Twintig cilinders, bijna 700.000 euro en dik 1.150 pk, en dat alles verpakt in twee oogverblindend vormgegeven Italiaanse auto’s. Over onvergetelijke ervaringen gesproken.
Zaterdag, 9.05 uur
Dit had het rustige, mooie gedeelte moeten worden. Een Aventador Roadster oppikken bij het hoofdkwartier van Lamborghini in Sant’Agata, er vervolgens mee naar Maranello tuffen om er een Maserati GranTurismo MC Stradale en een collega op te halen, heel veel koffie drinken en daarna op ons gemakje de Alpen over voor een afspraak met Team Britain en die Deutsche op het Circuit de Charade.
Dit is TopGear, en de dingen verlopen dus niet gesmeerd. Het is spitsuur op de weg tussen Sant’Agata en Maranello, de temperatuur komt aardig in de buurt van de 40 graden Celsius en de fotograaf en ik zitten te midden van een heleboel tassen in de Aventador gepropt. Het dak van de Aventador is dicht. De airco van de Aventador werkt niet. De V12 met zijn 700 pk gooit er vulkanische hitte uit en de temperatuur binnen bedraagt, voorzichtig geschat, minstens 100 graden. Ik vraag me af of je kunt worden gewaterboard in je eigen zweet.
Gezien het feit dat dit de cabrio-uitvoering is, zou het een verstandige oplossing zijn om het dak van de Aventador omlaag te doen en wat frisse lucht binnen te laten. Maar dat kan niet. Wanneer je de twee koolstofvezel panelen waaruit het dak van de Aventador bestaat weghaalt, moet je ze in de kofferruimte voorin leggen, de enige bagageruimte die de auto heeft, en die ruimte wordt op dit moment in beslag genomen door de helft van de foto-uitrusting. Dat zou betekenen dat we met de genoemde apparatuur tegen de voorruit gepropt moesten rijden, en dan zou ik deze auto van pakweg 460.000 euro in de prak sturen, en dat zou erger zijn dan zweten als een otter. Dus zit ik nu in een onwelriekend plasje van mijn eigen transpiratie in ‘s werelds duurste, snelste oven, en la dolce vita voelt op dit moment even niet zo heel dolce.
10.40 uur
Maranello, en omdat we samen zo’n 25 kilo lichaamsgewicht zijn kwijtgeraakt, ziet alles er een stuk vrolijker uit. Nu we onze collega hebben gevonden, onze spullen hebben overgeheveld in de Maserati en de Aventador hebben onthoofd, kunnen we onze twintig cilinders, bijna 700.000 euro en dik 1.150 pk aan een nadere test onderwerpen. Naast de extravagante, oogstrelende Lamborghini ziet de GranTurismo MC Stradale – de snelste, meest circuitgeschikte Maserati die er te koop is – er vervaarlijk uit, met zijn stealth black lak en koolstofvezel. Maar het ontwerp is meer dan alleen uiterlijk vertoon: de Stradale weegt, dankzij lichtgewicht kuipstoeltjes, koolstofkeramische remschijven en een minimale geluidsisolatie, pakweg 110 kilo minder dan de standaard GranTurismo. Met zijn atmosferische V8, die er nu 457 pk uitstampt, moet ie toch een kans maken om in het spoor van de hoekige achtersteven van de Lamborghini te kunnen blijven.
12.10 uur
Het gaat vandaag allemaal steeds lekkerder. Omhoog de koele, bosrijke Apennijnen in – de slingerende ruggengraat van Italië die de laagvlakte van Modena scheidt van de westkust met z’n grillige verloop – en over het soort van slecht onderhouden wegen die een reisgids eufemistisch als ‘uitdagend’ zou omschrijven. Waanzinnige wegverkantingen, moordende haarspeldbochten, scheuren en gaten in het asfalt – hier vind je het allemaal. Het zou, in een V12-hypercar, op maffia-achtige wijze angst aan moeten jagen. Maar de grote Lambo gedraagt zich hierboven simpelweg verbijsterend goed. Dat ie ongelooflijk snel is, wekt geen verbazing, maar wat wél indruk maakt, is hoe rustig ie zich gedraagt als ie door de scherpe bochten schiet. Hij is zelfs zó beheerst dat de 700 pk van de Aventador een redelijk te beteugelen hoeveelheid vermogen lijkt.
De automatische paddle-shift blijft een onding. Als hij het zelf mag uitzoeken, zal de transmissie precies doen wat je níét wilt dat hij doet: als je met een flinke snelheid een scherpe bocht aansnijdt, zal het geval opschakelen, maar als je rustig door de bebouwde kom pruttelt dan schakelt hij opeens zonder waarschuwing een paar versnellingen terug en bezorgt een paar oude dametjes simultaan een hartverzakking.
