van een werkplaats, is enig onvrijwillig gefrons niet te vermijden.
Verschillende mensen lopen heen en weer en bemoeien zich van tijd tot tijd met de monteurs terwijl de auto weer in elkaar wordt gezet. Rob Dickinson is de Design Director en oprichter van SVD. Ik krijg het gevoel dat hij heel graag zou willen dat ik weg ga totdat hij compleet tevreden is met de auto. Ik voel ook dat hij toch nooit helemaal totaal tevreden zal zijn. We lijken te communiceren op een niveau van het onderbewustzijn. Rob heeft een soort glimlach achter zijn ogen die suggereert dat hij enkele dingen heeft meegemaakt en ze toch te boven is gekomen. Ik mag hem meteen. We praten. We lopen rond de werkplaats met Mazen Fawaz (nog een baas van Singer) en praten over de belachelijke aandacht voor kleine details. Ik lach, knik wat en houd mijn ogen gericht op Seamus Taaffe, Singer’s ‘restoration manager’, die bezig is met de auto.
Iedereen blijft er gespannen uitzien. En wanneer de auto uiteindelijk start en blijft lopen met een lage en rauwe ondertoon en vervolgens de werkplaats uitrijdt, halen Rob en zijn team – dat enkele avonden tot zeer laat heeft doorgewerkt om de auto klaar te krijgen – als één man opgelucht adem. Ik spring in de auto, vastbesloten om toch iets van een beleving mee te krijgen voordat er iets mis gaat en wanneer ik wegrijd, voel ik een flink aantal ogen in mijn achterhoofd priemen. Ik kijk achterom en realiseer me plotseling dat ik deze mannen mag. Shit, ik hoop dat de auto niet bar slecht is.
Gelukkig…
Dat is hij niet. Op het eerste gezicht voelt alles zeer vertrouwd aan. Voor je de twee torpedobuizen waarin de koplampen zijn gevat, het geheel omkaderd door de smalle raamstijlen van de rechtop staande voorruit. Het Momo-stuur, de zitpositie: alles erg klassiek 911. Maar sommige dingen zijn ook meteen anders. Er is bijvoorbeeld een opvallende absentie van piepjes en kraakjes. De besturing is niet zo opdringerig direct als die van een racewagen en ook niet spierpijn kwekend onbekrachtigd. In plaats daarvan wordt de informatie van de stand van het wegdek geabsorbeerd door je vingertoppen, verspreid via je armen en met een prettige cadans afgegeven aan je hersenstam, om aldaar gecombineerd te worden met de informatie die via je stoel langs je ruggengraat omhoog wordt getransporteerd. Het is hetzelfde, maar toch anders.
Het stuur is dun, maar biedt desondanks veel grip, waardoor je de auto door de bocht kunt geleiden in plaats van te worstelen. De versnellingsbak schakelt zonder de schakel–pauze-schakel-cadans van een standaard oude auto. De koppeling gaat licht en het onderstel is nagenoeg geruisloos, en er is altijd de doordringende afwezigheid van de geriatrische trekjes die een standaard klassieker kenmerken. We hebben hier te maken met een Porsche 911 op leeftijd die beter rijdt dan een moderne auto – een paradox die we wel kunnen waarderen; een grote hoeveelheid cognitieve dissonantie die op ondefinieerbare wijze perfect lekker aanvoelt.
Hartverwarmend
We rijden een flink stuk en parkeren vervolgens naast een weg door een canyon. Ik bepotel en betast driekwart van de auto en gaandeweg dit proces beginnen mijn ogen bijna te tranen van ontroering wanneer ik zie met hoeveel zorg deze auto in elkaar is gezet. De aandacht voor detail lijkt ontsproten aan een bijkans autistisch brein. Iedere bout, moer en schroef heeft aandacht gehad, iedere beugel, klem, scharnier en drukknop is vernieuwd, gestanst uit roestvrij staal, gepolijst of met waterjets gemodificeerd tot een beter passende of mooier ogende vorm. De ruimte tussen alle plaatdelen is exact de voorgeschreven 4 millimeter. Er zit een Becker Mexico – de legendarische radio – in het dashboard. Navigatie, iPods en andere hedendaagse moderniteiten bevinden zich achter een scheidingswand die is gestanst uit één stuk metaal. De goudkleurige letters op de achterklep? 24 karaats goud. De titanium-keramische uitlaat vormt een subtiele verwijzing naar het potentieel van de auto. De buitenspiegels, de stoere flares aan de wielkasten, de uit drie delen bestaande gesmede 17 inch Fuchs-achtige wielen met brede banden – allemaal perfect. Moderniteiten verweven met een dikke deken van hartverwarmende retro.
