Er zijn best wat automerken die zichzelf op advies van de marketingafdeling de disruptors noemen; ze zouden de boel opschudden en andere merken aan het denken zetten. Maar meestal uit zich dit in een samenwerking met een meubelbedrijf en een hippe accessoirelijn. Deze merken kijken ongetwijfeld jaloers naar Tesla, die de disruptor-status echt verdiend heeft. En deze rol betekent ook dat je bij sommige dingen voorop loopt en soms misschien een stapje te ver gaat.

Een van de revoluties van Tesla is het gebruik van gigacasting. De meeste autofabrikanten laten robots een hoop kleine metalen deeltjes aan elkaar lassen om het chassis van de auto te maken. Tesla gebruikt grote mallen om grote delen te maken. Dit scheelt een hoop tijd en uiteindelijk ook geld. Het chassis van de Tesla Model Y bestaat bijvoorbeeld uit drie grote stukken. Toyota begint over een tijdje ook met het gebruiken van de gigacast-techniek in de fabrieken.

De productietijd gaat naar minuten

Door deze machines bestaat de bodemplaat van nieuwe auto’s van Toyota straks uit slechts drie grote aluminium delen. Alleen al het achterste deel van het chassis bestaat nu bij Toyota uit 86 onderdelen dat in 33 stappen door robots in elkaar gezet wordt. Door het gigacasten is de productietijd van deze grote delen nog maar enkele minuten.

Tesla wilde nog een stapje verder gaan en de volledige bodemplaat van nieuwe auto’s uit één deel maken. De productie van een auto zou dan nog sneller gaan en nog goedkoper worden. Bronnen vertellen nu aan Reuters dat die plannen van de baan zijn. Tesla bevestigt dit nieuws niet en geeft dus ook geen uitleg waarom dit plan van de baan is.

Reuters denkt dat het merk een ‘potentiële productiedoorbraak’ afhoudt om op korte termijn kosten te besparen. Eerder ontsloeg Tesla al 10 procent van het personeelsbestand en ook een paar managers mochten vertrekken. Tesla zou de hete adem van Chinese fabrikanten voelen en de tegenvallende verkoopcijfers willen compenseren met hogere marges op de auto’s.

Waarom dit misschien geen slechte ontwikkeling is

Een goedkopere auto klinkt leuk voor de kopers, maar er zit een mogelijke keerzijde aan de lagere productiekosten. Als de onderkant van een auto uit één deel bestaat, wat ga je dan vervangen als er schade is? Valt er überhaupt iets te repareren, of is de auto gelijk afgeschreven? Bij Rivian zie je bijvoorbeeld al dat kleine schades voor gigantische kostenposten zorgen omdat de carrosserie uit grote delen bestaat.

Hier kun je denken: ‘boeiend, ik ga toch geen Tesla kopen, want elektrisch rijden doen we op de kermis’, maar als de reparatiekosten van nieuwe auto’s door het dak gaan, dan gaat jouw verzekeringspremie straks mee omhoog. Nu gooit Univé de premies niet gelijk met honderden euro’s omhoog omdat mensen Tesla’s crashen, maar als alle autofabrikanten gaan gigacasten, wordt het een ander verhaal.

Gelukkig zijn er slimmere mensen die over dit soort zaken nadenken. Elon Musk meldde in 2020 al dat de kreukelzones na een aanrijding verwijderd kunnen worden (vermoedelijk met een slijptol) en dat er dan nieuwe reparatiedelen opgeschroefd kunnen worden. Zal er niet zo mooi uitzien, maar dat zie je vanbuiten toch niet. Als het werkt, dan werkt het.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear