Retro Gaming: Destruction Derby (1995)

Omdat we een groot gedeelte van onze jeugd doorbrengen met het achteruitrijden in racegames in de hoop een zo groot mogelijk ongeluk te veroorzaken, is het een wonder dat het tot 1995 duurde voordat Destruction Derby dit tijdverdrijf écht legitimeerde. Andere racegames werden in die tijd juist steeds verfijnder, waar Destruction Derby erdoorheen beukte met een portie automobiele anarchie die zich meer had laten inspireren door kooigevechten dan door fijnpixelarij.

Wat niet wil zeggen dat het technisch gezien niet een knappe prestatie was. Net als andere vroege PlayStation-titels als Ridge Racer en Wipeout maakte het gebruik van vooruitstrevende technieken als het textuurmappen van veelhoeken (doe maar googelen), en het speelde bloedsnel. Dat wil zeggen: totdat je je auto op niet geheel reglementaire wijze in een andere boorde en tot stilstand kwam. Het grote verschil was dat, dankzij die slimme software, de schade aan je auto op zeker tien verschillende manieren en plekken tot stand kon komen. Wat top was, want anders had je het net zo goed Derby kunnen noemen.

Er zat een kampioenschapsmodus in het spel met races over een groot aantal circuits op diverse exotische locaties, al was het op zijn minst eigenaardig dat elk van die circuits zo plat was als een pannenkoek op een Hollands polderlandschap. Maakte niet uit, want de modus waar Destruction Derby terecht zo bekend om is geworden, was die waar alle twintig auto’s in een betonnen arena genaamd The Bowl terechtkwamen, en het Boek der Regels het raam uitging.

Het was één totale chaos, maar er zat wel degelijk een strategisch element in. Je moest zo veel mogelijk achteruitrijden om te zorgen dat je radiateur niet lek werd gereden, en pas overgaan tot het gebruik van voorwaartse versnellingen als je achterkant er ongeveer zo uitzag als het gezicht van een bulldog of een Perzische kat. Destruction Derby had misschien niet helemaal de culturele impact van Ridge Racer of Wipeout, maar hé: wie had er nou ook alweer -cultuur nodig? Nou dan.