Hoger en hoger gaan we, en de Maserati houdt het zonder problemen bij – bij het uitkomen van de scherpste bochten schudt ie z’n achterkant lekker uit. Als ik een glimp opvang van mijn collega’s gezicht voor me, zie ik een uitdrukking die ik het beste kan omschrijven als ‘ingespannen’.
13.40 uur
In de buurt van Cavazzola laat m’n collega ons minikonvooi halthouden om een inmiddels lege bus Pringles weg te halen die onder zijn rempedaal terecht dreigt te komen. Het is waar wat ze zeggen: Once you pop, you can’t stop.
16.20 uur
‘Stoppen. Motor af. Uitstappen. Papieren. Nu.’ Dit stond niet in het draaiboek. Het is algemeen bekend dat door Italië toeren in een paar hoogstandjes van Italiaanse techniek betekent dat je carte blanche hebt en je niet al te veel van allerlei regels hoeft aan te trekken. Een beetje rondrijden in supercars van plaatselijke makelij wordt gezien als een vorm van openbare dienstverlening.
De twee agenten die ons konvooi, dat geparkeerd staat op een trottoir in het stille kuststadje Santa Margherita Ligure, op de korrel hebben, kennen duidelijk het draaiboek niet. Ondanks de hordes vakantiegangers die vrolijk plaatjes van onze auto’s schieten, beschouwen de agenten parkeren op het trottoir niet als een vorm van openbare dienstverlening. De twee agenten zijn heel erg boos.
‘O hemeltje, mogen we hier niet parkeren?’ Onze beste Engelse-meneer-in-heel-dure-supercar-die-niet-goed-weet-wat-hij-fout-heeft-gedaan intonatie.
‘Nee.’ Agent trapt niet in het stukje toneel.
‘Het spijt ons heel erg. Dan willen jullie vast dat we hier meteen weggaan, toch?’
‘U moet blijven wachten tot we de boete hebben uitgeschreven.’ Met sardonisch genoegen uitgesproken.
‘Ah. Hoeveel is het?’
‘Dat weet ik niet meer. Ik zal even kijken.’ Hij wandelt weg, met in de hand mijn rijbewijs en paspoort, en de papieren van de Aventador. Zijn collega onthaalt mijn collega en de Maserati op dezelfde behandeling.
‘We hangen, nietwaar?’ vraag ik, in de hoop dat mijn collega, met zijn jarenlange ervaring iets heeft bedacht.
‘Yep, we hangen.’ Hij heeft niets bedacht.
'Ik ben tot de conclusie gekomen dat de Aventador Roadster niet alleen de mooiste auto ter wereld is, maar waarschijnlijk ook het mooiste ding ter wereld'
We hangen voor driehonderdenachtentwintig euro, blijkt twintig minuten later. Ik zeg tegen de agent dat ik geen 328 euro op zak heb. ‘Dan neem ik de auto’, antwoordt hij. Eikels.
17.15 uur
De boete is betaald, de Lambo is nog in ons bezit en we rijden over slingerwegen in de richting van Frankrijk. Eindelijk zit ik in de Maserati. Het kan ongepast lijken om een sportauto met 457 pk, die volgens opgave in 4,5 seconde van 0 naar 100 km/u gaat, langzaam te noemen, maar eerlijk gezegd voelt de GT na een dagje in de Aventador een tikkeltje traag aan. Maar zet ‘m in de Race-stand en hij ontpopt zich tot een flitsend projectiel dat een rauw V8-gegrom toevoegt aan de doodskreet van de Lambo. Vreemd genoeg blijkt de Stradale met al z’n koolstofvezel en race-onderdelen een enorme softie, met een ouderwets GT-ritme. Waardoor ie een geweldige lange-afstandscruiser is. Maar ik vraag me af of je, nadat je zo’n 230.000 euro hebt neergeteld voor de sportiefste Maserati in het gamma, niet iets pittigers had verwacht. Maar na de gillende, headbangende Lambo, is dit volmaakt, een verademing. En de airco werkt.
20.15 uur
Cuneo is een rustig stadje in de uitlopers van de Alpen, op ruim 35 kilometer van de Franse grens. Geheel bij toeval komen we de centrale piazza oprijden op de dag van het grote jaarlijkse feest. Het krioelt er van de mensen en op het plein staan tientallen standjes die zo’n beetje ieder land ter wereld vertegenwoordigen – Indonesië, Nicaragua, Somalië, noem het maar. Maar het zijn onze representanten van de Volksrepubliek der Paardenkrachten die het middelpunt van de aandacht vormen. In een mum van tijd wordt ons minikonvooi overspoeld door een golf aan bewonderaars, en iedereen wil even een onderdeeltje zijn van ons dwaze, prachtige, kleine avontuur.
