De meeste mensen die de aanschaf van een elektrische auto overwegen, hebben te maken met de tankstationmentaliteit. Volkomen begrijpelijk, want tanken heeft altijd bij autorijden gehoord. Als onze tank leeg is, stoppen we bij een benzinepomp, of we rijden er speciaal naartoe, om hem weer vol te gooien. Dus als we nadenken over een elektrische auto, vragen we ons af hoe lang het opladen onderweg zal gaan duren, hoe veel laadpalen er zijn en of die niet net bezet zijn als wij eraan komen. Moet je snelladen of thuisladen?

Elektrisch rijden vereist een nieuwe manier van denken

Maar wie eenmaal een tijdje in een elektrische auto heeft gereden, raakt die mentaliteit kwijt. Slechts een klein percentage van de oplaadbeurten in Nederland en België vindt plaats bij snelladers langs de autoweg. Dat komt omdat mensen hun auto ’s nachts hebben opgeladen. Als je benzinetank iedere ochtend op magische wijze vol zou zitten, zou je ook niet vaak naar een benzinestation hoeven te gaan.

Door onze traditionele manier van denken over autorijden, maken we ons zorgen over oplaadtijden: je kunt namelijk alleen maar energie in een traditionele auto krijgen door staande op het vettige asfalt van een benzinestation een tankpistool ter hand te nemen. Met een elektrische auto kun je energie tanken terwijl je slaapt, werkt of shopt. En ook al shoppen we geen acht uur achter elkaar, het zou nog steeds voldoende stroom zijn voor een behoorlijk stukje rijden. Je ziet ook vaak mensen die maar voor 20 euro tanken.

Slow charging is de Assepoester van het elektrische autorijden. Vergeten, maar springlevend. De blikvangers zijn de snelle DC-laders langs de weg. Maar stel dat je een elektrische auto koopt met een actieradius van 400 kilometer. Pak dan eens een kaart en kijk hoe vaak je nou eigenlijk – in één ruk – naar een plaats rijdt die verder dan 400 kilometer van je huis ligt. Dat is voor de meesten van ons maar een paar keer per jaar. In die gevallen wil je snelladen in minder dan pakweg 45 minuten. De rest van de tijd is langzaam laden prima.

De meeste bezitters gaan niet elke dag thuisladen

Uit onderzoek blijkt dat de meeste bezitters hun elektrische auto niet iedere avond of nacht opladen, en hem niet altijd tot 100 procent opladen. Mensen hebben vaste rijgewoontes, en als dat betekent dat je 60 à 80 kilometer op een dag aflegt, volstaan een paar laadmomenten per week. Waar nog bij komt dat in steeds meer winkelgebieden opladers komen om bezitters van elektrische auto’s aan te trekken.

De verhouding tussen sloom- en snelladen zal met het toenemen van de verkoop en het gebruik van elektrische auto’s niet zo veel veranderen, volgens Erik Fairbairn, oprichter van Pod Point (marktleider in Engeland op het gebied van oplaadstations). En hij is niet bevooroordeeld, want zijn bedrijf levert zowel snellaadstations als thuisladers – tot nu toe op zo’n 70.000 locaties.

Zo veel snelladers zijn er niet nodig

Ja, op belangrijke wegen zullen er veel meer snelladers nodig zijn, maar ook weer niet waanzinnig veel, want mensen zullen hun accu opladen voordat ze op reis gaan. Op dit moment is, volgens Fairbairn, 60 procent van de auto’s in Engeland in het bezit van huishoudens met een eigen parkeergelegenheid, dus niet op straat, en voor hen is een thuislader prima. Van de overige 40 procent kan een deel de auto op het werk opladen.

Experts voorzien dat wanneer elektrische auto’s eenmaal 10 procent uitmaken van het totaal (in Nederland is momenteel 1,4 procent van het wagenpark elektrisch of plug-in hybride; in België 1,2 procent), het rendabel zal zijn om een heleboel ‘gewone’ publieke laad­palen te plaatsen in straten waar mensen ’s nachts hun auto parkeren.

Daarvoor hoeft niet de hele straat op de schop, het is meer als de aanleg van glasvezelkabel. Dat gebeurde ook net voordat de vraag om capaciteit snel begon te stijgen. Toen het er eenmaal was, begonnen de mensen er ook gebruik van te maken.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear