De GTS maakt een hoop andere uitvoeringen overbodig
Lastig hè, een Porsche 911 kiezen – er zijn nogal wat verschillende versies. Laten we het wat eenvoudiger voor je maken. Wil je alles in een rechte lijn verpulveren? Dan ga je voor de Turbo S. Wil je de meest betrokken rijervaring? Kies dan de GT3 of GT3 Touring. Voor alle andere wensen kun je het beste de GTS kiezen. De GTS is van oudsher de lekkerste van de ‘normale’ Elfjes. De formule is simpel: net iets meer vermogen, donkere exterieurdelen, leuke opties en een leuk interieur met onder meer een (optionele) rode teller.
De 3,0-liter zescilinder komt uit de Carrera S, maar produceert met 480 pk even 30 pk meer. De 0-100-tijd is nu 3,3 seconden met de automaat en vierwielaandrijving, wat eigenlijk al sneller is dan je ooit zult nodig hebben. De Turbo S zou je dus ook wel kunnen wegstrepen. Een handbak is ook leverbaar, net als achterwielaandrijving. Een deel van de geluidsisolatie is weggelaten zodat de inzittenden de motor beter kunnen horen.
Je herkent de Porsche 911 GTS sowieso aan de GTS-badges. Daarnaast zijn er verschillende zwarte accenten en zwarte velgen (20 inch voor, 21 inch achter). De pook van de handbak is 10 millimeter korter en er zijn diverse opties standaard aanwezig, zoals het GT-sportstuur, het Sport Chrono-pakket en het stofje ‘Race Tex’ voor het interieur.
Op de optielijst staat onder andere het Lightweight Design-pakket. Dat maakt de Porsche 911 GTS (992) 25 kilo lichter met onder meer kuipstoelen en het weglaten van het achterbankje. Daarnaast zijn de ruiten van lichter glas en installeert Porsche een kleinere accu.
De goedkoopste versie is de GTS Coupé, zonder vierwielaandrijving. Deze kost 184.600 euro. Vierwielaandrijving kost zo’n 10.000 euro extra. De duurste is de Targa (altijd met vierwielaandrijving), die kost 211.000 euro. In september komt de nieuwe Porsche 911 GTS (992) naar de dealers.