Een groepje Filipijnse vrouwen komt tot de slotsom dat we óf beroemd zijn, óf walgelijk rijk. We zijn te beleefd om hen teleur te stellen en poseren voor de auto’s, delen handtekeningen uit en geven vrijkaartjes weg voor onze volgende stadiontour. Dan slepen ze ons mee naar hun standje, waar we tot eregasten worden gebombardeerd bij het ceremoniële aansnijden van een gegrild speenvarken. Een man die met een machete van een meter zwaait, snijdt plakken van de snuit van het varken, zwiept ze op een papieren bordje en reikt me dat aan. Hmm, neusgaten. Knapperige neusgaten.
Zondag, 7.25 uur
Om redenen van religie en luiheid gaat Italië op zondagochtend niet open. Het voordeel daarvan is dat we de schitterende Col de la Madeleine – de bergpas die Italië met de Franse Hautes-Alpes verbindt – helemaal voor onszelf hebben. Het nadeel is dat er geen tankstations open zijn, alleen pompautomaten die geen buitenlandse betaalkaarten accepteren. De afgelopen 45 minuten hebben we het bij negen tankstations geprobeerd, maar niet één heeft ons brandstof opgeleverd. De tank van de Aventador is nog voor een kwart vol, ongeveer voldoende voor 10 kilometer. Ik vraag me af of we, als het lukt om met de Maserati de Lambo naar de top van de pas te slepen, simpelweg in z’n vrij Frankrijk binnen zouden kunnen rollen, tot aan Clermont-Ferrand.
8.55 uur
Brandstof! We hebben brandstof! Kom maar op met die Alpen!
11.40 uur
Ouders zullen je vertellen dat er geen mooier moment in het leven bestaat dan de geboorte van je eerste kind. Een bevalling is vast en zeker iets prachtigs, maar geloof me, geen ervaring op aarde kan hier tegenop: een lege, glad geasfalteerde Alpenpas oprijden in een Aventador Roadster met een GranTurismo in z’n wervelende kielzog, onder een azuurblauwe hemel met wolken als propjes watten, twintig zingende Italiaanse cilinders en een orkest van enorme knalpijpen die een symfonie het dal in schallen.
Als ik weer in de Aventador zit, kan het me niets meer schelen wat er de komende dagen op dat racecircuit zal gaan gebeuren, want deze strijd is al lang en breed beslecht. Alleen al wat de aanblik betreft, kan niets deze schoonheid tijdens onze testrit overtreffen. Moet je hem alleen eens zien. Wat een vormen! Heeft er ooit een meer hypercar-achtige hypercar bestaan? Misschien is het een geval van zonnesteek, maar ik ben de afgelopen 24 uur tot de conclusie gekomen dat de Aventador Roadster niet alleen de mooiste auto ter wereld is, maar waarschijnlijk ook het mooiste ding ter wereld.
En natuurlijk zou je de cabrio verkiezen boven de coupé-uitvoering. Die is simpelweg oogverblindender. Minder bestuurdersvriendelijk? Vergeet het maar. Echt, als je op de weg het punt bereikt dat je een verschil bemerkt tussen de felheid van de coupé en die van de roadster, ben je waarschijnlijk een kwartseconde van een geweldige crash verwijderd. Zonder dak voelt de Aventador zich bevrijd, heb je meer voeling met wat die enorme, fantastische motor allemaal vermag. Hij is wanstaltig duur en groot, de versnellingsbak is log en als je het dak eraf haalt, kun je geen voorwerp meer kwijt dat groter is dan een balpen, maar wie kan dat in hemelsnaam iets schelen?
12.35 uur
Naar de top van de pas, Frankrijk in, bijna 500 kilometer tot Clermont-Ferrand en vier uur om er te komen. Zet het bier maar koud, we zijn er zo.
Lamborghini Aventador LP700-4 Roadster
Prijs: € 462.200 (NL) / n.b. (BE)
Motor: 6.498 cc V12, 691 pk, 690 Nm, CO2: 370 g/km
Transmissie: zeven versnellingen automaat, vierwielaandrijving
Prestaties: 0-100 km/u in 3,0 s, top 350 km/u
Gewicht: 1.625 kg
Maserati GranTurismo MC Stradale
Prijs: € 229.823 (NL) / € 154.880 (BE)
Motor: 4.691 cc V8, 454 pk, 510 Nm, CO2: 337 g/km
Transmissie: zes versnellingen automaat, achterwielaandrijving
Prestaties: 0–100 km/u in 4,5 s, top 303 km/u
Gewicht: 1.770 kg
Reacties