Bij de meeste race-sims van tegenwoordig kun je lekker van de baan vliegen zonder dat je gelijk opnieuw moet beginnen, maar bij Stunt Car Racer uit 1989 (Amiga/Atari ST) is dat wel anders. In plaats van breed asfalt en uitloop ter grootte van een pretparkparkeerplaats, tref je hier rollercoaster-achtige circuits met bijzonder weinig marge. Wat ervoor zorgt dat je om de haverklap ondersteboven in een ravijn ligt.
Wat vrij cool is, vinden wij, is dat dit spel aan het brein ontsproten is van Geoff Crammond, die ook bekendstaat als het technische brein achter de F1-sims als Grand Prix die in de jaren negentig het licht zagen. Eigenlijk is Stunt Car Racer een soort maffe feestversie van serieuze racegames uit die tijd, maar wel met megastrak reality-gehalte als het gaat om de uitvoering.
Juist omdat de roots van dit spel in race-simulatie liggen, is het geen kwestie van lekker simpel en zo hard mogelijk rondjes knallen. Je view is vanuit de cockpit van een raceauto met zicht op de motor, je tellers en een stuk van je rolkooi. En die begint gewoon te scheuren als je te hard over hobbels knalt of na een luchtvlucht op het asfalt klettert. Ook moet je rustig omgaan met het managen van je turbo, anders zie je je motor voor je neus veranderen in een barbecue. Je moet dus met beleid op en van het gas, af en toe je turbo aanspreken en vooral zorgen dat je niet te veel van het asfalt loskomt na een hobbel. En als je dat wel doet, ook met behulp van de vlammen uit je motor, een zo zacht mogelijke landing maken.
Alle circuits in de game zijn verdraaid scherp ‘aangelegd’: een wiel buiten de baan en je knalt eraf. Maar het meest moeilijke is wel het Skischans-circuit in Division One. Elk rondje zweef je dan vijf volle seconden door de lucht en als je dat perfect doet, breek je je rug niet bij de landing en blijft het frame van je auto heel. En mag je jezelf de master van 16-bit-racen noemen op de engste baan ooit.
Reacties