Als je op de een of andere manier een kitten in een auto zou kunnen veranderen, dan zou het er zo uitzien. Behalve dat je deze niet steeds uit de gordijnen moet halen. Dit is de in 2005 op de Tokyo Motor Show onthulde Suzuki LC Concept, een korte en helaas halfslachtige poging een retro-stadsautootje te maken à la Fiat 500. Op dat evenement maakten trouwens ook de Mitsubishi i, Toyota Previa en Bugatti Veyron hun debuut. Wat je zegt, opwindende tijden.
Het was een compleet ander tijdperk in het algemeen, al zouden we nu best wat van dat ongebreidelde optimisme dat de Suzuki LC uitstraalt kunnen gebruiken. De nieuwe Mini was er al sinds 2001 en de 500 zou twee jaar later komen, maar dit kleine conceptje had al meteen meer karakter dan zo’n beetje al het andere in die vroege jaren nul. Hoe zou je zo’n snoetje ooit iets kunnen weigeren?
Inspiratie uit het verleden voor de Suzuki LC
De Suzuki LC greep terug naar wat je de Gouden Periode van Suzuki zou kunnen noemen. De neus en het kleine cabine’tje betoonden eer aan de Fronte 360 uit 1967. Leuk feitje: toen die auto werd geïntroduceerd, huurde men als marketingstunt Stirling Moss in om het ding over de Strada del Sole in Italië te rijden, wat hij deed met een gemiddelde snelheid van 122 km/u. Suzuki verwijst sowieso graag naar oudere modellen: vergelijk de achterkant van de huidige Ignis maar eens met die van de Whizzkid uit 1979.
De naam uitgelegd
De naam van de Suzuki LC kwam regelrecht van de motor van de Fronte, die als codenaam LC10 had. De motor van de LC was een stuk moderner: de bekende 658-cc driecilinder met dubbele bovenliggende nokkenassen, zoals dat hoort bij een echte Kei-car. Dat K-Series-blok (dat hier, ook weer lekker retro, achterin lag) heeft ook in de Alto, Jimny en Wagon R dienstgedaan. En in een paar vreemdere auto’s. Neem de Arctic Cat 660 Turbo, een snowmobile uit 2004, of de Caterham Seven 160/165, de instapper van het merk van 2013 tot 2017. Hoe dan ook, die driecilinder en zijn vierbak zorgden ervoor dat waar je ook ging in je LC, je dat extra langzaam deed.
Geen productieplannen
Het minimalistische interieur doet vermoeden dat Suzuki weinig moeite had gedaan om te verhullen dat ie toch nooit in productie zou gaan. Geen gordels of achterstoelen, alleen een kale bank waarop je hooguit je verzameling Hello Kitty-knuffels kwijt kon. Aan de andere kant: in onze tijd van informatiebombardementen is het juist wel verfrissend, zo’n interieur waarin werkelijk niets je kan afleiden.
Zou de Suzuki LC nu wel kans hebben?
De Suzuki LC zorgde voor een kort uitzicht op een ander soort Suzuki’tje, dat kon terugkijken op het verleden met de pluspunten van de huidige techniek. Fiat en Mini hebben bakken profijt gehad van het uitputten van hun erfgoed, terwijl de Honda e niet voor niets zo lijkt op de eerste generatie Civic. Misschien zou Suzuki ook haar retroziel toch nog eens op tafel moeten leggen.
Reacties