Niet alles is wat het lijkt. De Rizk DBR2 oogt en klinkt misschien als een fragiele klassieker, maar eigenlijk is het een ruimteschip. Ouderwets was nog nooit zo high-tech.
 
Ik ben zo’n 9.000 kilometer van huis en rijd in een vaalblauwe Chrysler-minivan door Californië. Niet direct de ideale omstandigheden om eens flink aan mezelf te gaan twijfelen. Maar zojuist heb ik samen met de fotograaf geconcludeerd dat we de halve wereld zijn rondgereisd voor een proefrit met een auto waarvan nog nooit iemand heeft gehoord. We rijden in the middle of nowhere, dwars door een onherbergzaam natuurpark, en dat na een bezoek aan een of andere obscure website en wat nachtelijk e-mailverkeer. Ik probeer mezelf wijs te maken dat we middenin een mooi avontuur zitten, maar ergens knaagt ook de onzekerheid dat de trip uit zal draaien op een teleurstelling.
 
‘Dus je hebt nog nooit iemand gesproken die ermee gereden heeft?’, vraagt de fotograaf, met een lichte toon van ongeloof in zijn stem. ‘Weet je zeker dat de auto wel bestaat?’
 
Ik houd wijselijk mijn mond.
‘Hoe heb je dit dan allemaal geregeld?’
‘Via e-mail.’
 
De fotograaf verslikt zich bijna in zijn Marlboro. Het is vijf uur ’s ochtends en in het ochtendrood ziet Californië er ineens veel minder florissant uit.
 
Een paar uur later staan we buiten bij het Hyatt Grand Champions Resort Hotel, als figuranten in een goedkope road-movie. De fotograaf heeft een Ray-Ban op zijn neus, een oude visserhoed op z’n hoofd, en staat kettingrokend te kijken naar een paar bejaarde gasten van het hotel. Ik ben minder kalm. Het mobiele telefoonnummer van degene met wie we een afspraak hebben, is continu in gesprek.
 
Ik vloek binnensmonds en begin me al af te vragen of TopGear zit te wachten op een spannend verhaal over de prestaties van onze Chrysler. De fotograaf antwoordt met twee grote rookwolken uit zijn neusgaten, als een oude draak zonder bougies. Een paar seconden later komt een man, genaamd Wa-el Rizk, de deuren van het Hyatt uitlopen. Ik slaak een zucht van verlichting.
 
Eerst maar even de voorgeschiedenis. Wa-el is een Egyptische ondernemer die iets doet met kunststof, maar die vooral bezeten is van auto’s. Met een lengte van 1,70 meter is hij niet te groot, en met zijn kale hoofd en brede glimlach vind ik hem direct sympathiek. Ik zal er ook snel achter komen dat zijn enorme enthousiasme aanstekelijk werkt. Ik word afgeleid door een enorme brul die vanuit de garage komt, gevolgd door een zilveren schicht die zo uit de jaren vijftig lijkt te zijn weggereden. We laten de beleefdheden voor wat ze zijn. Het wordt stil op de stoep van het Hyatt Grand Champions, een stilte die alleen wordt verbroken door een gefluisterd ‘holy shit’ van een van de heren van valet parking.
 
Kijkend naar de auto die zojuist de parkeerplaats is opgereden, kan ik het alleen maar met hem eens zijn. Van een afstandje lijkt het alsof een of andere rijke snob onderweg is met een Aston Martin DBR2 uit 1957. Maar als je dichterbij komt, dan zie je dat deze Rizk DBR2 ondanks zijn vergelijkbare sierlijke vormen vooral lager, breder en groter is. In dit interieur lijkt de bestuurder kleiner dan in dat van het origineel uit de jaren vijftig. Het is alsof iemand de essentie van de Aston naar boven heeft weten te halen. Dat is dan ook precies wat Wa-el Rizk heeft gedaan. Alleen is de Rizk DBR2 veel meer dan alleen een hommage aan een icoon uit vroeger tijden. Dit is een half ruimteschip. Dat klinkt vreemd, maar ik zal het uitleggen.

‘Een auto die gebouwd is met bestanddelen van de Mars Lander moet wel tegen een beetje hitte en stof kunnen, toch?’

