Steve Jobs, wijlen het grootse en rebellerende genie wiens visie van Apple een van ’s werelds meest waardevolle bedrijven hielp te maken, hield van auto’s. Hij maakt onder meer gebruik van een omissie in het Californische voertuigregistratiesysteem dat ‘nieuwe bestuurders’ toestond om zes maanden zonder zichtbare kentekenplaat rond te rijden. Dus leasede Jobs twee keer per jaar een nieuwe Mercedes-AMG SL 55. De autoverzameling van Jobs omvatte onder meer een BMW Z8 en een Nash Metropolitan (zij het niet tegelijkertijd), maar in de vroege dagen van Apple hield hij vooral van Porsche. Hij had verschillende 911’s, maar de originele 928 bracht de kieskeurige estheticus toch het meest in vervoering.

In de vroege jaren nul zat ieder team in de F1 achter Apple aan – ze wilden allemaal door het bedrijf worden gesponsord. Dat was op zich niet zo gek, want Apple hield zich eerder kortstondig bezig met de autosport, en wel in 1980, toen de originele regenboogkleuren en het bedrijfslogo te zien waren op een Porsche 935, chassis #009 030 (dezelfde auto waarmee Paul Newman in 1979 tweede werd in het algemeen klassement op Le Mans). Hier zie je ’m in de K3-uitrusting, ontwikkeld door de gebroeders Kremer, gereden door het team van Dick Barbour Racing.

Achter het stuur zaten Bobby Rahal, Bob Garretson en Allan Moffat. De auto kreeg helaas te maken met een gesmolten zuiger en viel na 134 ronden uit. Hij deed het beter in de 12 Uur van Sebring – een zevende plaats – en scoorde een podiumplaats in de Road America 500. Wat betreft dat oorspronkelijke Apple-logo: dat was het werk van grafisch ontwerper Rob Janoff. Jobs wilde iets simpels. Janoff: ‘Ik kocht een zak appels, legde ze in een schaal, en tekende ze een hele week na.’ De regenboog kwam later en refereerde aan de Apple II-computer, de eerste met een kleurendisplay.

De Porsche 935 K3 in actie

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)