Gewoon gaan
Verderop in de canyon ontdek ik enkele bochtige stukken. Rob kijkt me aan. Ik kijk naar Rob. Hij weet het. Het voelt alsof ik op het punt sta om zijn prachtige dochter mee uit te nemen, terwijl ik aangekomen ben op een roestige racemotor met een tatoeage op mijn gezicht. ‘Ga, veel plezier. Vertel me wat je ervan vindt. Of beter nog: doe maar niet, ga gewoon.’
Gewoon gaan is moeilijk, vooral omdat de adrenaline een moeilijk te sturen hormoon is. Ik focus me enorm en verlies mezelf bijna in dat proces. In drie bochten en twee haarspeldbochten word ik eraan herinnerd dat dit geen moderne sportwagen is, ondanks de aanwijzingen daarvoor bij lage snelheden. De auto volgt het ingeslagen pad met precisie en lijmt zich vervolgens vast aan het wegdek, maar dan niet op dezelfde manier als iedere hedendaagse sportwagen. Hij wringt en bokt en schopt en protesteert. Maar je voelt je wel enorm betrokken, uitgedaagd, lucht ademend door wijd uitstaande neusvleugels en de emoties lopen bij de bestuurder hoog op. Je moet je echt concentreren.
De platliggende zescilinder huilt instemmend wanneer de toerentallen omhoog vliegen, het koppel is heerlijk. De tweede versnelling is kort; een snelle precieze stoot met de linkervoet en rechterarm en de auto schudt en schurkt een omhoog lopende linkerbocht in. Dan die typische lichte vorm van onderstuur, vlak voor de voorwielen weer grip vinden en de neus terugvalt in zijn opgegeven bandbreedte. Het voelt heerlijk om met deze auto het gevecht aan te gaan. Ik ga dan misschien niet oogverblindend snel, maar het rijden met deze auto is wel een intieme en involverende ervaring.
Even ga ik in de bocht van het gas af en plotseling zit ik weer in een echte oude Porsche. Niet het midden van de auto is het metafysische middelpunt van de auto, maar een heen en weer zwiepende pendule achter de achteras. Wanneer je gewend bent aan de moderne verworvenheden van de nieuwe automobiel met zijn verfijnde en geherstructureerde dynamische kwaliteiten, waar geen plaats is voor gevaarlijk weggedrag dankzij slimme ontwerpen en razendsnelle elektronica, dan voelt de Singer oud en bijkans dodelijk. Maar hier, nu, voelt de auto als een ijskoude zucht frisse lucht na enige tijd doorgebracht te hebben in een bejaardenflat. Hij voelt aan als het leven zelf.
Niet perfect
De auto is niet perfect. Om de boel een beetje in proportie te zien, moeten we ook even katten. Het Porsche RS-onderstel is bedoeld voor een veel zwaardere auto, waardoor het probeert om deze lichtere auto van de straat te laten stuiteren. De stoel is teveel gevuld waardoor je erin wegzakt als in een sofa en de remmen – hoewel krachtig en betrouwbaar – moeten flink hard worden aangepakt voordat ze gaan vertragen. Ze moeten bovendien nog anders worden afgesteld om heel-and-toe mogelijk te maken – de techniek om terug te schakelen (met je linker voet) tijdens het remmen en gas te geven tegelijk (beide met je rechter voet). Maar dit zijn kleine dingen die gemakkelijk te verhelpen zijn. Dingen die in overleg met de respectievelijke nieuwe eigenaren gemakkelijk afgehandeld kunnen worden. Was ik er maar een van.
De filosofie van Singer is simpel. Strippen tot het metaal en opnieuw opbouwen, maar dan beter. Zoek de zwakke punten en verbeter ze. Perfectioneren, maar niet de beleving Disney-ficeren en de ziel van de auto elimineren. Dit is een 964 uit het begin van de jaren negentig, die is voorzien van een verwarrende hoeveelheid designelementen uit Porsches van nog veel langer geleden en toch – als geheel – is de auto mooi genoeg om ook liefhebbers van moderne auto’s te bekoren. Hij is bij normale snelheden net zo gemakkelijk te rijden als een Golf GTI, maar kan zich bij hoge snelheden net zo gemakkelijk tegen je keren als de eerste de beste racewagen. Singer heeft deze auto overduidelijk mooier, beter en sneller gemaakt dan het origineel, echter zonder het standaard vocabulaire van de basis teveel aan te tasten. Het is een van de beste auto’s die ik in lange tijd heb gereden. Mijn conclusie is dan ook simpel. De meest opwindende Porsche waarin ik ooit heb gereden is geen Porsche maar een Singer.
Reacties