 
Ondanks zijn antieke uiterlijk, bestaat de auto uit een koolstofvezel monocoque die is gemaakt in een door Boeing gebruikte autoclaaf, met een carrosserie van koolstof en Nomex. Daardoor zijn al die voluptueuze vormen belachelijk stevig, maar ook uitzonderlijk licht. De Rizk weegt maar 800 kilo. Voor de warmte-isolatie van de motorruimte gebruikte de Egyptenaar iets wat ‘Aerogel’ heet – een door NASA ontwikkeld materiaal waarmee ooit de Mars Lander werd bekleed. Omdat het spul ontwikkeld is om de tamelijk onvriendelijke atmosfeer van de rode planeet te kunnen weerstaan, lijkt de auto gebouwd om ons allemaal ruimschoots te overleven.
 
De wielophanging is volledig onafhankelijk, met verstelbare coilovers en met Wilwood-remschijven die achter een inboard gemonteerd zijn. Ja, termen om op te zoeken. Doe maar. Dan is er ook nog de motor met die geweldige brul. Daarvoor is een 4,2-liter zescilinder lijnmotor van Jaguar verantwoordelijk. In de E-type vind je dezelfde motor. Je kunt ook kiezen voor een V8 met injectie, of een willekeurige V12, maar op een of andere manier zou dat niet kloppen. Eigenlijk weten we niet zo goed waar we moeten beginnen om deze auto goed te omschrijven.
 
Ken Schutze is in dit geval de bestuurder. Ken is een restaurateur van exotische klassiekers uit Missouri, die met zijn expertise geholpen heeft om de DBR2 volgens de door Wa-el opgestelde specificaties te maken. Zijn bijnaam is overigens Cowboy en hij draagt dan ook een enorme Stetson. Verder praat hij precies zoals Amerikanen volgens Engelsen praten, met een licht ordinair, maar toch charmant accent. Ik stop even en voel de zon op mijn oogleden. Ik sta hier middenin de woestijn, met een Egyptische ondernemer annex wetenschapper, en een cowboy die net aan komt rijden in een replica van een Engelse auto uit de jaren vijftig. Een auto die tot stand kwam met behulp van NASA. Ik moet even wennen aan het idee.
 
Tijd om deze creatie van dichtbij te bekijken. Door met zijn vuist hard op de carrosserie te slaan, laat Ken zien dat we niet voorzichtig hoeven te zijn. In het gebruikte materiaal kunnen wel kleine gaatjes ontstaan, maar voor panelen van dit formaat maakt het niets uit als je er een stevige klap op geeft. De combinatie koolstofvezel-Nomex is ongeveer 1.500 keer stijver dan een gewone carrosserie, waardoor je alleen schade kunt aanrichten als je met een beitel komt aanzetten. Gezien het programma dat we nog voor de boeg hebben, is dat goed om te weten. Als dit een aluminium auto was geweest, was ons vertrouwen duidelijk minder groot geweest.

 

Op pad. Een druk op de knop, gevolgd door een eerste voorzichtige grom onder de motorkap en we zijn vertrokken. Op weg naar het Joshua Tree National Park om de auto in een extreem klimaat te testen. Een auto die gebouwd is met bestanddelen van de Mars Lander moet wel tegen een beetje hitte en stof kunnen, toch?

 
Op de snelweg rijden is een wonderlijke ervaring. De Rizk rijdt verrassend soepel en stabiel. Boven 130 km/u merk je pas dat de aerodynamische eigenschappen enigszins gedateerd zijn. De handgeschakelde vijfbak laat zich makkelijk bedienen. Ietwat langzaam weliswaar, maar de oude Jaguar-motor heeft zoveel koppel dat je het grootste deel van de tijd rondrijdt in de derde versnelling. Aan het remgedrag is duidelijk te merken dat de Rizk een laag gewicht én schijfremmen heeft. Afgezien van een kleine voorruit heb je als bestuurder nauwelijks bescherming, maar het interieur is breed genoeg om in onderuit te zakken en op die manier beschutting te zoeken tegen de wind, die aanvoelt als de hete lucht uit een oven. Met zoveel ruimte om je heen kun je ook goed merken dat iedereen de auto prachtig vindt. Mensen in enorme SUV’s met nog grotere boten of zelfs kleine huizen erachter, roepen en steken hun duim omhoog.
 
Na een paar honderd kilometer en nadere inspectie realiseren we ons opeens dat de heerlijk zittende stoelen er wel erg bekend uitzien. Dat is waarschijnlijk omdat het Herman Miller ‘Aeron’ bureaustoelen zijn. Maar dan wel bureaustoelen die helemaal zijn aangepast voor het interieur van de Rizk. Een geniaal idee, want de Aeron is een van de meest comfortabele stoelen ooit gemaakt. De verende zitting is breed, maar biedt veel steun, terwijl de typische bekleding ervoor zorgt dat er frisse lucht rond je rug en achterwerk kan circuleren. Gezien de huidige temperatuur van ongeveer veertig graden Celsius is dat geen overbodige luxe.

‘Je kunt ‘m horen, ruiken en je voelt tot in je vezels dat je in een bijzondere auto zit’

 
Het houten Moto-Lita-stuur ligt plezierig in de hand en is volledig verstelbaar. Dat geldt niet voor de stoelen, reden waarom je met een hendel onder het dashboard de volledige pedaalruimte van Tilton kunt bewegen. Achter het stuur kijk je uit op een set fraaie analoge klokken van Smith en solide schakelaars voor de overige functies. Die in aantal gelukkig erg beperkt zijn: richtingaanwijzers, startknop, alarmlichten. De middentunnel bestaat uit onafgewerkt koolstofvezel en we hebben genoeg ruimte om breeduit te zitten. De afwerking van het interieur is niet mijn smaak, maar volgens Wa-el is een klant vrij in zijn keuze. De gebruikte componenten zijn een allegaartje, maar vormen toch een geheel.
 
Nadat we een tijdje zijn geroosterd in de hete zon, rijden we het National Park in. De Rizk zier eruit alsof hij hier thuishoort. Van exotisch verandert ie van het ene op het andere moment in een onopvallende auto. De bochten, hellingen en kuilen in het wegdek testen de onafhankelijke wielophanging tot het uiterste, terwijl het gepruttel van de motor, die zich bij het terugschakelen goed laat horen, muziek voor onze oren is. Ik kijk op de snelheidsmeter en zie dat ik ondanks de toch aanwezige trillingen niet harder rijd dan 100 km/u.
 
De Rizk is onderhuids van alle moderne gemakken voorzien, maar heeft een echte ziel bij snelheden waarvan de gemiddelde hatchback niet warm of koud wordt. Hij is snel genoeg om je een beetje bang te maken, maar toch zodanig in balans dat je nooit een flater zult slaan. Rijden met de Rizk is een groot feest. Niet alleen vanwege de snelheid, maar vanwege het geheel. Je kunt ‘m horen, ruiken en je voelt tot in je vezels dat je in een bijzondere auto zit. Het hoeft allemaal niet zo hard te gaan. Als we even uitstappen om wat kleine boodschappen te halen, voelt het alsof we onze eigen kleine Mille Miglia rijden. Volgens mij ben ik tegen mijn midlifecrisis aangelopen. Vergeet een Porsche, dit is wat ik wil.
 
We gaan op pad naar de hete, stoffige wegen van het Joshua Tree-park, maar vragen Wa-el en de Cowboy voor de zekerheid of het allemaal geen kwaad kan. ‘Je kunt aan die auto niets kapotmaken dat we niet kunnen repareren’, is het antwoord. We weten genoeg. De uren die volgen staan voor altijd op mijn netvlies. Uitkijkend over een golvende motorkap rijden we rustig over de met zand bedekte wegen, zonder enige neiging om het gaspedaal diep in te willen trappen. We zijn omgeven door een melange van brandend zand, gloeiend heet asfalt, een snufje hete olie en verhit chroom.
 
Voort gaat het, langs enorme rotsformaties en diepe kloven, door een prachtige woestijn en over gloeiend heet, plakkerig tweebaans asfalt. Pratend met Wa-el en de Cowboy realiseren we ons dat er in de keiharde zakenwereld nog altijd mensen zijn die vanuit een enorme passie auto’s maken. Met Cowboy kun je prima in de kroeg zitten: prachtige verhalen, geweldige humor en uitgesproken pragmatisch. Wa-el heeft een onstuitbare energie. Die man kan alles. Hij mag dan klein zijn, maar met zijn persoonlijkheid en bijzondere charme lijkt hij wel twee meter groot.
 
In de Rizk zijn de beste eigenschappen van beide heren verenigd. Leuk, opwindend en uniek, maar ook ietwat vreemd en zelfs een tikje naïef – een prachtige uitzondering op de regel. Omdat hij met zoveel oog voor detail is afgewerkt en vanwege de complexe productie zullen beide heren er waarschijnlijk nooit wat aan verdienen, maar volgens mij gaat het ze daar ook helemaal niet om. Ze gaan er ook maar 50 maken, denken ze.
 

Onder de eindeloze hemel in de woestijn, bedenk ik dat de Rizk DBR2 eigenlijk geen auto is. Het is een kind, gevoed met hoop in plaats van verwachtingen, en geboren uit liefde, in plaats van een financiële prognose. Terwijl ik de neus opnieuw in de richting van de woestijn stuur, kan ik alleen maar bedenken dat ik er ook een wil.

Reacties